Popa Chubby (Ted Horowitz) groeide op in het hart van de Bronx(Amerika) als zoon van een snoepwinkeleigenaar. Na de drums pakte hij al snel de gitaar op om daar rake blues noten mee te produceren. Hij staat vooral bekend om zijn agressieve stijl de meesterlijke vertolking van Jimi, Buckley en Clapton en de hyperactiviteit op het gebied van optreden en plaatjes uitbrengen. Samen met zijn vrouw is hij een onstuitbare wervelwind binnen de blues.
Afgelopen zondag leek Popa Chubby voornamelijk uitgeblust, en na 40 dagen toeren toe aan een middagdutje. Hij deed de show en zijn nummertjes, werkte hard, maar het wilde maar niet vlammen. Alles bleef binnen de lijntjes. ‘Halleluja’ was netjes, maar niet authentiek. De cover van Jimi Hendrix bleef een zeer verfijnde plagiaat. Voor een gitarist die bekend staat om zijn agressie was het tamelijk laf. Prima gitaarspel, vloeiend, melodieus, onder controle, echter absoluut niet agressief. En er ontbrak iets eigens, het vlammetje dat iedereen doet oplaaien.
Als een geoliede machine draaide de band de voorstelling af. De voornamelijk grijze mannen in het publiek stonden wat passief te genieten, zonder enige feedback te creëren op het werk van Popa Chubby. Een applausje hier en daar, geen laaiend enthousiasme. De mannen bleven een tikkeltje tam toekijken hoe Ted Horowitz de avond los probeerde te schudden. Zonder echt weerklank te bieden in dans, zang of energie.
Hierdoor werden de repeterende gitaarsolo's en de gekke bekken van Popa Chubby uiteindelijk een tikkeltje saai. Vermakelijk, maar saai, alles was strak en zuiver, dat was het. Geen rauw randje of een onverwachte wending. Er viel gelukkig wel genoeg te zien. Daar waar zijn gitaren nauwelijks nog lak op kast hebben is Popa Chubby zelf een schittert versiert doek, van tattoos en met expressieve gelaatstrekken.
Popa Chubby was deze avond een snoepwinkel met gesloten deur, de bevrediging bleef uit. Van allerlei geniale trucjes en loopjes maar zonder scherpe randjes, of heerlijke blues ruis.