Het werkende magische muzikale elixer dat Nosfell heet

Avonturen in Klokochazia

Peisam Tsang, ,

Nosfell bestaat uit cellist/bassist Pierre Lebourgeois en zanger/gitarist Labyala Fela Da Jawid Fel, kortweg Labyala Nosfell of nog korter Nosfell. In de kleine zaal van het Paard van Troje doet het uit Parijs afkomstig duo alweer zijn vierde Nederlandse optreden.

Avonturen in Klokochazia

Nosfell bestaat uit cellist/bassist Pierre Lebourgeois en zanger/gitarist Labyala Fela Da Jawid Fel, kortweg Labyala Nosfell of nog korter Nosfell. In de kleine zaal van het Paard van Troje doet het uit Parijs afkomstig duo alweer zijn vierde Nederlandse optreden. Nosfell staat erom bekend een verhalende en bevreemdende sfeer neer te kunnen zetten en te overtuigen. De muziek is gestoeld op de wondere gedachtewereld van de zanger, compleet met eigen taal en schrift, het Klokobetz. Zo wordt er op het eerste album ‘Pomaïe Klokochazia balek’ alleen in deze zelfverzonnen taal gezongen. In het Frans en Engels zingen heeft pas zijn intrede gedaan in het vorig jaar uitgekomen tweede album ‘Kälin bla lemsnit dünfel labyanit’. Een album die zeer goed en lovend is ontvangen, waarvan de zang doet denken aan die van Ben Harper. Geadditioneerd met een surrealistische verrassing, eentje die uitmondt in de geboorte van zonderlinge melodieën, maar toch coherent klinkt. Stijlen die cohabiteren zijn onder meer Afrikaanse en Arabische muziek, blues, funk en human beatbox. Naast cello, bas en gitaar is het belangrijkste instrument om te samplen de stembanden. Het is niet druk als het duo aanvangt. Enigszins jammer, want een optreden van Nosfell is een avontuurlijke reis waarbij je aan de hand wordt meegenomen naar een wereld waar demonen en ander gespuis heersen, maar waarbij er wonderwel prachtige muziek wordt gecreëerd. Een wereld die je gezien moet hebben om de schoonheid van de dingen en de muziek optimaal te kunnen waarderen. Tussen de nummers geeft Labyala steeds een vrij lange toelichting waar het nummer over gaat. Uitgebreid beschrijft hij de vlakten die zich uitstrekken van Noord naar Zuid, van West naar Oost Klokochazia en de avonturen die zich daar hebben afgespeeld. Als Labyala zijn gitaar niet gebruikt, dan laat hij deze ondersteboven hangen, blootsvoets en staand op één been, de andere voet rust op zijn gitaar. Ook vergezelt hij zijn stukken van elastisch gekonkel, dat lijkt op een mengeling van yoga en moderne dans. Op een gegeven moment springt hij het podium af, wurmt zich een weg door het publiek om lenig weer terug te komen op het podium, alwaar hij zijn shirt in een eveneens vloeiende beweging uittrekt. Een kameleon heeft bezit genomen van zijn getatoeëerde lichaam. De vier rechthoekige lichtpanelen versterken dit effect soms nog meer. De cellist, die zo nu en dan de bas voor zijn rekening neemt, is de rust zelve. Dan is er nog niet eens gesproken over de muziek. Dit gebeurt op een intrigerende wijze, die de twee Fransen zichzelf op een knappe manier eigen hebben gemaakt. Er wordt veel gebruik gemaakt van samples. Deze worden ter plekke ingespeeld, bijvoorbeeld eerst een beat aan de hand van human beatbox en daaroverheen wordt er gespeeld en gezongen. Bij vlagen klinkt het geniaal en magisch, een muzikaal elixer van allerlei stijlen. De zang doet er een grote schep bovenop. Deze changeert van hoog naar laag, van liefkozingen naar kwellingen, van engelen naar demonen, van harmonie naar van kwaad tot erger. Op driekwart van de set doet er ineens een drummer mee. Een drummer die je voorheen niet zozeer mist, maar pijnlijk onverschillig ervaart als hij dan toch nog meespeelt. Het is overduidelijk dat hij niet dezelfde intensiteit en bevlogenheid als de andere twee muzikanten heeft. Misschien omdat hij slechts als kortstondige invulling dient van enkele nummers, maar dat mag het excuus niet zijn. Het hele optreden in beschouwing genomen, is dit slechts het enige minpuntje van Nosfell. Verder heeft de band wederom, met name de cellist en zanger, ruimschoots overtuigd.