Na jaren in de Haagse binnenstad te hebben vertoefd, verhuisde Langweiligkeit dit jaar naar het terrein van BINK36. Al bij de ingang wordt duidelijk dat deze editie van Langweligkeit anders is dan zijn voorgangers. Het is wellicht de magie van de locatie waardoor het festival dit jaar, ten opzichte van de afgelopen jaren, veel beter uit de verf komt.
Het is 21.00 uur. Het festival is begonnen. Tenminste, volgens het schema op de flyers. Maar het enige geluid komt van de vrijwilligers, die paniekerig de laatste taken vervullen. In een zaal worden nog snel een paar ballonnen opgehangen en banken verschoven, een dweil gaat over de wc-vloer en een muzikant is op zoek naar de geluidsman. Ja, we zitten echt underground: net een thuisfeestje, maar dan in het groot. Bezoekers komen langzaam binnen druppelen.
Het terrein, bestaande uit drie tenten, de PIP en een ander nabijgelegen gebouw, ademen een aparte, artistieke sfeer uit die zegt dat alles kan, alles mag en iedereen welkom is. Zo wordt ook het rookbeleid door vele bezoekers op de hak genomen. In de tenten hangt in vlagen een weeïge wietgeur. Bij Langweiligkeit geen rookbeleid, hier kan en mag het! Buiten staan grote panelen met vers gespoten graffiti. Ze laten kleurrijke artistieke figuratieve kunst zien. Voor wie behoefte heeft om zijn creativiteit de vrije loop te laten, is daar de mogelijkheid om ook te sprayen. Naast beeldende kunst is er natuurlijk vooral veel op muzikale gebied te beleven. De vele dj’s uit binnen- en buitenland verschaffen tal van mogelijkheden om te dansen. Dat doet dan ook iedereen veelvuldig. Niemand lijkt zich in te houden. Iedereen gaat uit zijn plaat. Niemand wordt belachelijk gemaakt.
In de Chill-INN-zaal begint Matthijs Ros door een flink krakende microfoon te zingen, drie kwartier later dan gepland, maar daardoor heeft zich wel een publiek kunnen vormen. Al snel wordt besloten zonder apparatuur verder te gaan. Americana, het is duidelijk dat zijn invloed Bruce Springsteen is: een monotone stem boven gitaarakkoorden. Hij heeft een krachtige stem, maar het is niet buister origineel en zijn gitaarspel is zwak. Maar hey, Matthijs speelt toch wel even akoestisch en laat zich niet door de stress grijpen. Intussen beginnen beats van een van de podia buiten naar binnen te treden. Boem, boem, boem. “Waiting on a Sunny Day.” Boem, boem, boem. “I need you.” De muzikant gaat ongestoord verder, terwijl toeschouwers heerlijk onderuit op de banken hangen en genieten. Ineens doet de microfoon het weer, zodat hij de beats de baas wordt. Akoestisch was het eigenlijk beter, want dat creëerde een knusse sfeer.
Buiten is het koud, daar spelen de meeste acts in circustenten. Toch een warmere jas aan moeten trekken. De beats van daarnet blijken van een dj in een legertank te komen, waarvoor een groepje aan het dansen is. Vanuit het voormalige bedrijfsterrein is de skyline van Den Haag te zien, met vlak voor ons de Nationale Nederlanden. Het geheel heeft iets surrealistisch, ‘brights lights, big city’. In Je Moeders Tent is Freestroke aan het spelen, een melodische rockband uit Weert met akoestische gitaren. De zanger kickt op alle fototoestellen om zich heen, de gitarist springt het publiek in. Hoe enthousiaster de band wordt, hoe kleiner het podium blijkt te zijn. Een meisje dat in haar eentje staat te luisteren, krijgt de een na de andere jongen op zich af: “Ga je mee naar Je Vaders tent?”, “Hoe heet je?” Als de gitarist tot twee keer toe de monitor van het podium aftrapt, springt iemand uit het publiek kwaad op hem af. In no time staan er vier beveiligers en loopt het met een sisser af.
