Haags Zwingfestival is anderz

Koos Alberts zet Zuiderpark op zijn kop

Ron van Varik, ,

Op zondag 19 augustus werd in het Haagse Zuiderpark het Haags Zwingfestival gehouden met onder andere optredens van Koos Alberts, Doe Maar Alsof en Frans de Leef. Dit festival onderscheidt zich van alle Haagse festivals en daarom nam popfotograaf Ron van Varik een kijkje.

Koos Alberts zet Zuiderpark op zijn kop

Op zondag 19 augustus werd in het Zuiderpark het Haags Zwing Festival gehouden. Dit festival onderscheidt zich van alle Haagse festivals en daarom nam popfotograaf Ron van Varik een kijkje. Ruimschoots voor de aanvangstijd staan er al lange rijen voor de poorten van het Openluchttheater Zuiderpark. Reden hiervoor is het Haags Zwing Festival waar Nederlandstalige en meezingliederen centraal staan. Dat deze vreemde eend in de bijt van al de festivals in een behoefte voorziet laat de hoge opkomst duidelijk zien, want al snel is het openluchttheater vol. De succesformule geeft aandacht aan een muziekstroming die eigenlijk nergens aan bod komt. Een lange rij van smartlappen en feestliederen trekt als een lange stoet de tribunes op. Waar de veeleisende muziekliefhebber tenenkrommend en tandenknarsend zou luisteren breekt in het Zuiderpark een volksfeest los dat slechts overtroffen kan worden als Nederland het WK voetbal zou winnen. De programmering is binnen het genre veelzijdig en de uitbreiding van de presentatie met de zingende wethouder Rabin Baldewsingh is een unieke vondst. De middag begint met het Zwingcafé onder leiding van Frans de Leef en gastpianist Hans Steijger (Haegsche Kringen). Deze Haagse vorm van karaoke, waarbij het publiek uit volle borst mee kan brullen met de teksten uit het songboek, gaat er in als koek bij een ouderling. Frans ontpopt zich als een echte entertainer en zorgt voor een sfeer waarmee de toon voor de rest van het festival gezet wordt. Aan het visuele aspect is ook gedacht door twee intermezzo’s te plannen van de danseressen van de FaFa Showacademy. Hoewel deze optredens er best leuk uitzien voegt de act eigenlijk niets toe aan het festival. De muziek heeft geen hoog meezinggehalte. Volgende keer een optreden van het Als de klok van Arnemuiden showballet. Het zou toch wel eens leuk zijn om te zien hoe de pas de deux van een smartlap er uit ziet. Sjors en Co, ofwel Rob Andeweg en Fred Zuiderwijk, zorgen voor de vrolijke noot en voorkomen dat het feest inkakt. Inhoudelijk stelt de muziek niet veel voor, maar het wordt op een volume gebracht dat er geen ontkomen aan mogelijk is. Daar zijn de bolletjes van oranje weer is een medley gebaseerd op de succesvolle Nederlandse voetballiederen over de bolletjesslikkers op de Antillen. De eerste handjes gaan voorzichtig omhoog. Het moet niet gekker worden als operettekoor ODES het podium betreedt. Het koor heeft niet zo heel veel met Nederlandse liederen, maar daarentegen hebben de liedjes uit bijvoorbeeld The Sound Of Music wel weer een enorm hoog meezinggehalte. Op de kwaliteiten van het koor is niets af te dingen en tegen de verwachting in vormen zij een van de hoogtepunten van de middag. Een ander hoogtepunt is Rein Mercha. Dit is een van de weinige zangers op het Zwingfestival die hoofdzakelijk eigen nummers brengen in het zonovergoten Openluchttheater. Hij weet het publiek er wel mee in vervoering te brengen. Speciaal voor de Haagse wethouder Rabin Baldewsingh van Burgerschap, Deconcentratie, Leefbaarheid en Media wordt een nummer in Sinti (zigeunertaal) gebracht. Zijn dochter danst hierbij een zigeunerdans. Het inburgeraars-koor Haagse Nieuwe bestaat uit immigranten die als koor optreden met bekende Hollandse liedjes. Het is een onderdeel van de inburgering opleiding van de Mondriaan-groep om inburgeraars bekend te maken met de Nederlandse cultuur. Liederen als Ik hou van Holland, Daar bij die molen en Heb je even voor mij, maken deel uit van het repertoire. De liederen worden vol overgave en nagenoeg accentloos ten gehore gebracht. Het hoofdzakelijk autochtone publiek zingt voluit mee. Toch kan het met de inburgering beter, want de allochtone medelanders zijn duidelijk nog geen liefhebbers van de Nederlandse cultuur en hebben de tribune van het openluchttheater links laten liggen. Voor de wethouder ligt er nog een schone taak. Doe Maar Alsof is een Zuid-Hollandse Doe Maar-tributeband, die de nummers van de band die in de tachtiger jaren van de vorige eeuw grote successen boekte, redelijk authentiek laat horen. Veel van de succesnummers zijn ook zonder songboek mee te zingen en dat gebeurt dan ook. Sommige van de bezoekers op leeftijd grijpen vertwijfeld naar de oren want een band klinkt toch wel erg hard. Naar huis gaan is echter geen optie want Koos Alberts moet nog komen. Zangeres Hilly Ong Alok treedt regelmatig op in bodega de Posthoorn. Speciaal voor het Zwingfestival zingt ze drie Nederlandse liedjes en geeft daar een eigen draai aan. Dat zingen heeft ze duidelijk vaker gedaan met haar eigen jazzband en hoe dat klinkt zouden we ook wel eens willen horen. Tegen het einde van de middag wordt met Hilly Ong Alok een nachtegaal ontdekt in het Zuiderpark. Een andere “inburgeraar” is Dennis Wijmer. Hij is terug uit Frankrijk waar hij jaren heeft gewoond. Doordat hij, met uitsluitend zijn gitaar, slechts drie, zeer uiteenlopende, nummers ten gehore mag brengen is het moeilijk om een duidelijke mening te vormen. De nummers die hij ten gehore brengt zitten in ieder geval goed in elkaar. En dan is het moment daar waar iedereen op gewacht heeft. Koos Alberts, die alweer twintig jaar in zijn rolstoel zit, komt het podium op rijden. De man is een echte diehard, want hij viert dit jaar zijn vijfentwintigjarig jubileum als artiest, is veertig jaar getrouwd en wordt zestig dit jaar. Er is heel wat te vieren binnenkort in huize Alberts en Koos hoort bij een feestje. Als eerste laat Koos de rolstoelers tegen het podium aan zetten zodat zij het ook goed kunnen zien. In korte tijd wordt het Zuiderpark op zijn kop gezet met de vele hits die Koos gescoord heeft. Er ontstaat zelfs een heuse polonaise. Het optreden van Koos Alberts is ook alweer te snel voorbij. Geduldig en gemoedelijk blijft Koos zitten voor de talloze foto’s en handtekeningen voor zijn publiek. Juist aan die betrokkenheid met de fans is de ware artiest te herkennen. De bezoekers van Lowlands hebben niets gemist aan het Zwingfestival. De bezoekers van het Zwingfestifal zouden zich op Lowlands ook niet thuis voelen. Toch is het opvallend hoeveel jonge mensen het Nederlandse levenslied weten te waarderen en hoeveel nieuwkomers het nog niet kennen. Over smaak valt niet te twisten, maar duidelijk is wel dat het Haags Zwingfestival in een specifieke behoefte voorziet en zeker voor herhaling vatbaar is. Volgend jaar is er vast weer een Zwingfestival met misschien nog grotere namen.