Ook ’s avonds bleef het weer onverminderd lekker. Het publiek was massaal naar het Wateringse Hofpark gekomen en dat was vooral te merken aan de ellenlange rijen bij de bonnenverkoop. Ook stonden er nog wat leuke acts op het programma, met Julian Sas als publiekslieveling, maar toch viel het avondprogramma wat tegen in vergelijking met dat van de middag.
Storybox is aardig aan de weg aan het timmeren. Zo is hun cd is geproduceerd door Roger Bechirian die ook heeft samengewerkt met Nick Lowe, Elvis Costello en Tom McRae. De band noemt zich sferisch en meeslepend. Dit is een prima omschrijving, maar het jammerlijke is dat het op sommige festivals niet geheel overkomt. Storybox, met haar rustige opbouwende liedjes, biedt de Waterpop-bezoeker de gelegenheid om rustig een hapje te eten en een drankje te nuttigen met wat rustige en soms iets té rustige meewarige liedjes op de achtergrond. Met tracks als ‘Anywhere’, ‘Subtle sounds’ en ‘The Andersons’ - allemaal van de cd ‘You Can Be Replaced’ - levert dit gezelschap prima luisterliedjes af. Geen band die je op prime time op een festival moet boeken, maar heerlijk om met een opgaande zon in alle rust te beleven. (JT)
Om 18.30 uur is het tijd voor GMB, aka Gerry Mendes. Samen met zijn begeleidende band brengt hij hiphop met melodieuze refreinen en begrijpelijke teksten. Misschien is het tijdstip de reden - thuis even hapje eten - maar het veld is niet erg vol. Ook het jongere publiek dat je zou verwachten, is in geen velden of wegen te bekennen. De toeschouwers zijn de oudere jongeren die al flink wat biertjes achter hun kiezen hebben. Jammer, want de band is goed en de Rotterdamse Kaapverdiaanse frontman zet een geweldige energieke show neer. Hij beweegt als elastiek. Zijn aanmoedigingen ten spijt, hij krijgt geen respons. Naarmate het optreden verloopt, komt daar gestaag verandering in. Samen met collega Adison brengt hij een ode aan alle vrouwen met het nummer ‘How I feel’. Leuk is het dansje dat hij samen met zijn gehele band doet bij afsluiter ‘Mr. Entity’. Na afloop gooit hij nog twee cd’s het publiek in. Misschien geen hoogtepunt voor de Waterpoppers, maar een slechte performance was het zeker niet. (AE)
Na de hiphop van GMB, gaat het verder met iets compleet anders. De uit Bergen op Zoom afkomstige stonerrockers van Gomer Pyle maken hun opwachting. De eerste indruk van de band is uitermate positief. Een muur van geluid komt op je af als je richting het podium loopt. De vier bandleden zijn zeer kundig op hun instrumenten en maken indruk met de stevige riffs en lang uitgesponnen instrumentale stukken. Echter, na een paar nummers slaat de verveling toe. De set van Gomer Pyle bevat te weinig structuur om voor langere tijd te boeien. Daarnaast ontbreekt er vaak ook een duidelijke songstructuur waardoor je soms het idee krijgt dat je naar een jammende band in de oefenruimte zit te luisteren. Gezongen wordt er maar weinig. Zonde, want zanger/gitarist Mark Brouwer heeft een prima stem en daar mag best meer gebruik van worden gemaakt. De muzikale kwaliteit zit er bij Gomer Pyle zeker in, maar met goede songs en setopbouw kan er nog veel meer uit worden gehaald. (RH)
Het podium staat overvol als De Kift ten tonele verschijnt. De pakken die 8-koppige band aan heeft lijken gemaakt van oude gordijnen, nooit gewassen, en de jasjes hebben ze binnenste buiten aan. Deze zeer overjarige teenagers zijn al twintig jaar bij elkaar. Ooit begonnen als punkbandje, maar nu maken ze vooral hoempapa-muziek. Het kan het best omschreven worden als fanfarerock. Het gehele optreden doet zeer theatraal aan. Er worden gedichten voorgedragen, al pratend gezongen en de muzikanten bespelen tijdens nummers soms wel afwisselend drie instrumenten. De instrumenten doen je denken aan een foute optocht door een dorp; trombone, trompet, tuba, banjo van alles komt voorbij. Met het nummer ‘Vrienden’ eindigen de mannen het carnavaleske optreden. Maar het bloed lijkt niet echt sneller te gaan stromen bij de Waterpop-bezoekers. (AE)
“Eindelijk!”, roepen een aantal mensen vol emotie in het publiek. Vooral de oudere bezoekers zijn helemaal klaar voor het optreden van Julian Sas. Deze charismatische man is een Nederlandse bluesrock-gitarist en wordt begeleid door zijn Julian Sas Band die bestaat uit Tenny Tahamata (bas) en Rob Heijne (drums). Het schemert al een beetje, het bier vloeit rijkelijk en het duurt slecht enkele seconden voordat de enorme man, met zijn geweldige slide-gitaartechniek het volle veld op zijn hand heeft. Dit niet alleen omdat de gitarist een geweldig gitaarvirtuoos is, maar hij kent de trucjes om het publiek en de camera’s te bespelen als zijn broekzak. Na een geweldig optreden van dik een uur, galmt er een oorverdovend “we want more!!” over het terrein, wat we niet gehoord hebben bij de voorgaande optredens. Onder luid applaus zet de heer Sas zijn laatste nummer in. Dit optreden had de laatste act van het festival moeten zijn om het geweldig af te sluiten, niet te min door de respons van het publiek. (AE)
We besluiten deze jaargang van Waterpop met het Franse DAT Politics, een drietal uit het noorden van Frankrijk wat dance en punk denkt te versmeden tot iets wat een enorm feest moet worden. Helaas is dit niet meer dan een slap aftreksel van een Vive la Fête. De beats zijn voor het grootste deel van het optreden best oké, waardoor er zeker wel gedanst wordt in het park, maar de echte overgave ontbreekt. Nummers als ‘Bad dream machine’ en ‘Madkit’ zijn bij vlagen leuk. Het is allemaal heel goed dansbaar, maar het continue herhalende chipmunk-achtige gezang van de frontvrouw is behoorlijk irritant. Jammer dat DAT Politics geen faam kan maken als volwaardige afsluiter. Zo verlaat je Waterpop toch met een lichte teleurstelling. (JT)