Column: 'Onder vuur' (1)

Kill your X-Factor

Leontine de Reede, ,

Het is valentijnsdag, toevallig. Het is de dag van de liefde en liefde kan over een hoop dingen gaan. Ook over muziek en bepaalde muzikale helden in het bijzonder. Ik zit op de grond tussen de dozen om mijn oldschool plakboeken onder het stof vandaan te halen. Ook een hoop vinyl en bijna-antiek videomateriaal erbij. Video is jaren '80 en heeft ‘t net aan gered tot het millennium.

Kill your X-Factor

Het is valentijnsdag, toevallig. Het is de dag van de liefde en liefde kan over een hoop dingen gaan. Ook over muziek en bepaalde muzikale helden in het bijzonder. Ik zit op de grond tussen de dozen om mijn oldschool plakboeken onder het stof vandaan te halen. Ook een hoop vinyl en bijna-antiek videomateriaal erbij. Video is jaren '80 en heeft ‘t net aan gered tot het millennium. Het is een mooie dag om melancholisch terug te blikken. Een dag dat ik mijn muzikale helden een warm hart toe draag. Dat ik terug ga in de tijd om ze weer op te zoeken. Ik heb ze geen kaartje gestuurd. Dat leer je af. Als 10-jarige look-a-like en fan heb ik een keer een brief naar mijn idool gestuurd met de vraag of ze nog wat kleding en make up voor me over had. Hoefde ze alleen maar in een envelop te gooien. Ik had de aanvraag duidelijk geadresseerd: Madonna Louise Veronica Ciccone, Amerika. Eigenhandig heb ik 'm, balancerend op mijn tenen, in de brievenbus gegooid. Nooit meer wat van gehoord, ondanks dat mijn adres netjes in de brief vermeld stond. Dat bedoel ik. In plaats van onbeantwoorde communicatie beter de naald op een van mijn favoriete rockalbums aller tijden laten vallen en het bijbehorende plakwerk te bekijken. 'Appetite for Destruction' heet die plaat. Bij de eerste tonen ben ik terug in het jaar dat een van de meest succesvolle rockbands van de jaren ’90 de Rotterdamse Kuip kapot speelde. Hij kwam uit Amerika en was een heel dappere bink. Hij sloeg zijn vrouw en ruïneerde met zijn stoere rock n roll attitude op korte termijn alles wat hij ooit had bereikt. We waren voor elkaar gemaakt, trailer trash-Axl en ik. Dat voelde ik gewoon. Axl was sinds mijn eerste luistersessie Paradise City niet meer uit mijn leven weg te denken. Daar ging het toch om, liefde waar alles voor moest wijken. Als dat toevallig een gast in wielrenbroek of whatever dat moest voorstellen was, dan moest dat maar. Mijn jonge hart veroordeelde niets. Soms droeg hij een kort model maar af en toe ook zijn interpretatie van een hardloopmaillot. Hell yeah! Er waren er al velen voor hem geweest maar daar gaat het niet om; niets of niemand was zoals Axl. Hij vond het ook niet erg dat ik als door de wol geverfde tiener al van anderen had gehouden. Ja, zelfs het concertkaartje is nog in tact, prachtige full colour print. Dat waren nog eens kaartjes. Vol verwachting toog ik met dit kaartje stevig in mijn hand geklemd naar de Kuip. In mijn standaard rock tenue, gedecoreerd met een paar kilo wegende collectie doodshoofden van Alchemy zwoegde ik als een van de eersten over het veld en scoorde een bandje voor het eerste vak. Daar deed je het voor. Ik vergat de wereld om mij heen. Axl vergat mij en kwam veel te laat. Axl komt nog steeds te laat, een vervelende eigenschap. Na de release van The Spaghetti Incident hebben we met zijn allen jaren mogen wachten op Chinese Democracy. Jaar in, jaar uit verkondigde hij de release van dit laatste werk totdat niemand er meer in geloofde. Nooit hebben liefhebbers over de hele wereld langer op iemand gewacht dan op Axl. De meesten gaven het op. Nu ligt het er, Chinese Democracy. Best aardig maar verre van het meesterwerk waar Axl ons volgens eigen zeggen op ging trakteren. In de schaduw van al het goede dat was. De liefde is over. Dit is de man die alleen met zijn grootheidswaanzin te vroeg kwam en daar zit niemand op te wachten.