The Music In My Head is dead…

We zullen het missen!

Na een onverwacht zomerse middag met veel muziek, voorproefjes van onder andere Hit me TV en het Londense Fanfarlo, bier en saté in de ‘Backyard’ van het Paard, stroomt het publiek op zaterdagavond tegen achten als één man naar binnen. Het avondprogramma is dik uitverkocht en de line up van deze zevende editie oud en vertrouwd dik in orde.

We zullen het missen!

Tekst: Leontine de Reede, Tino van Leeuwen, Ramon Keyzer, Susanne Kooijman en Jeroen Thijssen Foto’s: Peisam Tsang, Reinier Asscheman en Jeroen Pauwels Na een onverwacht zomerse middag met veel muziek, voorproefjes van onder andere Hit me TV en het Londense Fanfarlo, bier en saté in de ‘Backyard’ van het Paard, stroomt het publiek op zaterdagavond tegen achten als één man naar binnen. Het avondprogramma is dik uitverkocht en de line up van deze zevende editie oud en vertrouwd dik in orde. Natuurlijk wil iedereen zoveel mogelijk acts meepakken, maar dit blijkt al snel onmogelijk. Er ontstaan de voor The Music In My Head zo kenmerkende opstoppingen bij de kleine zaal en ook het Paardcafé staat vol. Voor Fanfarlo is veel animo evenals voor Tokyo Police Club en The Futureheads. Besluiteloosheid en twijfel slaan toe bij de liefhebbers van het indie genre als blijkt dat The Charlatans en Tokyo Police Club elkaar overlappen. Het volk dromt samen in de foyer waar zojuist Joan As Police Woman is begonnen aan een signeersessie. Supergrass trekt een volle zaal maar echt los gaat het in de kleine zaal. Cees Debets is in zijn element. We spreken hem na de show van The Futureheads die de kleine zaal overdonderde met een extreem strak spel waar de passie en het plezier vanaf dropen. De laatste achtergebleven bezoekers zijn er nog extatisch van en blazen druk evaluerend uit met een biertje. Cees straalt als hij zijn hoogtepunten van de zaterdag op een rij zet. “Fanfarlo was de grote verrassing, ook vanmiddag in de tuin al. Vanavond waren Tokyo Police Club en The Futureheads mijn favorieten. Het is bijvoorbeeld leuk om te zien dat de bassist van The Futureheads tijdens het concert tegen zijn roadie schreeuwde “this is fucking amazing!”. De kleine zaal is altijd het leukste.” Ondertussen roept iemand uit het publiek om dat er in het mosh-geweld een portemonnee is gevonden. “Dat is nu precies waar The Music In My Head over gaat”, illustreert Cees enthousiast. “Agressie heeft hier geen plek. De sfeer is altijd goed en er worden zelfs gevonden portemonnees ingeleverd. Dat zie je toch bijna nergens meer?” The Music In My Head zit erop. Doet dat pijn? “Voor mij duurt de nacht nog wel even”, lacht Cees. “Maar het is jammer. The Music In My Head is voor Louis (de andere grote man achter het festival, red.) en mij altijd een project geweest dat we uit liefde organiseerden. We verdienden er niets aan. De gages van de artiesten worden bijvoorbeeld steeds hoger vanwege teruglopende cd-verkopen dus het is een duur festival dat we zonder steun niet kunnen voortzetten. We zijn niet bereid concessies te doen en bijvoorbeeld minder goede acts te boeken of een soort van London Calling te worden. Het is juist de diversiteit waar het om draaide en we zijn vaak in staat geweest acts naar Den Haag te halen die kort daarna doorbraken.” Eén van de hoogtepunten uit zeven jaar The Music In My Head is voor Cees Debets de show van The Pigeon Detectives in 2007. Hij lacht bij de herinnering. “Er stonden zoveel jonge meisjes op het podium dat het instortte. Er ging een beha door de lucht en er werd volop gecrowdsurfd. Prachtig!” Terwijl in de toiletten een paar tienermeisjes hysterisch gillend aan elkaar vertellen dat ze de leden van The Charlatans kusjes hebben gegeven, is het ook voor Cees Debets tijd om het festival op passende wijze af te sluiten. “En dan is het morgen Vaderdag en staat mijn dochter ’s ochtends vroeg al naast mijn bed.” Cees lacht als hij besluit, “en zij weet niets van dit alles, dat is maar goed ook!” Joan As Police Woman Singer-songwriter Joan Wasser betreedt iets na achten het podium in de grote zaal, gehuld in zilveren glansjurk en dito laarzen. Tezamen met bassist Rainy Orteca en drummer Ben Perowsky vormt zij sinds 2002 de formatie Joan As Police Woman. Met twee albums op zak, waarvan ‘To Survive’ net uit is en na afloop van het optreden - gesigneerd en wel - gekocht kan worden, timmert Joan flink aan de weg. Tijdens haar optreden vanavond tijdens TMIMH is het voor een aantal mensen teveel gevraagd om stil te zijn; Joan doet tussen de nummers hier beklag over. Ondanks dat gegeven is het voor de fans vooraan flink genieten geblazen; zowel de nummers op keyboard als op gitaar laten een breekbare Joan horen. Templo Diez In het Paardcafé is het al flink druk als de eerste act klaar staat om te beginnen. De enige Haagse band van de avond, Templo Diez. Toch is de band een internationaal gezelschap met als frontman de Franse Pascal Hallibert. Het internationale tintje is goed terug te horen in voornamelijk de vioolklanken tijdens de show, waardoor het soms aan Keltische muziek doet denken. De lage, melancholische stem van Hallibert geeft het geheel een wat duistere toon. Zelf omschrijven ze hun sound als muziek om bij weg te dromen. En dat is het zeker. Geen harde rock. Geen instrument die overheerst. Het is een stromend geheel. Perfect om bij weg te dromen. Fanfarlo Misschien wel de meest originele band van deze laatste editie van The Music In My Head is Fanfarlo. 's Middags maakten ze al verreweg de meeste indruk tijdens The Music In My Backyard, hun eerste optreden op Nederlandse bodem. Zanger Simon klinkt een beetje als de zanger van Clap Your Hands Say Yeah, maar het instrumentarium van Fanfarlo is nog breder. Naast “standaard” instrumenten als toetsen, bas, gitaar en drums, wordt ook gebruik gemaakt van de viool, wat het geheel soms wat folk-achtig maakt. Tel daar het klokkenspel, slide guitar, de trompet en de elektrische mandolin bij op en het geheel heeft soms wel wat weg van een fanfare. De nummers worden laagje voor laagje opgebouwd tot grootse muzikale stukken, om vervolgens weer tot zeer klein en intiem te worden afgebouwd. Stuk voor stuk bevatten de nummers verrassende spannende wendingen en vooral de samenzang van zanger Simon en violiste Cathy is prachtig. Het zijn dit soort bandjes wat The Music In My Head zo interessant en leuk maakt; fris, jong, origineel en barstend van het talent. The Charlatans De tweede act in de grote zaal vanavond zijn The Charlatans, ooit één van de coryfeeën uit de Manchester-scene van begin jaren 90. Als je de looks van zanger Tim Burgess bekijkt, lijkt de tijd stil gestaan te hebben. Voorzien van een bloempotkapsel en gehuld in een zwart spijkerjack, wanen de aanwezige dertigers - toch wel het grootste gedeelte van het publiek - zich zo’n achttien jaar terug. Culthits ‘The only one I know’ en ‘Weirdo’ vormen een feest der herkenning. Helaas is de lol er na een tijdje wel een beetje vanaf, hoe hard frontman Tim ook zijn best doet om het publiek te vermaken. Misschien voelt de vijfkoppige band een beetje het verslapte enthousiasme, want tien minuten voor de officiële eindtijd (half elf) stopt de band er al mee. Blaudzun “Huh, spreekt hij Nederlands? Ik dacht dat het een engelsman was!” Deze en meer complimenten vlogen er over de lippen van de bezoekers van het sferische optreden van de Arnhemse singer-songwriter Blaudzun. Gelijkenissen met Starsailor, Damien Rice en een vleugje Arid misstaan niet. Zelfs met trekjes richting Thom Yorke en Jeff Buckley. Michael Blaudzun is een beetje een nietszeggende wielrenner die ooit eens 45e werd in de Tour de France en een paar keer het Deens kampioenschap wielrennen heeft gewonnen. Met zulke middelmaat willen wij de band Blaudzun niet vergelijken. Het is geen intense demarrage op een berg van de buitencategorie, maar juist een sferische en idyllische tocht door een mooi landschap. Imponerend in alle eenvoud en loepzuiver. Tokyo Police Club Tokyo Police Club is duidelijk aangetrokken om het jeugdige publiek naar The Music In My Head te halen. En dat is gelukt. De kleine zaal is al snel tot de nok toe gevuld en vooraan staat het jonge publiek vol ongeduld te wachten. De vier Canadezen spelen springerige poprock, zoals veel engelse bandjes dat ook doen. De nummers worden vooral interessant wanneer de toetsenist Graham Wright catchy loopjes uit zijn keyboard tovert. En daarmee heb je dan ook meteen het enige originele aspect gehad. Het publiek vooraan denkt daar anders over en gaat tijdens een aantal songs helemaal los, en ook de eerste crowdsurfer vliegt door de lucht. Tokyo Police Club is een goede