The Five O’Clock Heroes in het Paard

Routineus potje indierock

Leontine de Reede | Foto's: Eefje Lammers, ,

Met het idee van een avondje indierocken én het optreden op Pinkpop van The Five O’Clock Heroes nog vers in het achterhoofd was het dinsdag 29 mei prima hangen in de kleine zaal van het Paard na alle Pinksterevenementen. Sommige diehard fans van de vier boys uit de New Yorkse rock scène kwamen rechtstreeks vanuit Landgraaf nogmaals tegen het podium aan staan in de hoop herontdekt te worden. “Herken je me nog?”, werd de mannen letterlijk gevraagd en aaien en betasten is veel idealer in een klein halfgevuld zaaltje dan op een groot festival.

Routineus potje indierock

Met het idee van een avondje indierocken én het optreden op Pinkpop van The Five O’Clock Heroes nog vers in het achterhoofd was het dinsdag 29 mei prima hangen in de kleine zaal van het Paard na alle Pinksterevenementen. Sommige diehard fans van de vier boys uit de New Yorkse rock scène kwamen rechtstreeks vanuit Landgraaf nogmaals tegen het podium aan staan in de hoop herontdekt te worden. “Herken je me nog?”, werd de mannen letterlijk gevraagd en aaien en betasten is veel idealer in een klein halfgevuld zaaltje dan op een groot festival. De jonge, vrouwelijke fans moesten hun beurt echter nog geduldig afwachten. Met een support uit eigen stad, het indie/alternative rocktrio Johnny’s Landing, werd gegokt op een waardige warming up. Johnny’s Landing staat stevig met beide benen op de grond en weet de aandacht redelijk vast te houden ondanks de ietwat gewone podiumpresentatie. Commentaar uit het publiek is dat de liedjes stuk voor stuk teveel als een ‘soundtrack’ zouden klinken. Frontvrouw Dominique van Dijkhuizen is soms wat moeilijk te verstaan, maar tussen de prima te behappen nummers door zoekt zij contact met het publiek. Iets wat de bandleden van The Five O’Clock Heroes totaal overslaan tot ergernis van een aantal bezoekers. Ietwat arrogant blikt het viertal de zaal in die ze wellicht voor hun eigen gevoel ontgroeid lijken te zijn. Niets is minder waar als je het aantal verkochte kaarten toetst aan de naamsbekendheid van deze band. De band, bestaande uit twee Amerikanen en twee Britten, weet het britpop/rock geluid feilloos neer te zetten in de stijl van de vele anderen die op dit moment menig festival weten uit te verkopen. Zanger Anthony Ellis zet de toon met krachtige zang en genoeg zelfvertrouwen om de meisjes vooraan te doen smelten en de muziekliefhebber simpelweg te doen genieten. De singles ‘Time on my hands’, ‘Skin deep’ en ‘White girls’ komen aan bod waarvan de eerste nog niet zo lang geleden onze hitlijsten wist te halen. Dankbaar zingt de zaal mee op de makkelijk te verteren track. In het algemeen liggen alle nummers simpel in het gehoor en is het net de twist van het stemgeluid en de energie van Ellis die er een eigen sound aan weet te geven. Bassist Nader Khierbek en gitarist Elliott Thomson lijken de set professioneel maar wat apathisch en routineus af te werken. Om een toegift moet hard geroepen worden en de band probeert de spanning wat op te bouwen met wat extra wachttijd. Uiteindelijk mogen we nog twee liedjes lang van de brutale tronie van de frontman smullen waarna de band verdwijnt en een groep wanhopige bakvissen aan hun lot over laat. The Five O’Clock Heroes doen het leuk in het Paard maar missen de kracht die ze op Pinkpop, met de uitdaging van de groteren der aarde om hen heen en de inspiratie van een groot publiek, wel dankbaar wisten over te brengen.