Afgelopen zondag 12 juli werd in het park de Leidse Hout in Leiden de 28e editie van Werfpop gehouden. Het festival had ook dit jaar weer een mooie line-up voor elkaar gekregen met onder andere Infadels, Napalm Death, Antwerp Gipsy Ska Orkestra, Rigby, Voicst en The Death Letters. Naar schatting bezochten zo’n 25.000 bezoekers het festival, dat begon met flink wat regen, maar kon in de loop van de dag rekenen op een heerlijk zonnetje.
De regen teistert de bezoekers van Leidse Hout als het eerste optreden zich aandient. De Droomdenkers uit Leiden. Zij wonnen de voorronde en kregen ter beloning een plek in de line-up van Werfpop. Met hun vette beats en onvervalste Leidse R kregen zij het nog matig gevulde veld redelijk los. De donkere wolken zetten aan voor een verse regenbui, het publiek ondergaat. Onmiskenbaar is het talent van Germen en Tsjah, hun aanstekelijk enthousiasme haalt er alles uit wat erin zit, maar het ontbreekt de heren aan dat laatste stapje. Een euforisch gevoel blijft weg. Daar komt bij dat het optreden van de Droomdenkers tijdens de tussenpraatjes herinneringen oproept aan de roemruchte Rubberen Robbie, de Leienaar die landelijke bekendheid verwierf met ‘De Nederlandse sterren die stralen overal’. Leuk die Leidse woordenschat, daar niet van, maar het is toch niet de associatie die je wenst als crossover van hiphop, jazz en drum ’n bass. Bij het slotnummer draven als verrassing de Leidse Sleuteltjes op en zij zingen het laatste refrein vrolijk mee. Al met al prima vermaak, die Droomdenkers, maar met nog wat stappen in de goede richting komt de doorbraak vanzelf. (HM)
Balkan uit de Hollandse polder en dan ook nog eens Nederlandstalig. De regen klettert onophoudelijk op het veld. Als dat maar goed gaat. Verrassend is het optreden van Klavan Gadjé wel, maar het pakt inderdaad niet altijd goed uit. Overigens heeft dat niets te maken met de aanstekelijke performance van de band. De leden denderen over het podium en doen hun uiterste best het publiek aan te steken. Wat opvalt is de volgorde van de nummers. Niet, zoals te doen gebruikelijk, oplopend in kracht, maar meer willekeurig. Daarom is van een doordachte opbouw nauwelijks sprake en dat gaat ten koste van de reactie van het publiek. Plots staakt de regen en maakt plaats voor een voorzichtig zonnetje. Het is kwart over twee. Klavan Gadjé doet er een schepje bovenop en vanuit het niets gaat het publiek om een deinst mee. Het veld loopt voller en voller en de eerste peper van Werfpop is een feit. Het feest kan beginnen. De tap en de snacks lopen warm, evenals het publiek. Op het podium zwengelt de band de motor aan voor een geslaagd Werfpop. Nog even vallen er wat druppels, maar het publiek is om. De dampende Balkanbeats van Klavan Gadjé overwinnen de laatste regen en dat is een mooi compliment. (HM)
Als eerste reactie op het optreden van theFringe komt een kreet als ’13 in een dozijn’ bovendrijven. Traditionele hiphop met kolkende beats en rap. Niets mis mee, daar niet van, maar het prikkelt de zintuigen niet bovenmatig. Gaande het optreden verandert het beeld een beetje, maar het publiek blijft zuinig met respons. Hoe Proskript en Dan Stezo aandoenlijk de confrontatie zoeken wiebelen er niet meer dan voeten mee met het optreden. Totdat een Afrikaanse man spontaan een breakdance inzet en in zijn enthousiasme het publiek kortstondig bij de hand neemt. Helaas zijn de teksten van de rappers nauwelijks te verstaan en dat is jammer. Niet zelden zijn het juist de teksten die een meerwaarde geven aan deze muziekstijl. Die komt er als een sample van Michael Jackson’s ‘Thriller’ opklinkt. Gejuich en op Werfpop een minuscuul eerbetoon aan de master of the moonwalk. Maar het optreden zakt toch weer in. Oké, het moet gezegd, beats als die van theFringe pakken je bij de kladden. Of je wilt of niet. En daarmee voldoen ze aan één voorwaarde: zet je publiek in beweging. Dat lukt dus deels, maar te weinig om van een geslaagd optreden te spreken. (HM)
Het is het zoveelste festival voor Rigby, maar aan hun enthousiasme is dat echter niet te merken. Aan het begin van de show regent het nog zacht, en het publiek druppelt ook langzaam binnen. Niet ideaal om als band voor te spelen zou je denken. Toch wordt er door het aanwezige publiek weer goed gereageerd op de popsongs van de band. De liedjes van het debuutalbum ‘Everything Must Go’ passeren de revue. Ook de cover van Katy Perry ‘Hot N Cold’ heeft weer een plek op de setlist weten te bemachtigen. Hoogtepunt van de show vormt toch het lied waar de band mee doorbrak: ‘Parade’. Zanger Christon klimt meerdere malen op de speakers. “Mooi uitzicht van hier!”, aldus de zanger. Met de titelsong van het album komt de show tot zijn eind. Voor de regelmatige Rigby bezoeker zou wat afwisseling in de setlist een aangename verrassing zijn. (SK)
