Ook op tweede dag The Hague Jazz een goed feestje

Op naar volgend jaar

De tweede dag van The Hague Jazz was in de voorverkoop al uitverkocht. Geen slechte verdienste voor een relatief nieuw festival, zeker als je bedenkt dat vorig jaar slechts een handjevol bezoekers aanwezig waren. Maar het was dan ook goed vertoeven in het voormalig Congresgebouw. Sommige zalen waren zelfs overvol, maar wat wil je ook met klinkende namen op het programma als Solomon Burke, Candy Dulfer, Jan Akkerman, Tania Maria en Al Di Meola.

Op naar volgend jaar

Tekst: Cok Jouvenaar en Rik 't Jong Foto's: Ron van Varik, Joost le Feber en Cok Jouvenaar De tweede dag van The Hague Jazz was in de voorverkoop al uitverkocht. Geen slechte verdienste voor een relatief nieuw festival, zeker als je bedenkt dat vorig jaar slechts een handjevol bezoekers aanwezig waren. Maar het was dan ook goed vertoeven in het voormalig Congresgebouw. Sommige zalen waren zelfs overvol, maar wat wil je ook met klinkende namen op het programma als Solomon Burke, Candy Dulfer, Jan Akkerman, Tania Maria en Al Di Meola. Net als de eerste dag zat de sfeer vanaf het begin er al goed in. Als het eerste optreden rond de klok van half zeven start weten we dat het ook vanavond weer niet stuk kan gaan. We kregen weer een paar vette en mooie concerten om onze oren. Zo kon de echte purist aan zijn trekken komen bij het fantastische optreden van Bennink, Borstlap en Glerum. Drie giganten uit de Nederlandse jazzwereld die al eerder met elkaar speelden. Ondermeer begin 2005 toen dit trio een sublieme performance gaven in het Paard van Troje. Uiteraard wist vooral Han Bennink de aandacht op te eisen. Velen waren dan ook erg onder de indruk van het spel van deze levende legende. Terwijl bassist Ernst Glerum een stabiele basis legt en Michel Borstlap de vleugel perfect laat meedeinen met prachtig spel gaat Bennink te keer als een beest. Wie deze meester wel eens live heeft bewonderd weet waarover gesproken wordt. Deze man drumt fysiek. Niet alleen met zijn handen, maar ook met zijn benen, voeten en zelfs met zijn hele gezicht. Tussendoor weet hij nog grapjes te maken ook. Terwijl veel van de optredende artiesten de pensioensgerechtigde leeftijd reeds bereikt hebben (Rita Reys is zelfs 82), zijn er dit weekend gelukkig ook nog een aantal jongelingen te aanschouwen. Op het moment dat de zeventienjarige Sebastian aantreedt in Louis’ Basement, begint de Leidse formatie !Rythem aan hun set. Met een gemiddelde leeftijd van nog geen achttien jaar is !Rythem één van de allerjongste sensaties van dit festival. Naar eigen zeggen zijn ze geïnspireerd door artiesten die floreerden, lang voordat deze bandleden geboren waren; The Meters, The Funk Brothers, Weather Report, Pink Floyd, Miles Davis, Herbie Hancock en Jimi Hendrix. Met twee toetsenisten, een trompettist, gitarist en ritmesectie spelen de jongens gelaagde composities met boeiende wendingen en pakkende intermezzo’s. Het is fascinerend dat zij, op hun jonge leeftijd al, beschikken over een dermate ontwikkelde muzikale bagage. De funk fusion rock die ze vertolken swingt, knalt en klinkt bijzonder fris, zonder een moment saai of eenvormig te worden. Het enthousiaste kwintet straalt en alle aandacht lijkt soms zelfs een beetje onwennig. Dat er her en der een nootje verkeerd valt, maakt totaal niet uit, het geeft zelfs nog meer charme aan de performance. De veelbelovende tieners van !Rythem bewijzen maar weer eens dat de jeugd de toekomst heeft! De Amsterdam Klezmer Band doet het ook niet verkeerd op dit festival. Vrolijke Jiddische muziek waar men maar moeilijk de voeten op de vloer kan laten staan. Hoewel het Amsterdamse en Joodse gevoel in het spel zit weet dit zevental Blakey’s Corner in Den Haag op eigen wijze in te palmen. Dat er dan met een Amsterdams accent gezongen wordt zal iedereen een worst zijn. In no time weten de jonge mannen in maatpak van Monsieur Dubois in Glenn’s Blue Note een indruk te maken die niet meer van het netvlies af te branden is. De term die de mannen zelfs hanteren voor hun stijl is ‘Danceable hardjazz’ en terecht. Na een paar nummers weten we het zeker: Dit is de nieuwe Nederlandse Jazzlichting. Net als een jaar of vijftien geleden toen de band ‘The Houdini’s’ Neerlands hoop in bange jazzdagen was is de fakkel nu overgedragen aan dit sextet. Het spel van Maarten Meddens op de Fender Rhodes in combinatie met saxofonist Bart Wirtz en