Verslag Crossing Border 2008; de zaterdag

De derde en laatste festivaldag

Tekst: Ramon Keyzer, Cok Jouvenaar, Remco van der Ham en Jade Yorks | Foto’s: Peter de Hoog, Jeroen Pauwels, Joost le Feber en Ron van Varik ,

Na een geweldige tweede festivaldag op de vrijdag, viel de zaterdagavond eigenlijk een beetje tegen. Niet dat er niets moois te zien viel, er was namelijk genoeg, maar het niveau van de vrijdagavond was onmogelijk te evenaren. Hoogtepunten van deze laatste festivaldag waren The Black Keys, Eli ’Paperboy’ Reed, The Uglysuit en First Aid Kit.

De derde en laatste festivaldag

Na een geweldige tweede festivaldag op de vrijdag, viel de zaterdagavond eigenlijk een beetje tegen. Niet dat er niets moois te zien viel, er was namelijk genoeg, maar het niveau van de vrijdagavond was onmogelijk te evenaren. Hoogtepunten van deze laatste festivaldag waren The Black Keys, Eli ’Paperboy’ Reed, The Uglysuit en First Aid Kit.

Willard Grant Conspiracy
De laatste dag van deze zestiende Crossing Border begint met sfeervolle americana in de persoon van Robert Fisher. Deze man runt een collectief met de illustere naam Willard Grant Conspiracy. Geen onbekende voor het Haagse publiek wat van serieuzere muziek houdt. Tijdens de 2005 editie van de BinneNach werd er al een enorme indruk achtergelaten. Fisher, toentertijd met baard, zorgde ervoor dat het allemaal onvergetelijk werd. Zijn baard heeft hij achterwege gelaten, maar zijn diepere stem is nog altijd het handelsmerk. De zwaarlijvige liedjesmaker heeft zich vanavond omringd door een driestel muzikanten, waarbij de grijzende man links van het podium de meeste indruk maakt. Deze alleskunner is een ware god op de Fender Telecaster. Hij wringt echt de ene na de ander smerige en vuige gitaarpartij uit deze zes snaren. Dat is nog niet alles, het beheersen van accordeon, duimpiano en mondharmonica gaat hem ook niet onverdienstelijk af. De toon van de avond is gezet met Willard Grant Conspiracy en smaakt alleen maar naar meer.

Appie Kim
Het Haagse Appie Kim mag vandaag openen in de Cuatro. Appie Kim bestaat uit Natasha van Waardenburg op gitaar en zang en Marcel Duin achter de drums. Dit doet direct denken aan bands als The Blood Red Shoes, waarbij zij al eens in het voorprogramma speelden, en The White Stripes. Een onterechte vergelijking, want de gitaarliedjes van Appie Kim zijn wat minder stevig en een stuk melodieuzer. Soms klinken de nummers wat dromerig en soms gaat het gas erop en is het meer poprock. Een leuk optreden van Appie Kim.

The Cave Singers
Het uiterlijk van het drietal dat zich zelf The Cave Singers noemt, doet zijn naam eer aan. Ze zien er daadwerkelijk uit alsof ze net uit hun grot zijn komen kruipen. Allen hebben lange baarden en zijn gehuld in onverzorgde kledij. Het is een aparte gewaarwording. De muziek die ze naar voren brengen dwingt je om er met een glimlach doorheen te kijken. Ze maken eigenzinnige folkmuziek. De sound wordt voor een groot deel door de gitarist bepaald die leuke vrolijke riffjes speelt. Met zijn voet bedient hij zo nu en dan een apparaat dat baslijnen produceert. De vrolijke frontman en de drummer die ook wel eens gebruik maakt van een metalen wasbord maken de show compleet.

Julian Velard
Julian Velard speelt in de Eenhoorn voor een zeer klein publiek. Jammer, want deze man verdient meer. Vanachter zijn keyboard zingt hij lekker in het gehoor liggende popliedjes. Met een grappig verhaal over Steve McQueen, een acteur vergelijkbaar met Rutger Hauer, kondigt hij het zeer catchy ‘Jimmy Dean and Steve McQueen’ aan. Het zijn dit soort pure popliedjes die je in een chagrijnige bui zo weer vrolijk maken.

