Delfste band Alquin nog steeds indrukwekkend

Jaren ’70 nostalgie herleeft in Theater Diligentia

Tino van Leeuwen, ,

Zaterdagavond 17 november was Theater Diligentia tot de nok toe gevuld met belangstellenden voor het concert van Alquin. Deze Delftse symfonische rockband kende een grote aanhang halverwege de jaren ‘70 en wist toentertijd een kleine hit te scoren met het nummer Wheelchair groupie. Vanavond bestond het publiek overduidelijk uit fans van zo’n dertig jaar geleden.

Jaren ’70 nostalgie herleeft in Theater Diligentia

Zaterdagavond 17 november was Theater Diligentia tot de nok toe gevuld met belangstellenden voor het concert van Alquin. Deze Delftse symfonische rockband kende een grote aanhang halverwege de jaren ‘70 en wist toentertijd een kleine hit te scoren met het nummer Wheelchair groupie. Vanavond bestond het publiek overduidelijk uit fans van zo’n dertig jaar geleden. De set bestaat - zoals vaker in theaters - uit twee gedeelten. De aftrap wordt gedaan middels de song Blue planet, het titelnummer van het in 2005 verschenen comebackalbum. Er wordt enthousiast gemusiceerd door de leden van Alquin, waarbij de laatste paar regels gezongen worden door zanger Michel van Dijk. Opvallend figuur binnen de band is Ronald Ottenhof, die de sax voor zijn rekening neemt en er meer als een kantoorklerk uitziet dan een muzikant. Maar vergis je niet; hij weet meerdere malen applaus te krijgen voor zijn boeiende solo’s. Tijdens het tweede gedeelte van de set wordt Alquin gedurende twee nummers versterkt door een heuse strijkerset. De drie meiden en een jongen zijn uit tweehonderd gegadigden gekozen tot begeleidingscombo van de band. Het geheel klinkt niet geheel zuiver, maar het zij de band vergeven; de warme sfeer staat voorop! Voorafgaande aan het liedje Kite runner houdt drummer Job Tarenskeen een introductiepraatje. Hij verontschuldigt zich dat zijn woorden wellicht te oninteressant zijn voor de aanwezigen, waarna Alquin het desbetreffende nummer begint te spelen. Voor velen is het hoogtepunt Wheelchair groupie, waarbij zanger Michel het publiek uitnodigt het refrein te zingen. Eerst komen de mannen van boven de dertig aan de beurt, daarna de mannen boven de veertig en dan de mannen boven de vijftig. Het is een vermakelijk tafereel, waarmee de versie van hun bekendste nummer flink verlengd wordt. O ja, wanneer de dames aan de beurt komen, komt er een beetje iel geluid uit de zaal. Als het laatste liedje, The dance, gespeeld is, maken de bandleden een buiging en vertrekken. Het publiek wil uiteraard meer en blijft klappen tot Alquin terugkomt. De twee songs Central Station hustle en You always can change als toegift laten een onuitwisbare indruk achter. Vooral het laatst nummer is prachtig, waarbij het strijkerkwartet wederom haar bijdrage levert. Resumerend kan gesteld worden dat Alquin nog steeds op de muzikale kaart staat en ruim dertig jaar na hun hoogtepunt een sfeer weet neer te zetten waar jonge bandjes aan zouden kunnen tippen. Bis! Bis!