Ook de zaterdag was uitverkocht, en dus druk. Menig bezoeker kapte vaker dan eens de bloedsomloop af om een glimp op te kunnen vangen van de mooie optredens die het festival te bieden had. De ingrediënten van de zaterdagavond: muzikanten die alles gaven, dichters die in intermezzo’s bizarre rijmschema’s opvoerden, en het optreden waar iedereen naar uitkeek: Monsters of Folk. Tot ver na middernacht bleven er mensen binnenstromen bij deze folkhelden.
Omdat bij Mumford & Sons zo’n enorme rij staat, en we voordringen omwille van ons vak toch net iets te ver vonden gaan voor alle mensen die net als wij stonden te wachten, besloten we eens bij Gomez te kijken. Deze sympathiek bebrilde Britten mogen het publiek in de Waterloo zaal, in het Nationale Toneel Gebouw, vermaken met hun op blues geënte indierock. Het publiek danst mee op voor velen herkenbaar materiaal zoals ‘See the world’. Toch kan Gomez op gezette tijden op het ongeduld van het publiek rekenen als de korte stiltes tussen de nummers iets te lang duren. Ze pikken het snel op, en maken verderop in de set zelf grapjes als medebandleden te sloom lijken te reageren. Vanaf de ingang lijkt het een volle bak. Eén van de bandleden is zo vriendelijk iedereen erop te wijzen dat er aan de andere kant van de zaal nog genoeg plek is. Als een zee van hoofdjes schuifelt iedereen een paar passen opzij, een grappig gezicht. Met uitsmijter ‘How we operate’ bedient de band het publiek op haar wenken. En hadden we al gezegd dat het geluid prima is, en dat de stem van zanger Ben behaaglijk hees klinkt? Kortom: goeie festivalopener voor de zaterdagavond. (JL)
De Haagse band Pitch Blond doet vanavond goede zaken. Bij de ingang van de Koninklijke Schouwburg, waar de bezoekers hun bandjes moeten ophalen, worden flyers uitgedeeld om de mensen naar de Cuatro te lokken. Het helpt, want al voor aanvang van het optreden is het lekker druk in de tent om de hoek bij de Koninklijke Schouwburg. Waar de band tijdens de cd-presentatie een wat moeizame start had, klopt vandaag alles vanaf het eerste moment. De set opent met het ‘oudje’ ‘Loose’, gevolgd door de nummers van debuutalbum ‘Wise & Ugly’. Vooral het mooie ‘Do you see’ maakt indruk, niet in de laatste plaats door de toevoeging van saxofonist Tomas Delfgaauw. Een prachtig nummer dat laat zien dat Pitch Blond tegelijk ruig en breekbaar kan zijn. De leden van Pitch Blond beschouwen Patrick Watson als een van hun grote voorbeelden. Dat je dan op hetzelfde festival staat, is dan natuurlijk al heel erg gaaf. Maar Pitch Blond doet er nog een schepje bovenop. Ze nodigden de bandleden van Watson’ band The Wooden Arms uit om een nummer mee te doen, en dat wilden ze wel. Drummer Robbie Kuster en gitarist Simon Angell komen het podium op om het nummer ‘Built for you’ mee te spelen. Gerepeteerd is er niet, maar deze geroutineerde muzikanten draaien daar hun hand niet voor om. Het nummer resulteert uiteindelijk in een soort jam waarin Angell helemaal los gaat op zijn gitaar. Samen met Arts the Beatdoctor komt de set hiermee tot een absoluut hoogtepunt met de leden van Pitch Blond achterlatend met een glimlach van oor tot oor. Deze dag zullen ze niet snel vergeten. (RH)
Newton Faulkner mag vandaag openen in de Royal, de grote zaal van de Koninklijke Schouwburg. Op het podium zit een blanke roodharige rasta op een stoel met een akoestische gitaar op schoot. Hij speelt akoestische folkliedjes met een alternatieve twist. Voor hem op het podium ligt een indrukwekkende hoeveelheid pedalen en elektronica met elkaar verbonden door een ware spaghetti aan snoeren. Achter de pedalen zitten allerlei instrumenten en beats verstopt. Zo heeft hij een melodica in geprogrammeerd en zijn eigen stempartij opgenomen. Door op verschillende pedalen te trappen worden de verschillende partijen in gestart en geprojecteerd op het scherm boven hem. Dit legt hij dan ook na het nummer heel grappig uit aan het publiek. “De melodica is zeer belangrijk in dit nummer, die moest erin”, legt de Brit uit. “En dat heb ik op deze manier gedaan, want je denkt toch niet dat ik iemand ga betalen om twntig seconden melodica te spelen.” Hij speelt ook nog mee met een cassettebandje met strijkers en gebruikt zijn gitaar als percussie instrument door er met zijn hand op te slaan. Naast knap gitaarspel weet hij ook nog een flinke dosis Britse humor in het optreden te mengen. Zeer vermakelijk, inventief en origineel. (RK)
