“We zijn zeker geen cowboy carnavalsband”

The BossHoss! Yee haw!

Leontine de Reede, ,

The BossHoss is in het land voor een serie shows die je van je sokken blaast. Met hun strak gespeelde country rock ‘n’ roll, met hier en daar een knipoog naar het over the top countrysterrendom, weet de formatie het publiek met zijn gruwelijke live reputatie te verleiden tot uitzinnige reacties. 3VOOR12 Den Haag sprak de band in het LVC in Leiden.

The BossHoss! Yee haw!

The BossHoss is in het land voor een serie shows die je van je sokken blaast. Met hun strak gespeelde country rock ‘n’ roll, met hier en daar een knipoog naar het over the top countrysterrendom, weet de formatie het publiek met zijn gruwelijke live reputatie te verleiden tot uitzinnige reacties. The BossHoss werd in 2004 in Berlijn opgericht. De band speelt vooral in het begin bijna uitsluitend covers van bekende liedjes in country stijl. Daarbij bedient de groep zich van allerlei cowboy clichés. Dat uit zich zowel in de kleding van de zeven muzikanten als in performance waarbij langgerekte “Yee haw’s” en het drinken van whisky eerder regel dan uitzondering is. Boss en Hoss vernoemden de band naar het nummer Boss Hoss van de jaren '60 garage rock ‘n’ roll band The Sonics, de nummer één favoriete band van Hoss Power. In 2005 verscheen in Duitsland de eerste single 'Hey ya!', een cover van Outkast, gevolgd door het debuut album 'Internashville Urban Hymns'. In 2006 verscheen het tweede album 'Rodeo Radio' waar, in tegenstelling tot het debuut, de helft van de nummers eigen composities waren. In navolging van ‘Rodeo Radio’ kreeg ook het debuutalbum weer nieuwe aandacht waardoor het goud werd. In december van dat jaar bereikte ook ‘Rodeo Radio’ de gouden status. In 2007 begon de band met een tour door Canada en bracht aan het einde van datzelfde jaar de plaat ‘Stallion Battalion’ uit. Tijdens de bijbehorende wereldtour stopte The BossHoss op 4 mei in Leiden en op 5 mei in Vlissingen voor het bevrijdingsfestival. Boss Burns en Hoss Power zitten na een diner van steaks en patat uit te buiken in een Leids eetcafé voordat ze het LVC op zijn kop moeten zetten. Sommigen vinden 4 mei nogal een vreemde dag om een Duitse band te programmeren maar voorop staat dat The BossHoss niets dan een positieve vibe brengt. Ook op 5 mei zijn Boss, Hoss, Frank, Hank, Guss, Russ en Ernesto uitgenodigd om het bevrijdingsfestival in Vlissingen kapot te spelen. In het eetcafé nemen we tegenover oprichters Boss en Hoss plaats aan een rustig tafeltje om kennis te maken. Voor wie the BossHoss nog nooit live in actie heeft gezien blijft het gissen. Is The BossHoss een partyband of nemen jullie alles heel serieus? Boss: “We zijn in de eerste plaats een rock ‘n’ roll band. Natuurlijk hebben we een hoop lol en maken we van ieder optreden weer een feestje, maar de muziek staat voorop. We hebben al die western clichés die bij de show horen maar we zijn zeker geen cowboy carnavalsband ofzo.” Hoss: “We nemen onszelf gewoon niet al te serieus. Dat zou overigens niemand moeten doen want dat is een vervelende eigenschap.” The BossHoss is de titel van een nummer van The Sonics, de favoriete band van Hoss. Waar komt die passie voor country dan ineens vandaan? Hoss: “We zijn geen traditionele countryband, want we gebruiken niet de standaard instrumenten die kenmerkend zijn voor westernmuziek zoals de viool. Onze invloeden komen dus net zo goed van The Sonics, als van Elvis Presley en Jimi Hendrix maar ook rockabilly inspireert ons.” In het begin speelden jullie vooral covers maar er zijn zo langzamerhand steeds meer eigen nummers bijgekomen. Waarom die covers? Hoss: “We hebben nooit in de planning gehad om echt een band te beginnen. We repeteerden wat voor de grap want we hadden het al opgegeven om geld met muziek te verdienen. Boss en ik waren collega’s en vrienden. We werkten als