Column: ‘Onder vuur’ (18)

De Popprijs voor het beste publiek

Leontine de Reede, ,

Noorderslag...helaas was ik er niet bij dit jaar maar gelukkig was het op tv. De uitreiking van de popprijzen bleek weer een toonbeeld van Hollandse gezelligheid. Het Nederlandse publiek begrijpt gewoon hoe het hoort. Ook ik begon zo hard mogelijk “boe” te loeien. Dat doe je als iemand een prijs ontvangt.

De Popprijs voor het beste publiek

Noorderslag...helaas was ik er niet bij dit jaar maar gelukkig was het op tv. De uitreiking van de popprijzen bleek weer een toonbeeld van Hollandse gezelligheid. Het Nederlandse publiek begrijpt gewoon hoe het hoort. Ook ik begon zo hard mogelijk “boe” te loeien. Dat doe je als iemand een prijs ontvangt. Heel hard boe roepen want hij zal 'm vast wel niet verdienen als je op de belangrijke mening van de andere bezoekers moet afgaan. Je laten horen, harder dan dat je ooit zult juichen voor een mooi liedje. Jezelf een beetje manifesteren weet je. Je kunt niet anders als Armin van Buuren een popprijs wint. Armin stelt natuurlijk geen zak voor. Hij heeft geen gitaar en geen drumstokken. En om die reden geen talent. Hij maakt trance en dat is in de regel ruk en voor geen meter muzikaal. Dat hij met die trance meer succes boekt op internationaal niveau dan enige Hollandse gitaarband, slaat ook al nergens op. Armin kon zelf niet bij de uitreiking zijn, in tegenstelling tot alle virtuoze echte muzikanten, die niks kregen en blijkbaar ook geen gig hadden. Ik begrijp dat dat ontstemt, maar of het veel verschil had gemaakt als hij er zelf was geweest? Ik vermoed van niet. Armin stuurde broer Van Buuren met een boodschap. De email is in het tumult nooit voorgedragen. En terecht. Ik vind ook dat VanVelzen had moeten winnen. Die speelt pas echt piano. Of Krezip, want Jacqueline heeft altijd van die leuke jurken. Of Opgezwolle, omdat ze er mee stoppen. Sterker nog, ik vind dat het Hollandse muziekpubliek de prijs zou moeten krijgen. Wat een heerlijke saamhorigheid en support. Lekker showtje pakken hier en daar. Bandje kijken, maar dan liever de muziek op achtergrondniveau om lekker te kunnen bijkletsen. Een concert van Damien Rice is bijvoorbeeld ook altijd oergezellig. Wat heb ik daar een leuke gesprekken gevoerd! Damien was heel grappig. Of het wat stiller kon, vroeg 'ie. Dat vind ik nou leuk, die interactie tussen fans en de artiest. Damien houdt wel van een dolletje en wij daarom weer van hem. Niet als Tori Amos. Die stuurde kort geleden tijdens een show ergens in Amerika ook twee meisjes van de voorste rij de zaal uit omdat ze het te gezellig hadden. Tori begrijpt duidelijk niet hoe het werkt, heeft vast te weinig in Nederland gespeeld. Zo'n concert is toch een uitje en dat moet allemaal lekker ongedwongen. Applaudisseren is ook zoiets. Hang je net lekker met je handen in je broekzakken of sta je volgeladen met bier, zou je weer moeten klappen. Ik doe het allang niet meer. Ik ben van de oudhollandsche insteek. 'Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg' en 'de klant is koning'. Zo zie ik het nu eenmaal. De klant ben ik en de artiest behoort niets af te dwingen. Ik vind het heus leuk, maar zo zit dat in Holland. Ik heb het afgekeken bij alle kleinere concerten waar ik de afgelopen jaren was. Als ik het niet goed zou vinden zou ik ook niet langs komen, daar kan zo'n artiest van op aan. Je moet het gewoon omdraaien. Je koopt geen product waar je niet in gelooft, net zo min dat je een cd koopt of naar een optreden gaat van een artiest die rukt. Dat is net als met het apparaat van Tell Sell dat in mijn huiskamer staat opgesteld. Het is de hunkysweatmusclebreaker die Tony Little eens demonstreerde. Ik kreeg er de eerste cd van Samantha Fox bij. Ik geloofde er gelijk in en heb de gehele unit met gratis fuchsia kleurig uitbreidingspakket gekocht. Er was niets teveel gezegd. Het apparaat heeft een spanningskracht en een volume van heb ik jou daar. Hij is zo snel dat hij de hele huiskamer al is door geweest. Als ik thuis kom is het altijd weer een verrassing waar hij zich deze keer zal hebben opgesteld. En dat is geen onzin. Ik wilde net een tweede exemplaar laten komen om hem gezelschap te houden toen de zaak over de kop ging. Blijkbaar was ik de enige die zweert bij Tony Little’s hunkysweatmusclebreaker, want Tell Sell is niet langer. De moraal van dit verhaal is dat het Hollandse kijkbuispubliek Tell Sell heeft vermoord. Net zoals het muziekpubliek hier zo goed is in het folteren van de popcultuur. Ik heb me zaterdagavond weer eens ouderwets plaatsvervangend diep geschaamd voor het boerse onbegrip van ons land’s muziekhooligans. Bravo!