Eli ‘Paperboy’ Reed & The True Loves
James Brown is still alive! En hij leeft voort in Eli ‘Paperboy’ Reed. Al luisterend naar zijn optreden in de bovenzaal van het NTG is het net of er een oude plaat van James Brown of Otis Redding op staat. Wat een geweldige stem heeft deze pas 24-jarige zanger/gitarist. Zijn band The True Loves bestaat uit een drummer, bassist, gitarist en een driekoppige blazerssectie. En spelen kunnen ze. The True Loves is een pompende, groovende formatie die Reed perfect begeleiden. Is er dan geen enkel minpunt aan dit optreden? Ja, één minpunt, het grootste deel van het publiek blijft stoïcijns stilstaan en bij de vraag of er meegeklapt kan worden reageert nog niet eens de helft. Dit is absoluut niet wat Eli en zijn band verdienen, want het optreden is gewoonweg geweldig te noemen.

The Phantom Band
Een gezellige boel is het helemaal boven in de Koninkrijke Schouwburg. Paradise is enorm goed gevuld voor de Schotse avond. The Phantom Band geeft het startschot voor een avondje vol met Overzeese elementen. Plezier, gedrevenheid, niet moeilijk doen als het makkelijk kan, recht voor uit, strak, speels in de verpakking van sterke composities, dat zijn de jonge heren van deze band. Een sixpack zonder opsmuk, maar wel met de nodige franje. De blije gezichten in het publiek verraden dat we zonder meer deze band nog wel een keer zien terugkomen op de Nederlandse podia (Lowlands grijp je kans). Naar verluidt verschijnt volgend jaar het debuut van deze Schotse fantomen. Als aan het slot van het optreden wordt uitgepakt met koortjes en samenzang en het publiek in gedachte de vroegere Beach Boys weer horen, mogen we spreken van een geslaagd optreden.

First Aid Kit
Gisteren stonden ze al heel even op het podium bij Fleet Foxes in de volledig gevulde Stage 1 NTG. Verlegen naar elkaar kijkend zongen ze toen met zanger Robin Pecknold het nummer ‘Tiger mountain peasant song’. De Zweedse zusjes Klara en Johanna Söderberg zijn pas 15 en 17 jaar oud en vormen samen First Aid Kit. In een bij aanvang al volledig gevulde Paul’s Room spelen ze hun verstilde folk-liedjes. Klara op akoestische gitaar en Johanna op keyboard en autoharp. Mooie liedjes met verhalende teksten. Maar vooral de prachtige samenzang maakt indruk. “Dit is pas ons tweede optreden buiten Zweden” verteld Klara trots. Ook risico’s worden niet gemeden. Het nummer ‘Love is tough’ hebben ze nog nooit eerder voor een publiek gespeelt, maar klinkt ook weer prachtig. Het absolute hoogtepunt is toch hun versie van ‘Tiger Mountain Peasant Song’ en is vanavond zo mogelijk nog mooier dan het origineel van Fleet Foxes.

Brett Anderson
Brett Anderson neemt je mee naar het diepste van zijn hart en gunt iedereen die vanavond in de zaal is een glimp van zijn ziel. Zo openhartig en eerlijk is hij in zijn liedjes. Het is betoverend hoe hij zijn ballads naar voren brengt. Dit doet hij op een geheel andere wijze dan we tot voor kort van hem gewend zijn toen hij nog in de Britse indieband Suede zat. Zonder poespas. De ene keer achter de piano, de andere keer achter de gitaar. Hij wordt begeleidt door een celliste die een aanzienlijke bijdrage levert voor deze waanzinnige vlucht uit de realiteit.

