Bliksems! (19)

Stilte voor de storm?

Arthur Crucq, ,

Het klinkt misschien raar, maar van de week viel mij op dat ik dit jaar nog maar één nieuwe cd heb gekocht. Hoe anders was het vorig jaar! Briljante albums van The Decemberists, Maximo Park, Editors en The Killers vlogen mij om de oren. Hoe kan het dan toch dat het jaar 2006 mij nog maar één keer enthousiast richting de cd-boer heeft doen wandelen? Tsja, het antwoord is even simpel als voor de hand liggend. De zes zit in het jaar!

Stilte voor de storm?

Het klinkt misschien raar, maar van de week viel mij op dat ik dit jaar nog maar één nieuwe cd heb gekocht. Hoe anders was het vorig jaar! Briljante albums van The Decemberists, Maximo Park, Editors en The Killers vlogen mij om de oren. Hoe kan het dan toch dat het jaar 2006 mij nog maar één keer enthousiast richting de cd-boer heeft doen wandelen? Tsja, het antwoord is even simpel als voor de hand liggend. De zes zit in het jaar! We hoeven maar terug te reizen door de schimmige gangen van het labyrint dat popgeschiedenis heet om te staven dat de zes ook voor de duivelse rock geen geluksgetal is. Neem nu het jaar 1996. Na een briljant ’95, waarin het debuut van de Chemical Brothers het levenslicht zag en de Smashing Pumpkins twee cd’s lang hun hoogtepunten toonden op Mellan Collie, viel het jaar met de zes behoorlijk door de mand. De albums van Aphex Twin en Lamb maakten een hoop goed maar net als dat de zomer van 1996 nogal beroerd was gold dat over het algemeen ook voor het popjaar. Dat de zes geen goed getal is blijkt onomstotelijk wanneer we tien jaar verder terug gaan. We komen in het heimelijke jaar 1986 terecht en dat bracht ons twee dramatische dieptepunten uit de popgeschiedenis. Het charmante meidengezelschap The Bangles uit Californië maakte zichzelf in een keer verdacht met ‘one of the worst songs of pophistory’. ‘Walk like an Egyptian’. Wat een doodzonde, want ik moet bekennen dat ik Susanna Hoffs aanvankelijk erg hoog had zitten in mijn muzikale tienerhart waar de hormonen wild doorheen gierden. Uit een andere dampende put van de poppulp kwam een draak van een Holiday Rap door ene Mc Miker G en DJ Sven. Er moesten vele pijpjes goedkoop bier aan te pas komen om het gedrocht tijdens de vakantie op de camping luidkeels mee te blèren. De volgende ochtend altijd spijt door de kater, maar het was de enige manier om het wanstaltige gepruts van deze twee puistige Italo rappers te kunnen verdragen. Nee, met uitzondering van de hogere voetbalkunsten van Maradona, was 1986 een jaar om vlug te vergeten. Wie nog wel eens de moeite neemt om in het holst van de nacht af te dalen naar het gehenna wat wij in Den Haag beter kennen als de Pijpela zal zich een duidelijk beeld kunnen vormen van de armzalige staat waarin de popmuziek zich bevond ten tijde van The Eagles. Op 8 december 1976 ziet het album Hotel California het licht, even later gevolgd door de gelijknamige single. Volgens velen een van de mooiste popsongs aller tijden, maar volgens mij het terechte slotakkoord van een periode in de popmuziek waarin muzikanten zich verloren in urenlang gepiel op potsierlijke gitaren waarop zij veel te goed hadden leren spelen. Het ego van de briljante muzikant was inmiddels zo enorm dat techniek het van bezieling dreigde te winnen ware het niet dat vier Britse pestjochies met hun gekrijs, geschreeuw en gebeuk de popgeschiedenis van het juk van die vervelende volwassenheid wisten te bevrijden. En daarmee gloort er met de apocalyptische zes in het jaartal hoop aan de horizon. Want het post symfonische geneuzel van 1976 bleek de stilte voor de storm die punk zou heetten. De zielloze wegwerphits van 1986 bleken de vooravond van de house. En na 1996…ja wat gebeurde er eigenlijk voor schokkends na 1996? Nu ja, hoe dan ook. Ik hou het er op dat 2006 de stilte voor de storm is. Nog krap vier maanden en dan breekt godzijdank de hel weer los.