Crossing Border ligt dwars op de vrijdag

Sereniteit eindigt in springen en dansen

Fiona Fortuin ,

Hoewel van rock 'n roll zeker geen sprake is, staat op Crossing Border muziek meer dan op een ander festival in de schijnwerpers, namelijk veel meer op een beschouwende manier. Dat is voor zowel het publiek als de bands af en toe wel even wennen. Cymbals Eat Guitars wordt aangegaapt, Yo La Tengo noemt zijn publiek eggheads, maar voor andere bands pakt het perfect uit.

Sereniteit eindigt in springen en dansen

Normaal praat hij wel iets meer, zegt Yo La Tengo zanger/gitarist Ira Kaplan na het tweede nummer. "Maar vanavond is het beter als ik mijn mond hou in front of all you eggheads."

Yo La Tengo uit New Jersey opende de vrijdag van het Haagse Crossing Border in de grote zaal van de schouwburg. De band hakt er meteen in met stevige, repetetieve noise nummers. Het publiek slaat het gade vanuit hun stoelen. Later worden deze nummers wel afgewisseld met akoestische songs, maar Yo La Tengo zet er duidelijk de vaart in. Elk nummer gaat direct over in het volgende, aan het einde luidt er een 'thank you' en weg zijn ze.

Die anti-intellectuele houding van Yo La Tengo, je kunt het ze niet kwalijk nemen. Ze staan in een geijkte, klassieke schouwburgzaal; halfrond met bordeaux gestoffeerde stoelen en daarboven een sierlijk, goudgetint balkon. Al deed de band enkele maanden terug nog een seated concert in het Amsterdamse Bimhuis, voor vanavond was deze sjieke zaal voor hen misschien niet de meest geschikte.

Niet alleen Yo La Tengo, maar bij meer mensen bestaat een beeld van Crossing Border als het festival waar de wat oudere intellectueel in zijn fauteuil aandachtig luistert naar een declamerende schrijver op het podium, om vervolgens vermaakt te worden met een degelijke compositie. Hoewel van rock 'n roll inderdaad geen sprake is, staat op Crossing Border de muziek meer dan op een ander festival in de aandacht, namelijk op een beschouwende manier. En dat is voor zowel het publiek als de bands af en toe wel even wennen.

Zo staan er niet alleen stoelen in de grote schouwburgzaal, maar ook in de meeste andere zalen van de schouwburg. En ook in de festivaltent nemen de stoeltjes en tafels de meeste ruimte in beslag. Aan het einde van de avond speelt daar Cymbals Eat Guitars. De band heeft een directe aanpak en schuwt daarbij onverwachte overgangen niet. De stem van de zanger schippert tussen die van Modest Mouse's Isaak Brock en Coparck's Odilo Girod. Hij schreeuwt, maar kan binnen hetzelfde nummer ook dromerig klinken. Vooral hij bezit een enorme gedrevenheid in zijn stem en gitaarspel. Een uitzicht op mensen rustig gestationeerd op hun uitklapstoeltjes met bloemetjes op de tafels moet vreemd voor ze zijn geweest. Je ziet ze denken, wat Yeasayer in 2007 op diezelfde plek hardop uitsprak: wij staan toch ook, waarom jullie niet?

Ondanks Yo La Tengo en Cymbals Eat Guitars hierdoor niet helemaal op hun plek vallen, gedijen de meeste andere bands op Crossing Border heel goed. Het is de juiste plek voor de grote naam van dit moment Grizzly Bear, waar ze veel beter tot hun recht komen dan op Lowlands. Maar ook voor debuterende bands als The Bony King of Nowhere is Crossing Border ideaal. Terwijl Yo La Tengo speelt, staat de kleinere Union helemaal vol voor de nieuwe Belgische groep rondom de nog jonge Bram Vanparys. The Bony King of Nowhere is een timide quintet dat liedjes speelt in de sfeer van J. Tillman. Harmonieuze, donkergetinte folkliedjes waar je stil van wordt. En dat blijft het dan ook tot het einde aan toe.

Maar ook wie denkt dat Crossing Border alleen een goede plek is voor de rustige singer-songwriter muziek, heeft het mis. Vooral deze vrijdagavond staan er aardig wat bands op het programma die graag dwars liggen. Vanavond kon je St. Vincent zien optreden zonder de rumoer waar het optreden onlangs in de Melkweg door gestoord werd. St. Vincent is een vrouw die door haar poezelige uiterlijk vast met veel weg kwam in de klas, iemand die op een speelse manier graag dwars lag. Zo klinkt ze in elk geval door in haar muziek. In strak, zwart jurkje, speelt ze met haar gitaar in tegen de tegendraadse ritmes die ze uit haar sampler haalt. IJskoud wit licht schijnt alleen op haar gezicht.

Schijn bedriegt gaat ook op voor Madensuyu. Dit duo uit Gent oogt op het eerste gezicht wat sullig. Beide zitten ze op een kruk, de gitarist is het type Diederik Samsom met een flinkere bos uitgedroogde krullen op zijn hoofd en de drummer is geheel in spijkerstof gekleed. Maar zodra ze beginnen te spelen dendert het duo je lichaam in. Het is geweldig om te zien hoe bezeten en energiek de twee te werk gaan. De gitarist tuit zijn lippen alsof de groove met cosmetische make-up op zijn gezicht getekend is. De drummer speelt partijen met een enorme drive, hij trekt een gepijnigd gezicht eer hij de zang van zijn compaan overneemt. Madensuyu is een te gekke live band. Gelukkig kwamen aardig wat van hun landgenoten kijken, anders was het akelig stil geweest in de grote zaal van het Nationaal Toneelgebouw, waar overigens in geen van de zalen stoelen aanwezig zijn.

Alleen Akron/Family weet vanavond het publiek uit zijn rust te wekken. De eerste twintig minuten brengt de band zijn bekende folky geluid, passend bij de bandana's versierd met schelpen en zweetbanden om de hoofden van de leden. Maar daarna domineren de rocksolo's, jamsessies en uiteindelijk weet Akron/Family het publiek zo mee te krijgen dat het springt en danst wanneer ze omschakelen naar Afrikaanse ritmes. Ondanks dat het festival ook zichzelf nogal eens dwars zit, door stoelen te plaatsen waar ze beter niet kunnen staan, maakt dat het op eerste oog serene Crossing Border een van de beste van Nederland. Benieuwd wat dag twee te bieden heeft.