In het kleine zaaltje die de naam Queens heeft meegekregen speelt de Haagse elektronica artieste Christelle Gualdi. Ze speelt op keyboard en weet door middel van haar spel en het gebruik van samples hele vage spacy soundscapes te creëren. Het is op een bepaalde vreemde manier rustgevend en met behulp van wat stimulerende middelen zou je heel gemakkelijk in een trance kunnen raken. Er zijn nog geen twintig bezoekers die ook nog eens meer oog voor het programma boekje hebben dan voor Christelle. Op zich niet verwonderlijk gezien de rest van het programma, waarbij Christelle Gualdi een wat vreemde eend in de bijt is. Hopelijk trekt ze binnenkort meer publiek tijdens State-X New Forms waar ze wel perfect past in het programma. (RK)
Bij het verlaten van het zaaltje blijkt dat John Dear Mowing Club heeft gespeeld in het naastgelegen Union. Door het wegvallen van Anni Rossi mochten zij invallen. Jammer dat dit door de organisatie niet is gecommuniceerd, in tegenstelling tot andere programmawijzigingen.
Naast optredens op de officiële podia is er nog veel meer te beleven in de Koninklijke Schouwburg. Zo is er vlakbij de podia Union en Queens een hoekje ingericht door ‘De Optimist’. Dit is een digitaal cultureel magazine en vormt een podium voor jonge schrijvers, kunstenaars, journalisten en muzikanten. Het hoekje is ingericht met foto's van kunstwerken van vijf beeldende kunstenaars en er worden ook literaire voordrachten gehouden. Maar nu speelt Halfway Station, bestaande uit Elma Plaisier en Rikke Korswagen. Rikke werd dit jaar nog tweede tijdens de Grote Prijs van Zuid-Holland. Samen spelen zij, gehuld in rode pakjes, oude folk en blues op diverse instrumenten zoals akoestische gitaar, banjo en een tot mini drumstel verheven gepimpte tamboerijn. Door een stok aan een teiltje te bevestigen en daar een draad tussen te spannen hebben ze ook zelf een staande bas geïmproviseerd. Heerlijk puur, ongedwongen en nog best goed ook. Grappig is de Mano Negra cover die zij hebben omgetoverd tot ‘King of the banjo’. (RK)
Als je het niet erg vindt om een arm te verliezen omdat je balancerend op één been ergens tegen een pilaar geklemd staat om Patrick Watson & The Wooden Arms te kunnen zien, snap je waarom je deze Canadezen niet mag missen. Wat een briljante show! Ondersteund door drie violistes en een celliste, liefkozend Momsies on the Run genoemd door Watson, krijgen de arrangementen een nog voller geluid in de grote zaal van de Schouwburg. De faciliteiten worden optimaal benut: bij de drumsolo van ‘Beijing’ waan je je door de flitsende lichtshow net in een bliksemschichtenstorm, en bij de rustiek van ‘Big bird in a small cage’, is alleen Watson zelf wazig uitgelicht. Het levert sprookjesachtig pianogepingel met een mijmerende, meanderende stem erbij op, zoals bij ‘The great escape’. Opeens vraagt Watson of het licht in de zaal aan kan. Met de tenen net over de rand van het podium gekruld vraagt hij zonder microfoonversterking of we hem kunnen verstaan. Natuurlijk, daar is het theater op gebouwd, zelfs tot helemaal bovenin. Wat volgt is een prachtige akoestische uitvoering van ‘Man like you’, waarbij enkel gitarist Simon Angell aan zijn gitaar plukt en Watson met de handen om de mond de hemelen toezingt. Zo’n grote zaal en zulke intimiteit, dat zie je niet vaak. (JL)
Vlak voor aanvang van het optreden van Steve Earle is de Buchanan volledig gevuld en mag er niemand meer in. Steve Earl is voor velen een grootheid en trekt dus veel publiek. Deze Amerikaanse singer-songwriter is vooral bekend van zijn countrymuziek, maar is ook schrijver en zeker daardoor uitermate geschikt voor Crossing Border. Vanavond speelt de bebaarde man solo en begeleidt zichzelf daarbij op akoestische gitaar. Het publiek krijgt zeer sterke country songs voorgeschoteld, met af en toe een droge dosis humor erbij. Zo vertelt hij, zichzelf begeleidend op akoestische gitaar, over hoe hij Townes van Zand ontmoette en dat dat toch wel echt de allerbeste singer-songwriter ter wereld is. (RK)
