Ook altijd al willen weten hoe het programma van het Paard van Troje nou tot stand komt? Of hoe je daar programmeur wordt? En hoe boek je nou zo’n bandje? 3VOOR12 Den Haag vroeg het allemaal, en nog veel meer, aan Majel Blonden, alweer twaalf jaar lang programmeur van het Paard van Troje.
Hoe wordt je programmeur van het Paard van Troje?
“Tijdens mijn studie in Nijmegen werkte ik bij Diogenes (nu helaas ter zielen) als vrijwilliger. Ik zat in het bestuur als activiteitencoördinator wat neerkwam op het boeken van bandjes. Na mijn studie wilde ik verder met de muziek. Inmiddels was ik ook vrijwilliger geworden bij Doornroosje (poppodium in Nijmegen red.). Na anderhalf jaar werkeloos te zijn geweest kreeg ik opeens een telefoontje vanuit Rotterdam; ‘ik heb jouw naam doorgekregen van Willem Venema en wij zoeken een programmeur voor Rotown’. Een week later was ik het.”
“Daarna ben ik een tijd programmeur bij Nighttown geweest. Toen er een functie vrijkwam bij het Paard heb ik meteen gesolliciteerd. Ik wilde deze baan per sé hebben, dat heb ik nog nooit zo sterk gevoeld. Het is een vergelijkbaar groot podium, ik wilde niet meer terug naar een kleiner podium. En het is gelukt, ik ben het geworden en inmiddels zijn we twaalf jaar verder.”
“Ik ben destijds aangenomen voor het nieuwe Paard. Maar het duurde nog wel even voordat die open ging en daarom lijkt twaalf jaar erg lang. Nadat het nieuwe Paard open ging was het eerste jaar erg moeilijk. Dat was mijn zware periode. Door allerlei omstandigheden kwam het erop neer dat ik alleen maar uitverkochte concerten mocht programmeren. Dat is natuurlijk onmogelijk en ook absoluut niet leuk. Maar het is uiteindelijk allemaal goed gekomen, al het harde werken en de ellende heeft wel ergens toe geleid. We zijn nu terug en beter dan we vroeger waren. Dat is echt een enorm fijn gevoel.”
Hoe komt het programma tot stand?
“Samen met mijn collega programmeur Henk Koolen zijn wij verantwoordelijk voor het gehele eigen programma van het Paard. Daarnaast is er nog een verhuur afdeling waar bijvoorbeeld heel veel dance-achtige dingen worden gedaan. In teamverband komt het programma tot stand. Dat team bestaat uit: de directeur, Henk en ik, Sanne (Hoofd horeca en verhuur) en publiciteit- en marketing medewerkers, die natuurlijk heel erg goed zicht hebben op wat er in Den Haag speelt. Daarmee bepalen we waar we ons op richten, wat we al hebben gehad en wat we het komende jaar absoluut moeten hebben. Maar ook: welk soort stromingen en welke doelgroepen missen we nog? Nog breder vragen we eigenlijk iedereen die hier werkt om ideeën. Ons oor is altijd open. De input voor het programma komt uit het hele team van het Paard.”
En hoe doe je dat nou, een bandje boeken?
“Dat gaat op veel verschillende manieren. Soms bel ik Mojo tig keer per week of Mojo mailt mij of ik een bepaalde band op een bepaalde datum wil hebben. Bij grote acts is het vaak echt een kwestie van geluk, soms heb je al iets op die dag staan. Bij kleinere acts stuur je daar natuurlijk op. Dan probeer je er echt uit te pikken wat je de moeite waard vindt. En dat is voor het Paard erg breed. Americana doet het erg goed en was in de tijd dat wij open gingen echt een nieuwe stroming. Daar gebeurde veel vernieuwende dingen in en het past heel erg goed bij de roots-cultuur in Den Haag. Den Haag is niet de meest hippe stad. Tivoli heeft bijvoorbeeld duizenden studenten en daarmee een veel groter publiek voor hippe bandjes. Het Paard doet het weer goed in andere dingen. Wij hadden een uitverkocht optreden van Hans Teeuwen op tweede kerstdag, dat kan ook weer niet elk groot podium zeggen. Natuurlijk willen wij ook dat hippe bandje maar Mojo kiest dan voor Utrecht omdat daar meer publiek op af komt. De keuze ligt vaak niet bij ons maar bij de boeker, het management of de buitenlandse agent.”