trompettist Dirk Beets is van opzwepende aard. De elektronische effecten doen de rest. Deze zuigen je als een orkaan mee. De uitmuntende saxofonist/fluitist Benjamin Herman is waarschijnlijk één van de meest creatieve en productieve jazzmuzikanten van Nederland, misschien zelfs wel van Europa. Deze man ademt werkelijk muziek. Of het nu solo, met de New Cool Collective (Big Band), of tijdens één van zijn ontelbare uiteenlopende gastoptredens is; de lat ligt altijd op zijn allerhoogst. Vanavond speelt Herman met zijn kwartet, deze keer bestaande uit NCC muzikanten Anton Goudsmit (gitaar) en Joost Kroon (drums) plus Ernst Glerum (bas), bekend van het album ‘The Itch’ (2005). In een uur tijd geven de meester en zijn kompanen een uiterst boeiende en leerzame muziekles. De onnavolgbare techniek van deze vier muzikanten levert een bijzonder imposant schouw- en luisterspel op. De ene daverende solo wordt aan de andere geregen, in lange, zeer divers gestructureerde stukken. Indringende hardbop wordt gemakkelijk afgewisseld met relaxte swing, easy latin, of een mix van surf en cocktailjazz. Toch voert vooral de integere jazz de boventoon tijdens dit optreden. Voor de zoveelste keer en zeker niet voor de laatste, bewijst Herman, samen met zijn kwartet, op eenzame hoogte te staan. Jan Akkerman is geen onbekende meer voor jazzminnend Den Haag. Diverse malen maakte hij indruk op North Sea Jazz. Zijn gitaarspel blijft nog steeds ongeëvenaard, of hij nou subtiele klanken uit zijn Gibson tovert of een onvervalst partijtje ragt. Het blijft van hoog niveau. Vanavond zijn Akkerman en co weer helemaal in topvorm. Veel werk van het live album ‘Live in concert 2007’ en het door Ronald Molendijk geproduceerde werk ‘CU’, maar ook het oude materiaal van Focus ontbreekt niet. Zo komen spontaan de bekende hits ‘Hocus pocus’ en ‘House of the king’ voorbij. Het spel van toetsenist Coen Molenaar doet het jodelen van Thijs van Leer helemaal vergeten. En de solide ritmetandem Marijn van der Berg en Wibrand Meiske doen de rest. Stergitarist Al Di Meola stond de afgelopen jaren al meerdere malen op een jazzmanifestatie in Den Haag. De laatste keer was een soloconcert in november (ook in het kader van The Hague Jazz), op hetzelfde podium nota bene. “Wegens overweldigend succes geprolongeerd” verkondigt de presentator. Di Meola is, naast een uitzonderlijk fenomeen op de gitaar, een enorme perfectionist. Zijn techniek is dan ook onwaarschijnlijk ver ontwikkeld en de man zal zelden tot nooit te betrappen zijn op een verkeerde noot. Ook van zijn begeleidingsband eist hij bijzonder vakmanschap; de muzikanten op percussie, toetsen, bas en drums zijn alle vier van een torenhoog kaliber. Zijn muziek, fusionjazz, is niet altijd even gemakkelijk te verhapstukken. Vanaf het begin van het optreden speelt het ensemble met een noodvaart en lijkt er geen houden aan. Ingewikkelde maatsoorten, verwarrende melodieën en razendsnelle tempowisselingen worden onverbiddelijk op het publiek afgevuurd. In de wirwar van geluiden lijkt men soms door het bos de bomen niet meer te zien, maar keer op keer komt Di Meola met zijn technisch hoogstaande composities weer goed terecht. De snelle stukken maken gelukkig ook vaak genoeg plaats voor rustige, serene passages. Met een overschot aan indrukwekkende solo’s en kunstige songs is het optreden van deze headliner een absolute verademing. Ondanks dat het overgrote gedeelte van het publiek zich in The A-train tent bevindt bij het concert van de publiekstrekker van de avond ‘Solomon Burke’ bouwt een bond gezelschap ondertussen in Blakey's Corner een feestje. Zo op het eerste gezicht lijkt het een zooitje ongeregeld maar toch klinkt het als een hecht collectief. De dame en heren van Brooklyn Funk Essentials zijn op deze locatie als een vis in het water. Dansbare muziek met een aantal vocalisten die elkaar prima afwisselen. In The A-train gaat het heel anders er aan toe. Een echte koning laat natuurlijk op zich wachten. En koning Solomon komt een dikke twintig minuten later (in rolstoel) op dan gepland. Deze “King of Rock and Soul” heeft een orkest om zich heen verzameld om zijn swingende en enerverende soul ten gehore te brengen. De meeste bezoekers zijn naar deze locatie toegekomen om een glimp van deze legendarische man op te vangen. Vitaal oogt deze koning niet. Er is duidelijk overgewicht in het spel, maar zijn stem lijkt hierdoor alleen maar krachtiger