Het lijkt een traditie. Vorig jaar werd het concertseizoen in het Paard van Troje geopend door The Nits en met het Residentie Orkest. Dit jaar was Thé Lau aan de beurt om met het Residentie Orkest te concerten. Op donderdagavond 7 september was de concertzaal aan de Prinsegracht redelijk gevuld voor deze mooie en bijzondere gebeurtenis.
De laatste jaren is Thé Lau een graag geziene gast in het theater. De meeste kennen de zanger/liedjesschrijver als frontman van de legendarische band The Scene. Samen met De Dijk en de Tröckener Kecks was deze formatie één van de beste en populairste in het Nederlandse clubcircuit tijdens de eerste helft van de jaren negentig. In deze jaren bracht de band een aantal succesvolle albums uit (Blauw, Open, Avenue de la Scene en Arena) en scoorde een handvol hits. Deze zijn de boeken ingegaan als klassiekers uit de Nederlandse Pophistorie.
Het is niet de eerste keer dat Thé Lau iets dergelijks doet met een orkest. Samen met het Metropole orkest werden stukken gearrangeerd voor het tv-programma With a Little Help from My Friends. Een serie concerten waarbij Nederlandse popacts met het Metropole hun grootste hits ten gehore brachten in een bommetje vol Paradiso. Iets recenter en dichter bij huis was The Scene met het Residentie Orkest te zien in het Zuiderpark als voorprogramma van Parkpop 1998 onder de noemer Residentie Rock ter gelegenheid van het 750 jarige bestaan van Den Haag.
Vanavond een reprise van dit in de vergetelheidgeraakte evenement. Het Residentie Orkest bestaat voor deze gelegenheid uit twintig man en aan het hoofd staat dirigent Arjen Tien. Achter de vleugel zit Jan-Peter Bast. Bast is de vaste begeleider van Thé Lau tijdens zijn theatertournee Tempel der Liefde, die halverwege oktober van start gaat. Deze reeks concerten hebben raakvlakken met klassiek. De muzikale omlijsting wordt verzorgd door het Tango Strijkkwartet Pavadita.
Ondanks deze tournee en de ervaring met orkesten maakt Thé Lau een zenuwachtige en onwennige indruk op het moment dat hij het podium komt opgelopen. Het orkest heeft net het openingsnummer God van Nederland in gezet en Thé lijkt op zoek naar zichzelf. Tijdens het hele nummer door friemelt hij wat aan zijn mouwen van zijn zwarte overhemd en heeft hij het moeilijk om zich te concentreren. Nergens voor nodig want het arrangement van het orkest voelt als een warme deken die over de zaal heen gedrapeerd wordt.
Het duurt lang voordat Thé Lau zich bewust is dat zijn zangkunst één is met de muzikanten van het R.O.. De stem van deze legendarische zanger heeft de laatste jaren nooit zo goed geklonken. Zijn doorleefde stemgeluid is alleen maar krachtiger geworden. In combinatie met de strijkers weet hij gevoelige snaren te raken. Zijn teksten hebben hierdoor meer diepgang dan in combinatie met een rockband.
“Kippenvel!” wordt er hier en daar in de zaal gefluisterd bij het aanschouwen van deze bijzondere combi. Toch weet Thé Lau het ijs te breken. Als de cello’s omgestemd moeten worden voor het volgende stuk vertelt hij grappige anekdotes en laat weten het te gek te vinden om dit te doen. Niet alleen oud werk passeert de revue maar ook nieuw materiaal van zijn nieuwste album Tempel der Liefde is voor orkest bewerkt, zoals het met trillende spanning uitgevoerd, We weten niets van de soldaat.
Het is dat we beter weten anders zouden we denken dat deze liedjes speciaal voor orkestuitvoering zijn geschreven. Als we luisteren naar Schaduw, Vrienden, Waar mensen wonen, Beschaving en van het laatste album van The Scene (Marlene) afkomstige Rivier zou je bijna denken dat Thé Lau deze liedjes heeft geschreven met een orkest in zijn achterhoofd. Het bekende nummer Slapen, dromen, zweten lijkt zo in het geheugen gegrift te staan dat je de versie met band niet voor kan stellen. Misschien heeft dit wel te maken dat Thé Lau de laatste jaren meer in een theater is te zien dan in een popzaal. Ongetwijfeld doet de chemie tussen de zanger en dirigent Arjen Tien ook een duit in het zakje. De twee mannen lijken het werken met elkaar echt bijzonder te vinden en schuiven hun bewondering voor elkaar niet onder stoelen of banken.
Om de jongeren in aanraking met klassieke muziek te laten komen staan er ook twee lichtklassieke stukken op het programma. Het eerste vrolijke stuk staat op het programma na de prachtige uitvoering van Feest. Dit nummer vond zijn oorsprong in 1993 voor de cd Avenue de la Scene maar is bij veel Hagenaars bekend als het openingsnummer van iedere Parkpop editie. Sinds het overlijden van John van Veuren (de grote man achter Parkpop en manager van The Scene) in 1995 heeft dit lied onlosmakelijk met het festival te maken.
Uiteraard ontbreekt de tranentrekker Werk van God niet en wordt het concert afgesloten met Open. Als speciale toegift draagt Thé Lau een gedicht voor waarna de eerste klanken van evergreen Blauw de zaal vult. Hierna is het gebeuren ten einde en uiten vele bezoekers zich dat het jammer is dat dit maar eenmalig was.
Thé Lau’s Tempel der Liefde zien?
Donderdag 19 oktober: Theater Camuz – Leidschendam
Donderdag 9 november: Theater Castellum – Alphen aan de Rijn
Vrijdag 17 november: De Goudse Schouwburg – Gouda
Maandag 11 december: Leidse Schouwburg – Leiden
Donderdag 14 december: Theater aan het Spui – Den Haag
Dinsdag 19 december: Stadstheater – Zoetermeer
Thé Lau één met het Residentie Orkest
Paard van Troje start seizoen met kippenvel
Het lijkt een traditie. Vorig jaar werd het concertseizoen in het Paard van Troje geopend door The Nits en met het Residentie Orkest. Dit jaar was Thé Lau aan de beurt om met het Residentie Orkest te concerten. Op donderdagavond 7 september was de concertzaal aan de Prinsegracht redelijk gevuld voor deze mooie en bijzondere gebeurtenis.