Na het optreden van Rigby staat het aparte samenwerkingsproject tussen rapper Dio en sixties beatband The Madd op het programma. Laatstgenoemde band is aanwezig, maar Dio heeft af moeten zeggen in verband met een keelontsteking. Het houdt The Madd niet tegen om er toch een feest van te maken, zowel op het podium als op het veld. De aanstekelijke liedjes doen het goed bij het publiek en er wordt dan ook lekker gedanst. Dat de zon is gaan schijnen, helpt zeker mee. Zanger Dave von Raven is z’n enthousiaste zelf. “Leuk dat Free Hugs bordje. Die hebben we straks wel nodig, we zijn nogal desperate.” Er worden veel liedjes van het nieuwe, nog te verschijnen album gespeeld. Primeur voor Werfpop dus! Het nieuwe werk klinkt net zo leuk als wat we van ze gewend zijn. (SK)
De twee jonge jochies van The Death Letters zijn geen praters. Ze knallen meteen hun herrie richting het publiek. Wie schuchtere pubers verwacht, heeft het mis. De drummer zit headbangend achter het drumstel en de zanger springt over het hele podium. Muzikaal zit het allemaal goed in elkaar, met een volwassen en ruige sound met toegankelijke melodieën. Toch kan de show geen vijftig minuten boeien. Dan gaat de sound toch vervelen en mis je een derde of zelfs vierde bandlid voor de extra afwisseling en spanning op het podium. Om nog maar niet te spreken over de waarde die een bassist of toetsenist toe zou kunnen voegen aan de volheid van de sound. Daarnaast is de zanger z’n ego nu al te groot voor het podium. Zo bespuugt hij onsmakelijk het publiek dat vooraan staat. Na een tegengeluid van het publiek reageert hij door nog een fluim hun richting in te spugen. Ook een van de fotografen krijgt met de zanger te maken als hij richting de camera van de desbetreffende fotograaf schopt. De fotograaf maakt er geen heisa van en kan er wel om lachen. Tip voor de zanger: Doe wat aan die attitude of kap maar meteen met die muzikale carrière . Ego’s worden door niemand gewaardeerd. (SK)
Ooit maakte Maikal X deel uit van het succesvolle Postmen. Deze formatie heeft er inmiddels de brui aan gegeven en sindsdien timmert Maikal X aan zijn eigen weg. En hij blijkt uitstekend op eigen benen te kunnen staan. Zo blijkt uit zijn drie kwartier durende optreden op Werfpop. De zomerse reggaeklanken vallen goed bij het fors toegenomen publiek en daarbij helpt de inmiddels volop schijnende zon. Maikal X brengt reggae met een boodschap en laat geen kans onbenut deze met nadruk te ventileren. Hij predikt de liefde en de revolutie, geheel in stijl van een illustere reggaevoorganger Bob Marley, van wie Maikal X trouwens ook een cover brengt. De toehoorders slurpen het optreden gulzig op. Een deinende massa mensen krijgt de zomer in het hoofd. Maikal X vormt de perfecte opmaat voor het volgende optreden, dat van de Antwerp Gipsy Ska Orkestra. Met de associatie van zon, zee en strand, opgewaardeerd via maatschappijkritische teksten, zet Maikal X een geloofwaardig en uiterst vermakelijk optreden neer. Hij eindigt de performance met een cover van Hall & Oates. Met dezelfde energie als in het begin strooit hij een reggaeversie van ‘Maneater’ uit over het publiek. Wat hem rest is een welgemeend applaus. (HM)
De zogenoemde uitvinders van grindcore op Werfpop! Hoe kan je Napalm Death beter beleven dan in een pit te gaan staan. Als de band uit Birmingham begint, staat de Leidse Hout te schudden op zijn grondvesten. Het gebulder van zanger Mark Greenway lijkt vol opgekropte woede te zitten dat er als de donder uitmoet. Met stevig gebalde vuist lijkt het net The Angry Kid, alhoewel bassist Shane Embury er qua uiterlijk meer op lijkt. De rauwe metal/punkmix fokt de moshpit goed op, evenals de muziek gaat het hard en razendsnel. Enkele jongeren en een oudere dame houden zich krampachtig vast aan de barrière, de dame kijkt ietwat angstig en schudt haar hoofd, ze kan niet geloven dat er zoveel mensen uit hun dak gaan. Niet alleen bier vliegt door de lucht. Rugzakken, schoenen, petten en stukken opblaasafval vliegen voorbij en ook wordt er veel gecrowdsurfd. Naast eigen repertoire gooit de band het antifascisme nummer ‘Nazi punks fuck off’ van The Dead Kennedys er nog tegenaan. Om een statement te maken gaat een aantal keren de middelvinger van Mark de lucht in. Na een hoop gejuich en gegrunt is het optreden ten einde. Terwijl er enkelen op zoek zijn naar hun schoeisel, maakt de rest zich op voor de volgende band. (PT)
Na het geweld van Napalm Death is het de beurt aan Voicst om het Leidse publiek te entertainen en dat ze dat kunnen laten ze vandaag weer eens zien. Misschien is Voicst momenteel wel dé festivalband van Nederland. Het wordt dan ook een enorm feest in de Leidse Hout. Crowdsurfen, rubberbootjes die over het publiek varen, niets is te gek! En dat de muziek dan ook nog eens tof is, is mooi meegenomen. (RV)
De afsluiter van Werfpop 2009 is de Britse band Infadels. Als slotact goed gekozen, want ze weten de feestvreugde vast te houden en het veld verandert in een dansende en hossende massa. Terugkijkend op Werfpop 2009 waren er in de programmering nogal wat overlappingen qua muziekstijlen, had het festival een engeltje op haar schouder wat betreft het weer en was het publiek massaal aanwezig. Het bleef nog lang onrustig in Leiden. (RV)