Struikelend viel ik van de week over de pseudopoëzie van Marco Borsato en dacht ineens met weemoed terug aan Lichter Laaie uit Den Haag. Deze band boekte tussen 1996 en 2003 marginale successen met verfijnde melodieën en geloofwaardige, Nederlandstalige teksten. Levensliederen, in de meest zuivere betekenis van het woord. Recht uit het hart.
In 1998 interviewde ik Rowin Schumm, zanger en songwriter van Lichter Laaie, thuis, driehoog achter in Den Haag, en liet me overrompelen door ’s mans oorspronkelijke en oprechte gedachtes over het leven. Een mooi gesprek dat wel een paar uur duurde. Ik herinner me zijn openhartigheid over een op springen staande relatie en hoorde de melancholische echo daarvan terug in het nummer ‘Handen vol scherven’ van de debuut cd ‘Wacht Tot Het Rode Licht Gedoofd Is, Er Kan Nog Een Trein Komen’ uit 2000.
Jazeker, een trotse carrière lag Lichter Laaie in het verschiet; onder anderen Frits Spits koesterde warme gevoelens voor de band en mede door zijn invloed brachten zowel de eerste als de tweede cd (‘Zoenen Met De Koningin’) het tot Radio 2 cd en de single ‘Zo’n mooie planeet’ behaalde de status van Paradeplaat. Wie kent niet de hitsingle ‘Slapeloze nachten’? Oké, misschien minder hoogdravend dan de meeste andere songs, maar waarschijnlijk juist daarom een radiohit.
Ineens, eind 2003, viel het stil rond Lichter Laaie. Google en Wikipedia stoppen rond die tijd de informatievoorziening rondom de band. Intussen, zo mijmer ik terug, timmerde de Alkmaarse zanger Marco Borsato driftig aan de weg en we weten allemaal waar dat toe leidde. Een buitenproportioneel en on-Hollandse carrière en een tjokvolle prijzenkast. Maar wie hem gelooft, mag het zeggen. Toen vorig jaar papa Borsato overleed liet Marco de kans liggen voor eens zijn hart via eigen tekst en muziek te laten spreken, in plaats van de door John Ewbank verzonnen teksten na te spelen.
Rowin Schumm zou er wel raad mee weten. Rowin, waar ben je? Ik breek een lans voor je om die Borsato voor eens en voor altijd met roomboter en rietsuiker in te maken. Pak die pen, put uit je rijke rock ’n’ roll bestaan en tref ons in het hart. Want ook al horen we je niet meer, afscheid nemen bestaat niet.