WOOT mag, als laatste van de in totaal vier Haagse acts die er vandaag op Crossing Border staan, om 22.45 uur spelen in de Cuatro. Het is een hectische tijd voor de drie jonge kerels van WOOT. Enkele dagen geleden werd bekend dat ze naar het prestigieuze SXSW-festival in Amerika mogen en als gevolg daarvan speelden ze afgelopen woensdag in ’t Paard van Troje. Vanavond spelen ze in een meteen al goed gevulde Cuatro tent. Het drumstel is opvallend in het midden vooraan op het podium gesitueerd. En de man die erachter zit, Thijs van Teijlingen, fungeert als frontman en maakt het meeste contact met het publiek. Met een grappig bolhoedje is hij ook de meest hippe van het trio. Hij springt af en toe de zaal in om persoonlijk een publieksreactie te halen, zo lijkt het. Naast hem staan zanger/gitarist Tobias Wolring en bassist Sebastiaan Simoen die beiden nog wel wat aan hun podiumpresentatie mogen doen. Maar spelen kunnen ze! De drie jonge mannen spelen zeer volwassen indierock liedjes met vaak een geheel eigen twist. De Cuatro wordt steeds voller en dat is volkomen terecht, het is geen wonder dat het deze band zo voor de wind gaat. (RK)
De Belgen van Sukilove staan niet erg gelukkig geprogrammeerd in het bovenzaaltje van de Koninklijke Schouwburg, de Paradise. Ze mogen het gat dat valt tussen Patrick Watson and the Wooden Arms/Steve Earl en Monsters of Folk/The Decemberists vullen, en dat lukt niet zo goed als je publiek van de gelegenheid gebruik maakt om nog eens een hapje, drankje of zitplaats te bemachtigen voordat eerder genoemde grootheden zullen spelen. Slechts een handjevol mensen vindt ze de moeite waard, en dat is jammer. Bij vlagen maken ze een prima indruk met hun lichtelijk drukkende ambient rocksound bij ‘Choose yr gods’, maar hier en daar mag er nog wel wat aan gebeuren. Zo is de zanger op de MySpace beter te verstaan dan in dit bijna lege zaaltje, iets dat dan toch opvalt. Wat ook irriteert, zeker als het zo leeg is, is de afleiding die iemand bezorgt door continu van publiek naar backstage te manoeuvreren. Of je blijft staan, of je komt niet terug. De band zelf kijkt tussen de stoïcijnse blikken door soms wat onzeker. Het is wel bewonderenswaardig dat ze ondanks het minieme bezoekersaantal alles geven, vooral in het laatste nummer. Met een betere plek in de programmering zou dit een prima optreden geweest zijn. (JL)
In de grote zaal van het NTG, getiteld Buchanan, sluit de Amerikaanse band The Decemberists, afkomstig uit hetzelfde Portlandkamp als Death Cab For Cutie, de zaterdagavond af met stemmige folkrock. Ditmaal bijgestaan door twee gastzangeressen, van wie Shara Worden (My Brightest Diamond) gekleed gaat als zwarte feeks en Becky Stark (Lavender Diamond) als zoet elfvrouwtje in een wit gewaad, krijgt het optreden een zweverig en harmonieus tintje. De krakend heldere stemmen winnen het helaas niet altijd van de rest van de band, maar dat mag de pret niet drukken. Het bekende ‘Yankee bayonet’ krijgt op deze manier een wonderschone uitvoering. Bij ‘Crazy on you’ daarentegen, kruipen de dames uit hun schulp en trekken alle vocale registers open. Met de lachpartijen van de zangeressen na elke uithaal krijgt het wedstrijdje wie het hardst kan zingen een komisch en aandoenlijk tintje. Oude bekenden als ‘O Valencia’ en ‘Sixteen military wives’ - waarbij het publiek mag mee lalala-en - zijn uitstekend verweven met werk van laatste album ‘Hazards Of Love’. Waar The Decemberists op zichzelf al een prachtige show neerzetten, komt de toevoeging van wat extra vocaal krachtwerk de band zeer ten goede. Een fantastische show. (JL)