Zoek je zelf ook actief naar bandjes?
“Ik ben altijd op zoek naar bandjes. Op EuroSonic/Noorderslag heb ik wel weer een paar leuke bands gezien. Overigens wel wat minder dan vorig jaar, daar ben ik een beetje ontevreden over. Ik had wel veel afspraken met managements en buitenlandse agenten en dan schieten de bandjes er soms wat bij in. Maar de band Baskery vond ik erg leuk en Drive Like Maria vond ik echt een goeie sound hebben. Ik kijk dan vooral naar of ik er een publiek voor heb. Ik laat mijn persoonlijke mening voor het grootste deel buiten beschouwing. Verder heb ik ook veel bandjes gezien die ik al kende, zoals De Staat die wij al als voorprogramma bij Triggerfinger hadden en het erg verrassend en erg goed deden. En ik probeer ook alles voor te zijn. Bij elk muziekblad dat ik lees zijn er toch weer acht of tien cd’s die ik dan direct bestel.”
Is er veel concurrentie tussen de verschillende podia?
“Binnen Den Haag werken we over het algemeen allemaal met elkaar samen. Gezonde concurrentie is altijd goed dat houd je scherp maar vooral binnen de stad moet je samenwerken. Ik ben ook heel erg blij met de SuperMarkt. Op EuroSonic hoorde ik dat Drive Like Maria een dag later in de SuperMarkt stond. Ik was daar erg blij mee. Er is veel te weinig in Den Haag, hoe meer hoe beter, dat versterkt elkaar alleen maar. Het Paard werkt natuurlijk ook met ze samen in de PopHotSpot op de Grote Markt. Met samenwerking bereik je het meeste. Het is voor mij veel belangrijker dat een band in Den Haag staat dan dat die band per sé in het Paard staat. Soms is er best wel eens wrijving. Dan ben je bezig met een bandje dat dan al door Crossing Border is geboekt. Maar het staat wel in Den Haag en daar gaat het uiteindelijk om. En wie weet komen ze dan volgend jaar naar het Paard.”
“Binnen de regio hebben de programmeurs onderling contact over bijvoorbeeld de prijs van een bepaalde band, of hoe het contact ermee verliep. Dat gaat heel open, ik heb geen geheimen. De publiciteitsmensen van de verschillende podia hebben ook veel contact om activiteiten bij elkaar te promoten. De landelijke podia kennen elkaar inmiddels allemaal, de één wat beter dan de ander. De programmeurs bellen elkaar regelmatig op. Dat is geen enkel probleem. En ja, natuurlijk is er tussen de landelijke podia meer concurrentie, maar ‘sometimes you win sometimes you lose’.”
Wat is er zo leuk aan het programmeren bij het Paard van Troje?
“Bij bijna elk door mij geboekt concert ga ik even kijken. Ik kan erg gelukkig worden, als het publiek en ook de band het erg naar hun zin hebben, al is het dan mijn persoonlijke smaak soms niet. Dat is een gevoel waarvan ik kippenvel en soms tranen in mijn ogen krijg. Daar doe ik het allemaal voor. Door live muziek kunnen mensen zo geraakt worden. Ik bezoek zelf ook veel andere culturele dingen, maar niets kan mij zoveel energie geven dan muziek.”
Waar ben je trots op in je werk voor het Paard?
“Naast mijn werk bij het Paard werkte ik mee aan het Metropolis festival, maar met de festivals ben ik gestopt. Je werkt je een jaar lang een slag in de rondte en uiteindelijk is het toch vaak in één dag voorbij. Daar kreeg ik geen energie meer van. Ik merkte dat ik goed was in het maken van een hele goede jaarprogrammering, zo breed mogelijk. Naast het programmeren heb ik me ook ontwikkeld in de managementtaken bij het Paard. Het leidinggeven en het meehelpen de organisatie goed vorm te geven, daar ligt ook mijn kracht. Maar waar ik het meest trots op ben is toch het neerzetten van een goede jaarprogrammering. Los van dat je die ene grote band hebt weten te boeken, want dat hangt vaak van zoveel factoren af.”