De Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) is uitgenodigd in Den Haag. Op donderdag 31 januari zal worden gesproken met de vaste Kamercommissie van het ministerie van OC&W. In dit zogenaamde rondetafelgesprek zal van gedachten worden gewisseld over de toekomst van de Nederlandse poppodia en festivals. VNPF directeur Berend Schans heeft zijn A4’tjes met agendapunten al klaarliggen. “Maar helaas moet de officiële agenda nog worden toegezonden”, lacht Schans.

Volgens de directeur wordt het ook wel tijd dat de politiek weer eens aandacht gaat besteden aan popmuziek in Nederland. “We hebben nog niet alle data van de verschillende podia binnen, maar we gaan er vanuit dat er weer méér bezoekers zijn geweest dan vorig jaar. Het is dan toch raar dat zalen moeten blijven krabben aan de korst. Ook dit jaar waren er weer faillissementen door politieke onwil.” Toch is dit volgens Schans niet alleen negatief: “De minder professionele organisaties worden er uitgeschud. Dat is goed voor het podiumlandschap.”

2007 was ook het jaar waarin de popmuziek búiten het poppodium plaatsvond. “Anouk kiest er voor om in plaats van een lange clubtour een paar stadiums uit te verkopen. Maar ook initiatieven als Live in Westerpark schieten als paddenstoelen uit de grond.” Volgens Schans ligt dit samen met het feit dat meer dan ooit het geld met optredens verdiend worden in plaats van met geluidsdragers.

Tijdens het rondetafelgesprek zal Schans in ieder geval aandringen om de gemeentelijke gelden voor poppodia meer te kanaliseren. Ook zal er meer geld naar de podia moeten. ”Er gaat nu acht ton naar de podia, dat moet natuurlijk veel meer zijn. Een theatergezelschap krijgt geld, daar profiteert een zaal van. Maar een bandje krijgt geen subsidie. Podia moeten het dus veel meer zelf doen.” Een andere manier om meer geld over te houden is een andere structuur van de BUMA betalingen. “We betalen echt heel veel geld aan de BUMA, dat moet echt anders. Dan kan er nog veel geld voor de podia overblijven.”