Micah P. Hinson
Cd-winkel Plato maakt al maanden reclame voor deze man, Micah P. Hinson. Rondom de Haagse Schoolstraat is er al een cultus ontstaan rond diens laatste album ‘… and the Red Empire Orchestra’. Hierdoor zijn de verwachting bij muziekminnend Den Haag enorm hoog gespannen. Op het podium zien we een mengeling van Elvis Costello en Buddy Holly, terwijl de neuzelige stoïcijnse klaagzang in de verte doet denken aan Johnny Cash en Tom Waits. Het elektrische gitaargeweld wordt niet geschuwd, met grote regelmaat laat Micah zijn Vox-versterker goed oversturen en ronken zoals we dat gewend zijn bij de stevige bands. Weliswaar is het geen rock of stevig poplawaai wat de man brengt. Singer-songwriter in een jas van experimentele grunge en dat terwijl het liedje ten alle tijden overeind blijft staan. Ondanks zijn grappige epistels tussen de liedjes staat de ene helft in de NTG 2 stokstijf in trans naar de man te staren en de andere helft lijkt zijn toevlucht te zoeken op het beneden podium alwaar Liam Finn optreedt. De man die afgelopen week met drie interviews in de media heeft gestaan en misschien wel de meest geïnterviewde Crossing Border gast van dit jaar is.

Liam Finn
Liam Finn speelt vanavond samen met Eliza-Jane. Zij touren momenteel mee met The Black Keys en staan vanavond op het Stage NTG 1. Liam is de zoon van Neil Finn, frontman van Crowded House. De muziek van Liam Finn klinkt wat chaotisch en ongestructureerd en is af en toe ook volledig onnavolgbaar. Een prima nummer op gitaar wordt vervolgd door een ADHD-drumsolo waarbij je de indruk hebt dat Liam even zijn energie kwijt moet en dat het ook alleen daarom ging. Verder speelt hij ook leuke aanstekelijke nummers met verrassende wendingen. Een vreemd optreden.

The Uglysuit
De Quatro tent barst nog net niet uit z’n voegen tijdens het optreden van de Amerikaanse band The Uglysuit. Niet alleen in de tent is het druk ook op het podium is het een volle boel. Op het vrij kleine podium staan de zes heren uit Oklahoma City zo opgesteld dat ze elkaar nog net niet van het podium duwen. Het weerhoudt de bandleden er in ieder geval niet van om helemaal los te gaan op hun explosieve indierock. De nummers van The Uglysuit zijn heerlijk catchy en meezingen is dan ook niet zo moeilijk. Het publiek vindt het geweldig en de band is zelf ook erg blij met het aanwezige publiek: “We hadden eigenlijk niet zo veel publiek verwacht, maar we zijn echt enorm blij dat jullie er met zoveel zijn. Kom vooral na afloop een biertje met ons drinken want dat vinden we het leukst van alles!” Niet alleen een topband, maar nog sympathiek ook.

Aidan Mofat
De bovenste etage is vanavond gereserveerd voor Schotse artiesten. Zo ook Aidan Moffat. Het is een singer-songwriter die naar eigen zeggen vele identiteiten heeft. Hij wordt vanavond begeleidt door een gitarist. Jammer dat hij wat onzeker oogt als het om het aanslaan van zijn noten gaat. Dit resulteert af en toe in een wat rommelig spel. De humor van Aiden zelf maakt het goed. Liedjes staan bol van de anekdotes. Zelf verontschuldigt hij zich voortdurend door fouten in zijn liedjes die nauwelijks hoorbaar zijn. Schattig!

The Black Keys
De zaal barst letterlijk uit zijn voegen als het duo van The Black Keys op het podium staat. Er zijn zoveel mensen die een glimp van de Amerikanen op willen vangen dat de organisatie besloten heeft geen mensen meer naar binnen te laten. De mensen die wel de mogelijkheid krijgen om ze te zien, maken iets bijzonders mee. Op het podium zijn slechts twee personen te zien die samen zo'n vol geluid maken, dat er net zo goed een zeskoppige band had kunnen zijn. Rauwe rock met duidelijke blues elementen erin. Slechts een drummer en een gitarist die heel behendig met zijn duim de bas tonen aan weet te slaan terwijl hij met de rest van zijn vingers groovende gitaarrifjes produceert. In één woord: Waanzinnig!