De Groningse formatie LPG heeft voor vanavond een wel heel bijzonder optreden in petto, namelijk een blinded show. Bij de ingang van de Cuatro krijg je een blinddoek in je handen gedrukt. In de tent wacht het publiek geduldig af wat er gaat komen. De band komt oplopen, gaat zitten en er klinkt een stem vanuit de speakers die uitlegt wat er moet gaan gebeuren. De stem is afkomstig van Erik de Jong, beter bekend als Spinvis, en laat ons weten dat we op de grond moeten gaan zitten, de blinddoek op te doen en ons mee te laten voeren op deze muzikale reis. Het geblinddoekt luisteren naar de muziek is zeker een toevoeging, want je belevenis van de muziek is hierdoor veel intenser. Nog leuker is het als de bandleden verspreid over de zaal gaan spelen. De muziek komt nu van alle kanten waardoor het lijkt of je bij de band op het podium zit. Ook zijn er verschillende mensen in het publiek die bij de show horen en bij een aantal nummers ineens mee beginnen te klappen, zingen of spelen. Wat wel erg jammer is, is dat die blinddoek na een paar nummers alweer afmoet en gedurende de set nog een aantal keer op en af. Een compleet optreden met blinddoek had helemaal niet erg geweest. (RH)
Zo’n vijf jaar geleden kwamen Conor Oberst en Mike Mogis van Bright Eyes, Jim James van My Morning Jacket en M. Ward samen en vormden de Monsters Of Folk. Omdat ze allemaal druk waren met hun eigen succesvolle bands en soloprojecten kwam pas dit jaar het debuutalbum ‘Monsters Of Folk’ uit. En dit weekend sluiten de heren hun reeks van acht Europese concerten af met twee shows op Crossing Border. Eerst vandaag in Den Haag gevolgd door het laatste optreden in Antwerpen. Een samenwerkingsverband als deze schept toren hoge verwachtingen en kan eigenlijk alleen maar tegenvallen. Exact om 23.00 uur stormen de mannen het podium van The Royal op om in volle vaart ‘Say please’ in te zetten. Ze hebben er duidelijk zin in en genieten zelf ook volop van het spelen met elkaar.
Na een handjevol nummers wordt drummer Will Johnson (bekend van de folkrockbands Centro-matic en South San Gabriel) geïntroduceerd door Jim James. De rest verdwijnt en Will kruipt achter zijn drumkit vandaan om op akoestische gitaar samen met Jim drie nummers te spelen. Er wordt gas terug genomen en de setting is meteen een stuk kleiner. En zo gaat het ook gedurende de rest van het optreden, tempowisselingen van stevig rockend tot ingetogen en weer terug. Ook zien we de bandleden steeds weer met een ander instrument. Will Johnson zit wel voornamelijk achter zijn drumkit en Mike Mogis speelt voornamelijk slide guitar maar mag later ook even helemaal los gaan op elektrische gitaar. De overige drie spelen van alles, van akoestische gitaar, mandoline, toetsen, bas tot elektrische gitaar. De samenstelling van de band wisselt ook steeds, van volledige bezetting, veel in duo’s tot solo performances van Jim James en later M. Ward. Ward geeft solo op akoestische gitaar een indrukwekkende gitaarles weg, onnavolgbaar. Absoluut één van de vele hoogtepunten van het concert. Een ander hoogtepunt is het ijzingwekkend mooie ‘The sandman, the brakerman and me’, misschien wel het beste nummer van de Monsters Of Folk. Na dit blokje waarin M. Ward centraal staat, keren alle bandleden terug op het podium en wordt er voluit gerockt. Met gierende gitaren en rondspringende bandleden dreigt het vijftal bijna uit de bocht te vliegen. Oberst gooit zijn microfoon standaard opzij en springt agressief op het drumstel.
Na twee uur spelen verdwijnt het geniale vijftal om al snel onder luid gejuich terug te keren voor een toegift. Het is een lust voor het oog en oor om dit vijftal aan het werk te zien en vooral te horen. Ze vullen het Monsters Of Folk repertoire aan met het beste uit ieders persoonlijke discografie en smeden dit samen tot een zeer gevarieerde en onderhoudende set. Een tweeënhalf uur durend folk-spektakel die de hoge verwachtingen absoluut waar maakt. (RK)
Het Crossing Border publiek is een zeer serieus publiek. Verwacht geen heftige pit of een dansende massa, maar wel volle aandacht voor de uitvoerende artiesten. Het is bij bijna alle optredens opvallend stil, er wordt niet doorheen gepraat en dat is zeer uniek. Doordat je niet wordt afgeleid door geroezemoes is de muzikale beleving veel intenser. Veel respect voor de bands, zoals het eigenlijk ook gewoon hoort natuurlijk. De organisatie terugkijken op een uiterst geslaagde editie van Crossing Border.