Op dinsdagochtend vertrok ik met een piano, een rugzak en een schoudertas naar Engeland. Ik reis het liefst met de trein naar Engeland, omdat dat handiger is dan het vliegtuig, met een piano, en minder belastend voor het milieu. Op internet had ik gezien dat er een sein- en/of wisselstoring was tussen Den Haag HS en Rotterdam, dus ik ging een uur eerder weg dan gepland en dat kwam precies goed uit, ik had een uur vertraging.
In de trein heb ik heel lekker uit het raam gekeken. Daar was ik aan toe. In de Eurostar zat ik naast een mevrouw uit Zeeland die in haar eentje vijf dagen naar Londen ging. Als het haar zou bevallen dan zou ze vaker gaan. Ik stapte in en over op de volgende stations: Den Haag HS, Rotterdam, Brussel Zuid, St. Pancras, Clapham Junction, East Croydon. Op Clapham Junction was geen lift, maar ik werd geholpen met het tillen van de piano door een man met een ketting van ongekookte pasta (penne). In Croydon (Home of Nestlé UK – de treinstations in Engeland worden tegenwoordig gesponsord door bedrijven) had ik twee uur over. Ik ben in een Starbucks gaan zitten omdat Croydon nogal dodgy is en ik het verder niet vertrouwde. De Starbucks in Croydon is een tamelijk troosteloze plek. Heel Croydon is trouwens een tamelijk troosteloze plek.
Ik speelde in de Green Dragon, waar een minuut voor aanvang van het optreden nog maar twee bezoekers waren, maar dat kwam helemaal goed tijdens de eerste act, waardoor ik voor een goed gevuld zaaltje speelde en na afloop een aantal cd’s verkocht. Ook moesten de mensen lachen om mijn nieuwe liedje over lichaamsbeharing. Toen ik van het podium afstapte, kwam ik erachter dat er een groot gat in mijn legging zat, op de knie. Na het optreden vertrok ik met de piano naar Surbiton (East-Croydon, Vauxhall, Surbiton), waar ik bij mijn vrienden Esther en Annmarie logeerde. Het was fijn om ze weer te zien, en ik viel pas laat in slaap op de bank in de woonkamer.
Woensdagochtend las ik het boek Strangeland van Tracey Emin en schreef ik een liedje op de ukelele, die ik toen voor het eerst bespeelde, waardoor ik nu een ukelele moet kopen. Woensdagmiddag werd ik gebeld door de organisatie van het optreden die avond in Guildford, met de mededeling dat het optreden niet doorging. Ik kon er weinig aan doen. Als vervanging heb ik meegerepeteerd met het bandje van Esther en Annmarie, op de ukelele. Ook kreeg ik een mailtje van The Albany, met de mededeling dat het optreden van zaterdagavond verzet werd naar zondag. Zondag zou ik echter weer naar huis gaan, dus dat was jammer.
Donderdag ben ik overdag naar het museum geweest. ‘s Avonds speelde ik in het Station Hotel (dat geen hotel is), bij de Icarus Club. De organisator van het optreden heette Andy en mijn vriendin Jessica Grace (waar ik die avond zou logeren) vond dat Andy erg lekker rook. Ikzelf rook dat niet zo. Hoewel de piano op een grote bruine tafel stond (ik had geen standaard bij me), was het weer een heel leuk optreden, en ik heb in de pauze een aantal cd’s verkocht en gesigneerd, en gelachen met de mensen. Na het optreden kwam Andy naar me toe om te zeggen dat ik de microfoonstandaard zo vast had aangedraaid dat er twee mannen voor nodig waren om hem los te draaien.
Vrijdag speelde ik in Cambridge, in The Boathouse, voor de vierde keer ondertussen. Ik ben dol op Cambridge. Voor het optreden deed ik een dutje in het park Jesus Green. Op de terugweg werd ik aangesproken door twee mannen, jongens eigenlijk, ik denk dat ze net twintig waren, in zestigerjaren pakken. Ik dacht dat ze me de weg wilden vragen, want iedereen vraagt me altijd overal de weg. De jongen die me aansprak, had korte bruine tanden. 'Excuse me,' zei hij, 'we are missionaries from the church of Jesus Christ.' Ik schoot in de lach, vanwege het hoge Oranges are not the only fruit gehalte, maar ook vanwege het gebrek aan mensenkennis - als ik missionaris zou zijn, dan zou iemand als ik de laatste zijn die ik zou proberen te bekeren, maar misschien zochten deze jongens een uitdaging. De jongen keek diep beledigd en draaide zich nog voor ik nog iets kon zeggen. Toen hij wegliep, zag ik dat er een scheurtje in zijn pak zat, onder zijn rechteroksel.
Het optreden was voornamelijk heel grappig, niet in de laatste plaats door twee dronken vrouwen op de voorste rij die de slappe lach kregen. In de pauze kwam de bassiste van de andere band naar me toe. 'Where are the Netherlands exactly?' vroeg ze. 'Is that near Amsterdam? Switzerland, kind of? Albania?' Ik tekende een kaart van Europa in de lucht en wees Nederland en Engeland aan. 'Oh, it's very close,' zei ze, 'I should come and visit you!'
Na afloop verkocht ik een paar cd’s en T-shirts en daarna ben ik met Jo (de organisator van het optreden) naar haar nieuwe pub gegaan. Onderweg hebben we kittens gevoerd in het huis van een vriend van haar. In de pub schoof ik aan bij vier zeer dronken Engelse vrouwen die elkaar lang niet gezien hadden. Vrouwen waar ik nu dus veel intieme details van weet, details die ik niet per se had willen weten. Ook had er een een oogje op me, maar ze was niet echt mijn type. Ik sliep bij Jo en Jim en hun vier katten in de logeerkamer. Russell maakte me zaterdagochtend vroeg wakker door van mijn benen op de vensterbank te springen, Frank gaf hard spinnend heel veel kopjes en Phoebe en Louie roken uitgebreid aan mijn sokken op de grond. Met Jim besprak ik tijdens het ontbijt de wereldproblematiek en eventuele oplossingen. Dat doen we een paar keer per jaar. Op de terugweg naar Londen las ik The first person and other stories uit, van Ali Smith, mijn nieuwe literaire verliefdheid, zeer aan te raden.
Zaterdagmiddag speelde ik in een huiskamer in Londen, met een heel aantal muzikanten die ik op vorige reizen tegen ben gekomen. Een hoofdrol werd gespeeld door een boksende handpop van Margaret Thatcher als non op de xylofoon. Het huisconcert ging door tot iedereen dronken was van blikjes cider en we als toegift vierstemmig ‘Save tonight’ met Tina Turner-pruiken op zongen.
Zondag stond ik vroeg op om terug te gaan naar Nederland. Op station Vauxhall zat ik met piano en tassen vast in de lift, maar ik vond het eigenlijk wel prettig. Het was er heel rustig. Na een paar minuten bewoog de lift weer, er hoefde geen brandweer aan te pas te komen. De rest van de reis verliep zonder problemen. Thuis heb ik een was gedaan en boodschappen, en daarna ben ik vroeg naar bed gegaan, want daar was het de hele week niet echt van gekomen.