New Cool Collective; Een liveshow zonder opsmuk

Voeten van de vloer bij hedendaagse bigband

Cok Jouvenaar | Foto's: Maaike van Grol, ,

Onlangs bracht de negentienmansformatie New Cool Collective hun zesde album op de markt, een vet live album waar de kritieken niet om liegen. In het kader hiervan was de band onder de bezielende leiding van Benjamin Herman weer op tournee. Deze bracht hun op donderdag 31 mei in de grote zaal van het Paard van Troje.

Voeten van de vloer bij hedendaagse bigband

Onlangs bracht de negentienmansformatie New Cool Collective hun zesde album op de markt, een vet live album waar de kritieken niet om liegen. In het kader hiervan was de band onder de bezielende leiding van Benjamin Herman weer op tournee. Deze bracht hun op donderdag 31 mei in de grote zaal van het Paard van Troje. “We moeten effe wakker worden, hoor!” met deze woorden slaat Benjamin Herman gekscherend de juiste toon nadat de band van start is gegaan met ‘Enter the dragon’. Dit stuk heeft veel weg van een spannende politieserie. Al snel gaat de Collective verder met ‘Tramp stamp’. Beide stukken zijn te vinden op het nieuwe live album van deze big band. Al meer dan een decennium timmert Benjamin Herman samen met zijn legertje muzikanten aan de weg. Dit heeft gezorgd dat NCC momenteel de populairste, hipste en misschien wel beste bigband van het moment is. Niet voor niets kregen de muzikanten uitnodigingen om te spelen op Roskilde, Waterpop, De week van de Nederlandse Popmuziek. Lowlands, Sgizet Festival, North Sea Jazz en speelden ze al eerder het Paard plat. Dan te bedenken dat de band ooit is ontstaan uit jamsessies in de Meander in Amsterdam als achtkoppig bandje. Toen al wisten ze indruk te maken in de foyer van de Dr. Anton Phillipszaal. Zes jaar later werden de stoelen uit de Dr. Anton Phillipszaal gehaald omdat het publiek wilde dansen op de dan tot bigband getransformeerde New Cool Collective. De grootte jaren van de bigbands mogen dan liggen tussen de jaren dertig en vijftig van de vorige eeuw, NCC is alles behalve oubollig. Dit collectief heeft duidelijk het concept bigband nieuw leven in geblazen zonder klakkeloos in de voetsporen van grootheden als Benny Goodman, Duke Ellington, Count Basie en Glenn Miller te treden. Uiteraard zijn er overeenkomsten tussen deze legendes en NCC, maar ze zijn niet nadrukkelijk aanwezig. Met dertien blazers, twee percussionisten, een drummer, gitarist, bassist en toetsenist wordt van meet af aan de show gestolen en staat na verloop van tijd (zonder dat je het zelf door hebt) de zaal op zijn kop. Het lijkt voor Benjamin Herman en de zijnen een droom te zijn die uit is gekomen. Bijna de gehele band staat vanaf begin tot eind met een glimlach van oor tot oor te spelen. Zoals een goede bandleider betaamd geeft Herman het voorteken door soms met kreten en schreeuwtjes de muziek kracht bij te zetten. Hij heeft alle reden om blij te zijn want de “redder” van de avond is Manuel Hugas, aldus Hermans. Vaste bassist Leslie López zit ergens in Mexico vast. Hierdoor werd Hugas, onlangs uitgeroepen tot de beste bassist van Nederland tijdens de laatste editie van de muzikantendag, ingeschakeld om de boel aan elkaar te bassen. Het is dat Hermans dit vermeld en dat zijn kleding verraad dat hij geen vast bandlid is, anders zouden we niet anders weten. De meeste mannen in de band zijn ook keurig gekleed in een keurig pak, slechts de percussionisten en drummer zien er wat losser uit met een overhemdje met korte mouwen. Maar het trommelen is dan ook eens tuk fysieker dan op een trompet of tuba blazen. Een colbertje zou wel eens in de weg kunnen zitten. Percussionisten Jos de Haas en Frank van Dok wisselen elkaar zo nu en dan af. Ook toetsenist Willem Friede doet ook een duit in het percussiezakje. Willem Friede is één van de grote krachten achter NCC. Niet alleen bespeeld hij (al dan niet) met zonnebril de Fender Rhodes. Friede is de man van de arrangementen en de composities, laat Hermans halverwege de show weten. Bij het stuk ‘El cumbanchero’ fungeert Friede als dirigent. Een ander kopstuk binnen dit miniorkest is gitarist Anton Goudsmit. Niet alleen door zijn frivole grimas maar ook door zijn eigen manier van spelen. Hij weet met een heel clean geluid toch het een en ander aan special effects neer te zetten en laat een stukje onvervalste surf horen in ‘Misirlou’. Het is dat we weten dat we met jazz-achtige muziek hebben te maken anders zou je denken dat we aanwezig waren bij het voorprogramma van de Stray Cats. Dat er niet alleen gas wordt gegeven komt goed naar voren laten vooral de saxofonisten Efraim en Wouter Schueler horen. Laatstgenoemde steelt de show met een prachtige solo in het nummer ‘Sinas’. Een prachtige en sfeervolle compositie die één van de hoogtepunten is. David Kwebsilber is ook één van de vijf saxofonisten, maar deze kleine man is ook goed met de klarinet. Ook hij weet door zijn mimiek de zaal mee te krijgen. In een stuk wat begint als een compositie uit de jaren twintig bij een Charlie Chaplin film krijgt hij vervolgens rugdekking van Hermans op de altsax en trompettist Jan van Duikeren. Gedrieën laten ze een powervolle maar gedegen battle zien en horen. In de twee slotstukken laat de NCC horen ook thuis te zijn in de Zuid-Amerikaanse sferen met de stukken ‘Yeh yeh’ en ‘Conga yeye’. Hier is de hoofdrol weggelegd voor oudgediende Jos de Haas. De zaal is dan al zo goed als plat gespeeld en deze stukken zijn slechts het toetje. Ook drummer Joost Kroon is er een die opvalt, of zoals bandleider Herman het verwoord; “De motor van de band”. In de twee toegiften gaat deze man flink tekeer als een razende roeland. Zeker in de stukken ‘Lo blo’ en ‘One for Kyra’ afkomstig van het album ‘Trippin' is deze man niet meer te houden. Na een kleine twee uur is het feest dan toch voorbij. De mannen van NCC maken wederom een onuitwisbare indruk. Niet alleen op het netvlies maar ook in de oorschelpen. Even later staan een aantal man van dit gezelschap in de foyer van het paard het nieuwste album ‘Live’ te signeren. De meeste bezoekers gaan dan ook met een exemplaartje richting huis.