Dat punk alles behalve gepolijst is en eigenlijk ook wel een beetje hoort te rammelen, staat als een paal boven water. In die zin voldoen de twee meisjes van Promises aan het verwachtingspatroon; het is rauw, het rammelt, het is punk. Waar ze het echter enigszins in laten afweten is het totaalplaatje van de sound. De gitaar klinkt heel dun en schel, op zich niks mis mee, ware het niet dat er geen bassist(e) is die de lagen tonen voor zijn of haar rekening neemt. Er is niks mis met rockduo’s op het podium, maar als er dan bewust besloten wordt om zonder bassist door het leven te gaan, zorg dan dat die live niet gemist wordt. Het publiek kan zich over dit alles overigens allerminst druk maken. Elk nummer van dit jonge duo wordt met luid gejoel in ontvangst genomen.
Op naar de act Shabushabu. Een Japanse dj springt in de PIP-zaal als een ADHD’er in het rond, draait aan een paar knopjes, speelt op een speelgoeddrum, pakt een gele toeter, zingt in de microfoon en rent door het publiek. Cool. Zeer vermakelijk om te zien en het klinkt nog goed ook. De snelle muziek, waarin continu iets nieuws gebeurt, dwingt tot dansen. In een waas van wietrook gaan velen totaal uit hun dak, van punkers tot Japanners. Het zweet loopt over de dj’s gezicht. Hoe kan hij dit nog een uur volhouden? Een belevenis, weird, tegelijkertijd beter dan menig dj. En bijzonder origineel, nog nooit zoiets gezien en het valt dan ook met niets te vergelijken. Daydreamer is helaas net aan het inpakken, een contrabas wordt in zijn tas gestopt. De pop/folkband is blijkbaar niet drie kwartier later begonnen met spelen in Je Moeders Tent. Dat schema mag de prullenbak in. Balen. Of nee, wacht eens even, het is ook helemaal niet de bedoeling te plannen. “Laat alles over je heen komen”, zei organisator Matty Ros een paar dagen terug nog.
In de Pokkeherrie Tent heeft Pangaea inmiddels plaatsgenomen achter de draaitafels. Deze dj brengt ons terug naar de basis van dubstep. Zonder veel poespas verschaft hij de aanwezigen voer om op te dansen. In een uur durende set maakt de dj, afkomstig uit Londen, wel veelvuldig uitstapjes naar andere genres zoals garage, house en twostep. Voorzichtig wagen een paar aanwezigen, voor in de tent, een dans. Het lukt Pangaea helaas niet om het merendeel te overtuigen van de dansbaarheid van zijn beats. Wellicht ligt het aan het tijdstip. Het is nog vroeg, laten we het daar op houden. Dus eindigen we onderuitgezakt op de bank in de Chill-INN-tent, waar de Woorddansers uit Rotterdam net bezig zijn. Poëtische hiphop met een dj en gitarist. Klinkt gaaf. Biertje in de hand, af en toe een praatje maken, luisteren naar de muziek: het is hier relaxed.
De PIP is met Enduser aan het roer regelrecht uitgemond in een stomend feestje. Helemaal overgevlogen uit de Verenigde Staten maakt de dj de PIP tot een groot dansfestijn. De meest uiteenlopende genres, die op het eerste gezicht mijlen ver van elkaar verwijderd lijken te staan, weet Enduser feilloos met elkaar te mixen. Zo kunnen Indiase Bollywood vocalen omgeven zijn door een breakcore beat en geeft zweverige dameszang een mysterieuze dimensie aan drukke breakbeats. Het publiek smult ervan. De zaal is lekker gevuld en geen haar op het hoofd van de aanwezigen die eraan denkt om ook maar even stil te staan. Dat is onmogelijk met een dj als Enduser achter de draaitafels. Volgend jaar weer in BINK 36? Yes please!