Paris Appelle moet je ruim zien

Frankrijk als uitgangspunt voor muzikale wereldreis

Frank Veldkamp | Foto’s: Ramond Jaggessar ,

Op 13 november vond voor de tweede keer het Paris Appelle festival plaats in Le Cheval de Troie. Het festival volgt min of meer het concept van het al jaren zeer succesvolle London Calling, waar aanstormende talenten uit de Britse muziekscene zich presenteren en Berlin Ruft An, waar Duitse acts aan de beurt komen.

Frankrijk als uitgangspunt voor muzikale wereldreis

Op 13 november vond voor de tweede keer het Paris Appelle festival plaats in Le Cheval de Troie. Het festival volgt min of meer het concept van het al jaren zeer succesvolle London Calling, waar aanstormende talenten uit de Britse muziekscene zich presenteren en Berlin Ruft An, waar Duitse acts aan de beurt komen. Voor dat laatste festival duurde het tot de derde editie voordat de grosse und kleine Halle van het Paard goed gevuld waren, dus wellicht is het voor Paris Appelle volgend jaar ook scheepsrecht. Het publiek komt nog niet in grote getale op het Franse thema festival af, maar de ludieke actie waarbij iedereen met aan Frans-achtige naam gratis naar binnen mocht zal zeker bijdragen aan een grotere bekendheid. En aan de hoeveelheid Franstaligen in de zaal.

Aan de line-up ligt het in ieder geval niet niet: Paris Appelle biedt voor iedereen die zich wil laten verrassen voldoende aanbod om een leuke avond te hebben. Dat er soms wat gesmokkeld wordt met het concept en er qua aankleding, op wat baniers en chandeliers in de kleine zaal na, weinig gedaan is om een Frans sfeertje te creëren wordt goed gemaakt door het afwisselende programma. Electro trio Minitel Rose heeft op het laatste moment wegens 'farce majeur' verstek moeten laten gaan.

Nosfell valt de eer te beurt om in de grand salon het festival te openen. Frontman Labyala Nosfell is een imposante verschijning en een bijzondere muzikant en performer. Als human beatboxer maakt hij ter plekke beats en voiceloops, waar vervolgens gitaar- en cellopartijen overheen gespeeld worden. Eenmaal op dreef blijken de tenen van Labyala even flexibel als zijn stem - op één been gitaarspelend voert hij met de tenen van zijn linkervoet een kronkelend mini-ballet op. Wanneer hij de hoogte van zijn stem opvoert klinkt hij als een langharig Japans horrormeisje wat uit een tv komt kruipen. Het gegil klinkt beangstigend, maar wanneer hij dit te lang blijft doen begint het te irriteren. Muzikaal is Nosfell moeilijk te plaatsen en dat er een link met Frankrijk is valt waarschijnlijk alleen uit het paspoort van Nosfell op te maken.

Marianne Dissard geeft in de petit salon het eerste concert van haar Europese tournee. De zangeres woont in Tuscon, Arizona en komt uit de stal van Calexico. Joey Burns produceerde haar in 2008 uitgekomen debuut album en veel van het materiaal wat ze vanavond speelt is terug te vinden op deze plaat. Haar warme stem en Franstalige teksten gaan mooi samen met de op americana leest geschoeide begeleiding. De vrolijke niets-aan-de-hand liedjes worden enthousiast ontvangen, maar tijdens de meer ingetogen nummers heeft ze moeite de aandacht van het publiek vast te houden en wordt ze al snel overstemd door geroezemoes in de zaal. Iets meer pit in zang en performance zou het optreden goed doen, het af en toe kirren in een megafoon is een begin. Eén van de hoogtepunten is haar vertolking van 'Woman who's a woman', een cover van Naïm Amor, niet geheel toevallig haar echtgenoot.

In de grote zaal is ondertussen La Caravane Passe begonnen met een multiculti mix van Balkan beats, klezmer, polka en Oost-Europese zigeunermuziek. De band is vooral bekend van het bizarre zomerhitje 'Salade, tomate, oignon' en slaagt er al snel in de voorste helft van de zaal in feeststemming te brengen. De bonte mix van stijlen is erg aanstekelijk en de show zit goed in elkaar. Dick Dale's 'Misirilou' komt nog even voorbij en de blazers geven de nummers extra dynamiek mee. De drummer, gehuld in bloemetjesjurk en Flintstones bontvelletje, krijgt tegen het einde een hoofdrol in de meezinger 'Ailelele' waarvan de tekst als meezinghulp op de LED lichtkrant-gesp van de zanger voorbij scrollt. Wederom niet echt een typisch Frans geluid, maar wel een hoogtepunt van Paris Appelle.

Snel terug naar de kleine zaal waar Berry het podium inmiddels betreden heeft. De Française is een chansoniere avant la lettre - begeleid door twee (en bij één nummer drie) heren op akoestische gitaar brengt ze intieme liedjes waarmee ze zelfs de meest verstokte oeverloze doorpraters in de zaal stil weet te krijgen. Bij één nummer lijkt ze zich helemaal in zichzelf terug te trekken, zittend op een kruk, ineengedoken en zonder een blik met de zaal te wisselen. Aan het eind pinkt ze een traan weg en na een momentje van bezinning zet ze het optreden voort. Intiem en intens.

Sergent Garcia draait al vele jaren mee. De band rond voorman Bruno Garcia weet op cd altijd maar matig te boeien, maar live werkt de relaxte mix van Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse en Caribische stijlen lekker ontspannend na de zware kost van Berry. Merengues en cumbia's worden afgewisseld met vleugjes reggae en jazz en in de zaal ontstaat een broeierig sfeertje. Dat het geluid perfect klinkt helpt ook zeker mee. Hier en daar komen bij bezoekers herinneringen aan lang vergeten salsalessen boven en wordt er in stijl gedanst. De Cubaanse outfit van de sergeant helpt niet mee om een Frans gevoel te krijgen, maar ondertussen maakt dat op deze avond zonder grenzen al niets meer uit.

Andre Duracell wordt in de kleine zaal door presentator Henk Koolen, het brein achter Paris Appelle, aangekondigd als eenmansband waarbij ook weer een beetje gesmokkeld is met het concept van de avond. Op het randje van het podium staat een drumstel, met een mengpaneel en laptop binnen handbereik. Andre neemt plaats en roffelt wat snelle beats de zaal in. Het blijkt de soundcheck te zijn. Na zich schuchter voorgesteld te hebben gaat de drummer-met-laptop helemaal los in een krankzinnige mix van snelle vervormde beats, videogame effecten en samples. Het resultaat klinkt als een opgevoerde jaren tachtig soundtrack en Andre bezig zien in stroboscooplicht is een waar spektakel. Tussen de nummers door staat hij op, loopt compleet uitgeput een rondje over het podium om weer op ademt te komen en zet dan de volgende uitputtingsslag in. Maar zelfs een onnavolgbare cover van 'Prelude in c minor' van Johan Sebastian Bach kan niet verhullen dat de act van Andre Duracell uiteindelijk niet méér wordt dan een drummer-met-een-laptop act.

Het hiphop collectief Chinese Man en de electroclash van Three Cheers for Dirty sluiten diep in de nacht Paris Appelle nog af.