Alexander Hacke & Danielle Picciotto
Ongetwijfeld de meest vreemde act van Crossing Border 2008. De muzikale show ‘The Ship Of Fools’ van het Duitse echtpaar Alexander Hacke en Danielle Picciotto vindt plaats in een praktische lege Royal Room van de Koninklijke Schouwburg. Waarschijnlijk zit iedereen bij The Back Keys. Hacke en Picciotto zijn beide flink uitgedost. Hacke ziet er dan nog het meest excentriek uit. Het is een soort combinatie van een oude zeebonk en een ex-lid van The Village People. Hacke en Picciotto staan vooraan het podium achter een grote hoeveelheid laptops, kaospad en andere elektronische apparaten. Achter hen hangt een videoscherm met de meest uiteenlopende beelden die de muziek ondersteunen met het vertellen van het verhaal. Muzikaal gezien gaat het van stevig gitaarwerk naar stampende beats en weer naar hele rustige stukken. Al met al een vreemde gewaarwording.

Roddy Woomble & Allen Stewart
In Paradise spelen Roddy Woomble en Allen Stewart, zanger en gitarist van de Schotse band Idlewild. Vandaag spelen zij in een kleine setting op Crossing Border als onderdeel van de Scottish night. Allen zittend met zijn gitaar op schoot en Roddy staand achter de microfoon. Ze spelen liedjes van Roddy’s solo cd’s maar ook enkele Idlewild-liedjes. En het nummer ‘The weight of years’ is weer afkomstig van de cd Ballads of the Book, een samenwerkingsverband van Schotse muzikanten en schrijvers, vorig jaar overigens aanwezig op Crossing Border. De voornamelijk akoestische liedjes worden steeds op een grappige manier aangekondigd door Roddy. En tel hier de interactie met het publiek bij op en je hebt een heel erg gezellig en warm optreden.

Kathleen Edwards
Na dichteres Hagar Peeters is het podium in de Cuatro voor de Canadese Kathleen Edwards. Sinds de release van haar derde langspeler Asking for Flowers is deze vrouw continu op toernee. Het herfstreces doet ze geheel solo zonder haar muzikale kompanen. In 2003 zagen we haar al eerder met band op Parkpop alwaar ze haar debuut-cd Failer presenteerde. Gelukkig speelt ze vanavond het prijsnummer Six O’Clock News afkomstig van dit album. Hoofdzakelijk staat repertoire van Asking for Flowers op het programma, zoals het titelnummer, Buffalo, Cheapest Key en haar single I Make The Dough You Get The Glory. Zonder twijfel is het het geijkte concept van een zangeres met gitaar. Toch het antwoord op de vraag van ‘Wat is het verschil’ kunnen we antwoorden, omdat het gewoon erg goede nummers zijn. De invulling van haar soloperformance zijn wat mager en komt over als een éénduidig geheel. De arrangementen van haar muzikale kompanen liegen er gewoon niet om. De mannen vullen het niet alleen op met slingers maar de liedjes van Edwards vragen voor bandinvulling. Nu is het optreden ruim voldoende in plaats van dat de liedjes onder je huid kruipt. Iets wat haar drie albums wel doen.

Jan Rot
De bekende vertaler Jan Rot is de laatste tijd weer veel in het nieuws door zijn recente vertaling van de rockopera Tommy van The Who, uitgevoerd door de Haagse rockband Di-rect. Vanavond alleen geen nummers van The Who, ondanks de verzoekjes uit het publiek. “Ik doe geen nummer van The Who hoor. Di-rect doet dat hartstikke leuk en dat ga ik niet in mijn eentje doen.” Vanavond wel Nederlandstalige versies van nummers als ‘Heart of gold’ van Neil Young, ‘I am I said’ van Neil Diamond, ‘A girl named Sue’ van Johnny Cash en ‘It’s all over now baby blue’ van Bob Dylan. Bij elk nummer heeft Rot wel een vermakelijk verhaal te vertellen. Zijn set eindigt met een mooie versie van Leonard Cohen’s ‘Hallelujah’.

The Pedro Delgados
The Pedro Delgados komen uit Amsterdam en spelen country en bluegrass. Of zoals ze het zelf noemen; ‘rocking red white and bluetrash’. Met instrumenten als gitaar, banjo, wasbord, mandolin, upright-bass en veel meer toeters en bellen beloofd het een feestje te worden. Alle bandleden heten Pedro en zingen allemaal in één midden op het podium geplaatste microfoon. Toch komt het feestje slecht op gang en weet de band vooral in het begin maar moeilijk contact te krijgen met het publiek. Pech met de instrumenten helpt hier ook niet bij.