band, niets meer en niets minder, maar daar heb je er tegenwoordig zo veel van. De band mist net dat beetje extra, iets dat bijvoorbeeld The Pigeon Detectives vorig jaar duidelijk wel hadden. Hit Me TV The king is dead. Long live the king. Skip The Rush is niet meer en Hit Me TV is de opvolger. Andere bandnaam, soortgelijke muziek. Hoewel, soortgelijke muziek? Er zijn toch wel wat verschillen. Hit Me TV is wellicht iets toegankelijker, iets dansbaarder en iets meer poppy dan Skip The Rush en wellicht ook wel iets hitgevoeliger, als is dat vast onbedoeld. Het is ontzettend jammer dat sommige tracks van de oude band niet meer gespeeld worden, maar toch worden zelfs een ‘Elephant song’ en een ‘Chaperone’ in alle eerlijkheid niet meer gemist gedurende het spelen van de nieuwe tracks. Wellicht doet Hit Me TV puur voor de grap wel eens een Skip The Rush coveravond? Dat zou de eigenzinnigheid van deze band en voornamelijk zanger/frontman Jaap Warmenhoven wel onderstrepen. We moeten het doen met prima nummers als ‘Not a real talent’, ‘Jesus @ 25’ en ook het uitstekende ‘Boy has a plan’. Alleen ‘Maybe the dancefloor’ komt niet geheel meer over, maar misschien komt dat wel door de intensiteit gedurende de eerste negen songs. Hier staat een topband! Woensdag gaan zij zich wederom bewijzen in het voorprogramma van de Infadels. Zij staan dan in de grote zaal en met alle respect voor het Paardcafé, dat is wel verdiend. The Futureheads De laatste act in de kleine zaal, The Futureheads. In Nederland zijn ze nog niet erg bekend, maar dat is niet te merken als je het aantal fans ziet dat staat te wachten op hun show. Ze hebben net een nieuw album uit en daar laten ze ook veel songs van horen. Singles als ‘Radio heart’ en ‘The beginning of the twist’ worden zelfs al meegezongen. Zanger Barry Hyde heeft dezelfde nonchalance in zijn stem als The Kooks zanger Luke Pritchard. Dat is wel de enige overeenkomst met hun landgenoten. Geen lalala’s of oeoeoe’s, het gaat er ruig aan toe. De bas en drums knallen door de zaal en maken het een oorverdovende aangelegenheid. Het enthousiaste publiek danst erop los en The Futureheads kunnen terugkijken op een zeer geslaagde show. Supergrass Van de grote golf Britpop bandjes in de jaren negentig was Supergrass toch wel de allerleukste. Na een mindere periode zijn ze nu terug met een nieuwe cd en vanavond op The Music In My Head. De band begint sterk met hun meest recente singles 'Diamond hoo ha man' en 'Bad blood'. Het publiek, dat toch vooral voor de klassiekers komt, lijkt een beetje overrompeld door de bombast van de nieuwe tracks. De heren doen hun best maar missen de overredingskracht. Pas na drie kwartier komt het publiek los. Het feestje begint met ‘Movin’, en er ontstaat zelfs een zeer vriendelijke pit. Heel even lijkt de oude Supergrass terug tijdens hoogtepunten als ‘Richard III’, ‘Lenny’ en ‘Pumping on your stereo’, maar daarmee is het dan ook meteen afgelopen. Gaz Coombes en zijn mannen komen nog terug om all-time favourite 'Allright' te spelen, in een helaas zeer rommelige uitvoering. Dat de oude songs toch het sterkst zijn wordt door de band zelf onderstreept door in de toegift niet alleen ‘Allright’ te spelen, maar vooral door af te sluiten met debuut single ‘Caught by the fuzz’. Supergrass is ouder geworden. De jeugdige onbezonnenheid, dat de band juist haar charme gaf, is er van af en daardoor weet de band het publiek niet echt te pakken. Een goede afsluiter, dat wel, maar helaas niet de onvergetelijke afsluiter die je de allerlaatste The Music In My Head zou gunnen. En na het optreden van Supergrass is er geen ontkomen meer aan, The Music In My Head zal volgend jaar niet meer terugkeren. En dat is niet niets minder dan een enorm gemis voor Den Haag, aangezien misschien wel het beste festival van de regio verloren gaat. Naar een commercieel festival als Beatstad worden tonnen subsidie geloodst, maar een festival met echte culturele waarde kan door geldgebrek niet meer doorgaan. Het is scheef, maar helaas niet anders. Onder de echte muziekliefhebbers zal The Music In My Head altijd een speciaal plekje blijven houden. Dat wordt nog eens duidelijk geïllustreerd als organisatoren Louis Behre en Cees Debets na afloop in de foyer een ovatie krijgen van het publiek. En op welk ander festival kom je dat nou tegen?