De Amerikaanse rockchick Beth Hart is weer terug in Den Haag. Op maandagavond 30 november speelde ze in een uitverkochte grote zaal van 't Paard van Troje. Eerst mocht Elske DeWall het publiek opwarmen met haar semi-akoestisch gespeelde rustige popliedjes. Daarna ging het tempo omhoog en gaf Beth Hart met haar band een wervelende rockshow weg. Van hard en kwaad met stevige gitaren tot intiem op piano met altijd veel emotie en gevoel.
De Amerikaanse Beth Hart heeft al heel wat ellende achter de rug, dus aan inspiratie geen gebrek. Een vervelende jeugd, alcohol, drugs, rehab en haar 'struggle with life' vormden de inspiratie voor veel van haar rocksongs. Met het autobiografische 'L.A. song' brak ze in 1999 pas echt door en haar tweede album 'Screaming For My Supper' werd mede daardoor een groot succes. Helaas kon ze dit succes toen niet aan en zocht ze haar toevlucht in de alcohol en drugs. Met de release van het album ‘Leave The Light On’ kroop ze weer overeind. Twee jaar geleden speelde ze ook al in een uitverkocht Paard van Troje, toen ter promotie van haar album '37 Days'. Nu is ze terug, helaas nog zonder nieuw album maar wel met een avondvullende rockshow.
Maar eerst is het aan Elske DeWall om de volle zaal van 't Paard op te warmen. Elske komt uit Friesland en wist met haar eerste demo meteen een platendeal in de wacht te slepen bij Universal Music. Eind oktober bracht ze haar debuut single ‘Come see the end in me’ uit en begin 2010 volgt haar debuut album 'Balloon Over Paris', een album volle pure ambachtelijke popliedjes. Live wordt ze bijgestaan door Peter Krako op akoestische gitaar en Femke de Walle op mandoline. Het zijn stuk voor stuk kleine singer-songwriter liedjes die allemaal wel wat veel op elkaar lijken. Aardig optreden, maar echt indruk weet ze helaas niet te maken.
Openen met één van je grootste hits is verassend, Beth Hart doet dit met ‘Leave the light on’. We zien Beth meteen op haar best, achter de piano. Met dit daverende begin zit je direct volledig in het optreden. In rap tempo gaat het verder en wordt de sound ook steviger. Na de Aretha Franklin cover ‘Baby I love you’ lijkt de rock ’n roll machine op volle toeren te komen. “You know how much I love George W. Bush”, vertelt ze cynisch, “we had to write a song about this motherfucker and it’s called ‘Sick’”. Een duidelijk statement waarbij de gitaren kwaad en agressief door het Paard gieren.
Het rookverbod lijkt vanavond even niet te bestaan. Beth steekt er ééntje op en velen in het publiek volgen. Verspreid door de zaal zie je kleine lichtpuntjes en rookpluimpjes, een ouderwets gezicht. Dan lijkt het gedaan met de pret; een medewerker van ’t Paard worstelt zich door het publiek om elke roker persoonlijk tot stoppen te manen, onbegonnen werk blijkt al snel. Hij heeft zijn rug nog niet gekeerd of de sigaretten worden weer vrolijk aangestoken. Een erg grappig tafereel.
De Amerikaanse vertelt dat ze zich rot voelde vandaag, maar nu ze op het podium staat is dat helemaal anders. Deze Janis Joplin van de eenentwintigste eeuw weet met haar doorleefde wat hese stem enorm veel emotie en gevoel te leggen in de vaak autobiografische nummers. Ze heeft een enorm bereik en weet daarmee op momenten het volledige Paard stil te krijgen. De afwisseling tussen rustige ballads, meestal met Beth solo achter de piano, en stevige rocksongs is prima in ballans. Naast haar hits als ‘As good as it gets’ en natuurlijk ‘L.A. song’ komen er ook enkele nieuwe nummers voorbij, zoals het catchy ‘Everything must change’. Tijdens ‘Shit together’ springt ze het publiek in om van daaruit het nummer verder te zingen. Ze bewijst de gehele avond een waar podiumbeest te zijn.
Dan verdwijnt Beth al snel van het podium waarna de overige bandleden één voor één hun solo moment krijgen om daarna van het podium te verdwijnen. Als alleen drummer Todd Wolf nog over is komen Beth Hart en gitarist Jon Nichols even kijken naar zijn indrukwekkende solo. Iedereen haakt even later weer in en in volle vaart komt het nummer tot een einde. Uiteraard wordt er nog een toegift gegeven en met het democratisch gekozen nummer ‘Soul shine’ komt er na ruim anderhalf uur een einde aan een onderhoudende avondvullende rockshow. Vernieuwend was het niet, maar wel erg goed en degelijk.