geworden. Na ieder nummer wordt zijn kale voorhoofd door een schone dame in een sexy outfit keurig afgedept. Zo willen we allemaal wel op leeftijd komen. Toch swingt het geheel als een tiet en blijft het erg vermakelijk om te aanschouwen. In Mariska’s wordt het programma afgesloten door een Haagse artiest. Sven Figee speelt er met band een baggervette set. Uit zijn Hammond weet hij het uiterste te halen. “Jimmy Smith is still alive” lijkt hij te willen zeggen. Veel oude soul- en funkklassiekers heeft dit collectief met de naam ‘Sven Hammond Soul’ naar eigen hand gezet. Mariska Veres zou trots zijn geweest op haar stadgenoot en zijn muzikale maatjes. Als decor hangt er een prachtige foto van Veres uit de tijd dat ze nog een seksidool was. Louis’ Basement staat deze avond in het teken van opzwepende, dansbare, Braziliaanse en Latin-achtige klanken. Al snel loopt het programma uit en speelt ook Marcos Valle Jet-amba een stuk later dan staat aangegeven. Desalniettemin laat deze man het er niet bij zitten en doet een stevige duit in het zakje. Als vocale ondersteuning heeft hij een hele jonge zangeres meegenomen. Veel van Valle’s composities zijn in het verleden vertolkt door onder andere Sarah Vaughn en Dizzy Gillepsie. Zeker laatstgenoemde had een patent op alles wat maar een beetje naar Bossa Nova rook. Niets voor niets mocht hij acte de presence geven in het communistische Cuba. Marcos Valle’s composities zijn niets aan kracht afgenomen. Momenteel maakt zijn muziek een revival door in de Londonse rare groove movement scene. Na Marcus Valle komt het concert van Tania Maria Quartet een beetje flauw over. Louis’ Basement is lekker warm gespeeld door Marcos Valle en zijn band, maar het kwartet van Tania Maria slaat niet echt aan. Haar muziek komt vanavond toch wel kaal, koud en kil over. Jammer, want andere jaren wist deze legendarische dame te overtuigen en de boel op te zwepen. Slechts de percussionist links op het podium lijkt het reuze naar zijn zin te hebben. Martin Verdonk zou vroeg op de avond spelen maar omdat zijn optreden geruild is met Jean Luc Ponty sluit de meesterpercussionist de avond af in de Chez Ella. Rond de klok van één uur weet deze man nog veel publiek te trekken. Zelfs na twee dagen The Hague Jazz. In zijn Latin Jazz VSOP zitten dan ook niet de minste muzikanten. Uiteraard is het middelpunt Verdonk himself. Deze kale bebaarde man verleende zijn spel aan vele grote artiesten. Zo speelde hij ondermeer met Santana, Steve Winwood, Richard Bona, maar ook in Nueva Manteca en speelde hij in Ahoy tijdens de reünieconcerten van Doe Maar. Verdonk geeft zijn medemuzikanten veel ruimte waardoor het geheel als een echte band overkomt. Zo leverde bassist Eric Calmes de compositie ‘Cha cha voor Katja’ wat door het publiek in Chez Ella enorm goed werd ontvangen en mag het spel van gitarist Ed Verhoeff op de telecaster niet onvermeld blijven. Verhoeff heeft dan ook een enorme staat van dienst. Niet alleen is hij nu de stuwende kracht bij Verdonk en co, maar zijn Antilliaanse kwaliteiten geeft hij prijs bij Izaline Calister. Martin Verdonk Latin Jazz VSOP is een prachtige afsluiter van deze tweede editie van The Hague Jazz. De organisatie van dit festival heeft al een contract getekend met het World Forum Conventon Center voor vijf jaar. Dus Den Haag mag weer dik vijf jaar in haar handen knijpen. Er is gelukkig weer een jazzfestival van een degelijk kaliber. In de wandelgangen wordt al gefluisterd dat het volgend jaar misschien een driedaags festival zal worden. Andere geluiden zijn weer dat het buitenpodium (Blakey’s Corner) te veel rompslomp met zich mee heeft gebracht in de vorm met buurtoverlast en vergunningen dat dit podium wel zal verdwijnen. Allemaal geruchten, geluiden en berichten die er misschien niet toe doen. Want zover is het nog niet. Den Haag heeft in ieder geval weer een jazzfestival waar we trots op mogen zijn. Maar liefst drie dagen (met de preview meegerekend) jazz en jazzgerelateerde muziek voor onze kiezen gehad en het was in één woord weer geweldig. North Sea Jazz is dan wel weg uit de Hofstad en aan de haven van Rotterdam gaan zitten, als we de programmering bekijken wordt het steeds meer een veredeld popfestival waar de geest van wijlen Acket niet meer te vinden is. The Hague Jazz is kleinschaliger en heeft veel meer echte jazz op het programma staan. Dat is toch wat een echte liefhebber wil. Lang leve The Hague Jazz!