Dubbelinterview met Mr. Pauli en Gallus

Haagse dance grootheden

Tino van Leeuwen, ,

Onlangs bracht 3VOOR12 Den Haag Ingmar Pauli (internationaal aan de weg timmerend als Mr. Pauli en met de duo's Novamen en Bumper) en Martijn Verlinden (opererend onder de namen Kipkillah en Gallus van het duo Charly & Gallus) bij elkaar voor een dubbelinterview. Op het afgesproken tijdstip trof ik de twee heren (die beiden trouwens 35 jaar jong zijn) elkaar in café de Vinger tijdens een ‘Mind Fuck Monday’.

Haagse dance grootheden

Onlangs bracht 3VOOR12 Den Haag Ingmar Pauli (internationaal aan de weg timmerend als Mr. Pauli en met de duo's Novamen en Bumper) en Martijn Verlinden (opererend onder de namen Kipkillah en Gallus van het duo Charly & Gallus) bij elkaar voor een dubbelinterview. Op het afgesproken tijdstip trof ik de twee heren (die beiden trouwens 35 jaar jong zijn) elkaar in café de Vinger tijdens een ‘Mind Fuck Monday’. Een heftige discussie zou het interview helaas niet opleveren, maar gelukkig wist ik een hoop informatie te vergaren wat betreft het wel en wee omtrent hun muziek. Een samenvatting van het gesprek volgt hieronder. Allereerst een kleine opsomming van wat Ingmar en Martijn zoal gedaan hebben in het verleden. Martijn vertelt dat hij als zevenjarige al in aanraking kwam met jazz, via zijn vader. “In 1992 begon ik als Kipkillah en vermengde gitaar en hiphop in mijn muziek. 2005 was het jaar waarin ik als Gallus zelf plaatjes begon te produceren en live muziek maakte.” Ingmar zijn verhaal is als volgt: “Ik begon al heel jong met het mixen met oude platenspelers. In de jaren 80 speelde ik bas in schoolbandjes en rond 1994 ben ik muziek gaan maken met behulp van apparaten. Twee jaar later bracht ik mijn eerste plaat uit. In 1999 kwam de eerste plaat van Novamen uit.” Heeft dancemuziek volgens jullie een revolutie teweeggebracht? Ingmar neemt het woord: “Ja, het is toch overal? Alleen wordt er natuurlijk wel èn goede muziek èn bagger gemaakt. Net als in alle muziek. Jungle was destijds trouwens wel heel vernieuwend.” Martijn vult hem aan: “De geluiden van nu komen uit de jungle en de rave.” Doen jullie je best om progressieve muziek te maken? Ingmar heeft hier een duidelijk antwoord op: “Progressieve muziek maak je denk ik niet met opzet, dat gebeurt gewoon. En mijn muziek is helemaal niet progressief.” Later geeft hij toe dat hij zelfs wel een beetje vast zit aan arrangementen. “Soms kijk ik op tegen mensen die maar wat doen.” Martijn is resoluter; “Ik doe wat ik wil.” Voelen jullie jezelf muzikaal thuis in Den Haag? Martijn: “Ik denk het wel, maar ik maak niet een typische Haagse sound.” Ingmar, die veel in het buitenland sets neerzet, wordt vaak geconfronteerd met mensen die zijn muziek als ‘de Haagse sound’ zien. Wat vinden jullie trouwens van Legowelt, een Haagse act die het bijzonder goed doet overal? Ingmar vertelt: “Die is altijd al goed bezig. Hij begon in dezelfde periode als Novamen. Hij was toen echt al overal. Hij heeft echt een eigen sound.” Martijn is ook positief: “Legowelt vind ik goed. Hij brengt zijn geluid onder een groot publiek.” Wat vinden de heren van elkaars muziek? Martijn antwoordt: “Novamen brengt beatgerichte muziek, daar hou ik wel van. Persoonlijk heb ik wat minder met de muziek van Mr. Pauli.” Ingmar antwoordt dat hij niet zo veel van het werk van Martijn kent. “Maar wat ik hoor, is steeds vernieuwend.” Wat vinden jullie van de hype rondom electroclash? Martijn: “Het is toegankelijk, poppy, dus is het logisch dat het aanslaat. De dance die ze draaien op EuroSonic is al zes jaar achtereen electroclash.” Ingmar: “Als ik in die scene zou zitten, zou ik het zeker ook zelf maken.” Valt jullie muziek in een hokje te plaatsen? Ingmar reageert: “Mijn muziek past wel degelijk in een hokje.” Martijn relativeert: “Als het beestje maar een naam heeft.” Tot slot: zijn er nog tips die je aan nieuwkomers in de scene wil meegeven? Ingmar: “Doe wat je leuk vindt, dan houd je het het langst vol. Als je bekend wil worden middels een hit, dan zit je gelijk aan die stijl vast. Beroemd en groot worden is kut, dan denk ik aan vrienden die op je geld uit zijn.” Martijn vult hem aan: “Luister veel naar andermans muziek, anders ontstaan er muzikale eilandjes.” Waarop Ingmar zegt: “Maar dan is de kans ook groter dat je het gaat proberen na te maken.”