grafisch vormgevers voor een reclamebureau. Het begon dus allemaal heel vrijblijvend. Voor het gemak speelden we alleen covers. We namen soms wat op in mijn studio thuis op zolder en na een maand of zes besloten we toch om met deze act het podium op te gaan. We hebben oude vrienden opgetrommeld die net als wij muzikantenbestaan al een beetje hadden opgegeven. We waren gewoon een groep vrienden die plezier maakte maar de band bleek succesvoller dan we ooit hadden kunnen denken.” Boss: “En, dat is nog steeds zo. Spelen is voor ons nog steeds het leukste wat er bestaat. We houden er van om op het podium te staan met zijn allen. Het is het beste wat je jezelf kunt voorstellen als je dat wat je graag doet kunt doen met je beste vrienden.” Wat waren de hoogtepunten van jullie tour tot nu toe? Hoss: “We zijn vorig jaar in Canada geweest. Dat was echt te gek. Die Canadezen vonden onze ‘Yee haw’ met Duits accent helemaal het einde. Het publiek ging helemaal uit zijn dak. Helaas waren we er maar drie weken en dat is veel te kort voor zo’n groot land. We willen dan ook heel erg graag terug maar hebben op het moment de tijd niet omdat we het zo druk hebben in Duitsland.” Wat gebeurt er als The BossHoss een thuiswedstrijd komt spelen in Duitsland? Boss: “In Duitsland spelen we de grootste shows. De concerten zijn bijna allemaal uitverkocht en het publiek gaat daar volledig door het lint. Fans dragen cowboyhoeden naar de shows.” Worden de vrouwen hysterisch van jullie? Hoss: “Ja, altijd! Haha! We hebben eigenlijk sowieso een hele brede doelgroep. Er staan mensen van 15 tot en met 50, fans met cowboyhoeden, punkers, bikers… van alles eigenlijk. Dat maakt het zo leuk.” En Britney Spears fans? Hoss: “Haha, nee ik denk niet dat er Britney fans tot onze fanbase behoren. Wij zijn zelf ook zeker geen liefhebbers. Ik denk dat we geen van allen ook maar één album van haar in onze platencollecties hebben. Maar ik begrijp waar je heen wilt en ‘Toxic’ is gewoon een hele goede song. Dat is de reden dat we die plaat gecoverd hebben.” Jullie hebben wel meer curieuze covers gemaakt… Hoss: “We vonden het juist een uitdaging om van niet rockgeoriënteerde liedjes rocksongs te maken. Zoals Nelly’s ‘It’s getting hot in here’ en Outkast’s ‘Hey ya’.” Boss: “We proberen er ‘echte’ liedjes van te maken. Als iemand binnen de band met een idee voor een liedje komt, kijkt Hoss of het mogelijk is het te produceren. Hij is onze producer want hij heeft die ervaring én een studio in huis.” Hoss: “En Boss is van het design, van de website tot de posters en cd-hoesjes.” ‘Stallion Batallion’ is jullie eerste release in Nederland. Waarom nu pas? Boss: “We denken dat dit het goede moment is. We waren langere tijd aan het aftasten of onze countryrock ‘n’ roll ook in Nederland zou kunnen aanslaan. Nu denken we dat dat zeker zou kunnen lukken.” Wat is de strategie om Nederland te veroveren? Boss: “We willen hier in ieder geval zoveel mogelijk spelen. Het is altijd goed om veel te spelen. In Duitsland doen we nu zo’n honderdtachtig shows per jaar. Daar moeten we het van hebben want we hebben weinig exposure op MTV bijvoorbeeld, omdat we net niet mainstream genoeg zijn, denk ik. We zijn nog steeds een rock ‘n’ roll band.” Zijn jullie live echt zo goed als de recensies doen vermoeden? Boss: “We zijn een ‘extraordinary’ live band. Iedere show vinden we te gek om te doen en het publiek voelt dat aan.” Hoss: “Het is niet gemaakt, het komt uit onze tenen. We zijn een band, een act, maar toch vooral onszelf. Het maakt niet uit voor hoeveel mensen we ons moeten uitsloven. In Duitsland begon het ooit met een handjevol bezoekers en nu staan er hele zalen vol.” Hebben jullie tot slot nog een boodschap voor het Nederlandse publiek? Hoss: “Kom naar onze show en vergeet je cowboyhoed niet!” Boss: “Dankjewel! Dat is alles wat ik in het Nederlands kan zeggen.”