Column: ‘Bunny in the Headlights’ (6)

De bands van weleer...

Zsuzsa Jónás ,

Vanaf vandaag barst het los: de Haagse PopWeek. Een groot feest voor alle bands die mogen spelen en ook een groot feest voor iedereen die ervan houdt om allerlei frisse, jonge bands te zien en te horen. Maar af en toe denk ik terug aan al die toffe bands van vroeger, wat is er met ze gebeurd en wat gaat er met al deze nieuwe bands gebeuren?

De bands van weleer...

Vanaf vandaag barst het los: de Haagse PopWeek. Een groot feest voor alle bands die mogen spelen en ook een groot feest voor iedereen die ervan houdt om allerlei frisse, jonge bands te zien en te horen. Maar af en toe denk ik terug aan al die toffe bands van vroeger, wat is er met ze gebeurd en wat gaat er met al deze nieuwe bands gebeuren?

Ik las een kort interview met Mink Pinster, de maker van de documentaire ‘Ja, dat is Den Haag’, en moest erg lachen om hoe treffend hij een aantal zaken verwoordt. Er heerst in Den Haag echt een voor en door muzikanten cultuur, een prachtig mechanisme waarmee er een hoop goeds door de muzikanten zelf in stand wordt gehouden. Is Den Haag echt Popstad nummer een, of zijn/worden/blijven we dat omdat we dat zelf zo hard roepen? Echt veel doet het er niet toe, want zolang er goede bands uit Den Haag komen,  die buiten de stadsgrenzen doorbreken, kan niemand ons die titel afnemen.

Aan de andere kant denk ik ook regelmatig terug aan de bands die langere tijd een vaste waarde zijn geweest in de Haagse popscene, maar uiteindelijk geruisloos van het toneel verdwenen. Bands waar je tegenop keek toen je ze in De Paap zag spelen. Dat waren de bands die het echt zouden gaan maken in Nederland, en misschien zelfs wel in het buitenland. Supergoede bands die op een gegeven moment gewoon uit elkaar gingen. Misschien vanwege ruzie of omdat ze het gewoon zat waren om na vijf jaar op dezelfde podia te staan. Dan denk ik weleens, misschien is Den Haag wel iets te klein voor dit soort bands.

Als je op een gegeven moment de lokale podia ontgroeid bent, of anders gesteld: als iedereen in Den Haag je wel weer gezien heeft, wat doe je dan?  De meest logische stap zou dan zijn om het te maken in de rest van het land. Maar als doorbreken uitblijft wordt het lastig. Dan heb je in Den Haag je plafond bereikt maar kom je in de rest van het land niet aan de bak. Tenzij je bereid bent om tegen onkostenvergoeding en een paar consumptiebonnen op de meest vage festivals te spelen, in dorpjes waar je nog nooit van gehoord hebt.

Maar misschien is dat die natuurlijke selectie, die je ook in de natuur hebt. The survival of the fittest. Het is tenslotte ook gewoon heel verfrissend dat de scene zichzelf automatisch om de zoveel jaar vernieuwd. Laten we dus gewoon maar genieten van de bands van het moment. Want óf we kunnen ze over een paar jaar niet meer zien omdat de shows binnen enkele tellen uitverkocht zijn, óf omdat ze er gewoon niet meer zijn.