Bob Fosko (Geert Timmers) timmert al sinds jaar en dag aan de weg. Als zanger-gitarist, schrijver van sketches, inspreker van reclamespotjes en jingles en auteur. Na twee theatertours met een Blues Brothers programma is hij nu in Den Haag te zien als Alfred Doolittle in de musical My Fair Lady.
Wie zijn CV opslaat, komt echt van alles tegen. Zo had hij ook een rol in De Jantjes, is de drijvende kracht achter de enorm populaire Hardrock Karaoke in het Wilhelminapakhuis in Amsterdam en zet hij zich in voor Unicef. Over zijn voormalige band De Raggende Manne schreef hij een boek, hij schreef een megahit, Gabbertje, voor Hakkûhbar, speelde in films en schreef het lijflied voor de SP. Vorig jaar kwamen we hem tegen op De Parade in een programma met Pierre van Duyl en Maarten van Rozendaal. Dit jaar troffen we hem backstage bij My Fair Lady, een productie van Van der Ende.
In 2005 nam Bob in een week tijd een cd op in Frankrijk, ‘Omgekomen In Oorschot’, met muzikantenvrienden als gitarist Wouter Planteydt, percussionist Rudi De Graaff, toetsenist Nico Brandsen en drummer Martijn Bosman. “Wouter zei: ‘Je moet eens een plaat opnemen. Toevallig heb ik een huis in Zuid Bourgogne, dus daar is dat gebeurd. Er is ook nog een dvd bij uitgekomen: Fosko Fume Une Pipe, over het scheppingsproces.” Dit jaar gaat hij weer met collega-muzikanten in Frankrijk opnemen. “En dan gaan we in februari 2008 het theater onder de naam Fosko.” Hij heeft van tevoren al veel teksten klaarliggen. “Verder gaat dat daar via instant composing. Er zijn ook nummers bij die we nieuw leven hebben ingeblazen. Martijn Bosman deed de muziekproductie.”
De mannen bereiden zich nu voor op de nieuwe plaat. “We zijn materiaal aan het verzamelen en teksten aan het schrijven.” En dat valt niet mee, als je dag in dag uit in een musical staat: “Ik heb nog niet zo veel liedjes. Maar ik schrijf in de kleedkamer. Ik ben een actief persoon.” Is in een musical spelen een echte carrièreswitch? “Ik zoek het beste uit de wereld om te kunnen doen wat ik doe, dus dit doe ik erbij.” Hij haast zich te zeggen: “Ik ben trots en blij dat ik in deze musical sta. Het is heel prettig dat dingen voor je geregeld zijn.” Een contrast met het muzikantenbestaan: “Als popster moet je alles zelf doen. Drie jaar geleden zijn we gestopt met Gorelev. Jan-Paul van der Mey vond de toekomst te onzeker. De groep Fosko is ervoor in de plaats gekomen.”
De politiek laat hem niet koud. “Ik ben al vanaf 1999 betrokken bij de SP. Dat heeft te maken met mijn achtergrond. “Dat we niet in het kabinet zitten, komt omdat het CDA niet met het blok PvdA en SP in de regering wil zitten. Ze hebben nu een regeerakkoord, we zullen zien wat ze ervan maken. De SP heeft 26 zetels gekregen. En als ze nog niet naar ons willen luisteren, gaan we het maar op straat uitvechten. Ik vind dat de regering helderheid moet verschaffen over de politieke steun aan de Amerikanen.”
Hij is net naar de Sixties! Tentoonstelling in het Gemeentemuseum geweest en heeft ervan genoten. Terug naar zijn roots. “Daar komt het allemaal vandaan. Ik ben van 1955. Mijn ouders hadden een automatiek in het centrum van Baarn. Daar kwamen veel jongeren. Ik groeide op in een inspirerende periode. Ik was een muzikaal kind en kreeg alles al vroeg mee, vanaf mijn zesde zo’n beetje. De muzikale ontwikkelingen in die periode, wat hen bezig hield. Ze kwamen in opstand tegen de heersende klasse. Zo heeft mijn kunstenaarschap zich ontwikkeld.”
Bob Fosko, van rocker naar musicalster
‘Ik ben een actief persoon’
Bob Fosko (Geert Timmers) timmert al sinds jaar en dag aan de weg. Als zanger-gitarist, schrijver van sketches, inspreker van reclamespotjes en jingles en auteur. Na twee theatertours met een Blues Brothers programma is hij nu in Den Haag te zien als Alfred Doolittle in de musical My Fair Lady.