Goudsmit, Trujillo, Vierdag en Vink: meesters in het wegsterven van thema’s

Puike improvisaties van niveau zonder krachtpatserij

Cok Jouvenaar / Foto's: Eef te Pas, ,

Jazz mag weer. Het is hip om iets te doen met dit genre. Jamie Cullum heeft de allure van een popster, Ahoy Rotterdam werd omgebouwd tot Jazz Mecca, The Music In My Head scoorde dit jaar met @rock's Bluntaxe Orchestra en Room Eleven heeft een hit met One of these days en staat op Crossing Border. Ditzelfde festival opent met een Jazzartieste van allure; Cassandra Wilson.

Puike improvisaties van niveau zonder krachtpatserij

Jazz mag weer. Het is hip om iets te doen met dit genre. Jamie Cullum heeft de allure van een popster, Ahoy Rotterdam werd omgebouwd tot Jazz Mecca, The Music In My Head scoorde dit jaar met @rock's Bluntaxe Orchestra en Room Eleven heeft een hit met One of these days en staat op Crossing Border. Ditzelfde festival opent met een Jazzartieste van allure; Cassandra Wilson. Het Paard van Troje blijft niet achter en pakt uit met vier heren die improviseren op een jazzmanier eigen hebben gemaakt. Doorgaans kom je Jazz tegen in achterafzaaltjes, rokerige kroegen of de Dizzy’s in Rotterdam. Des te leuker om dit genre met een goed geluid te horen in een popzaal. Eens wat anders dan de zoveelste rockband die de vierkwartsmaat uitkauwt en zich laat gaan in beukende powerchords met een Marshallversterker op tien. Vorig jaar speelde Goudsmit, Trujillo, Vierdag en Vink op het dak van Science Center Nemo in Amsterdam. De opnames hiervan verschenen op cd, onder de titel Live op het Dak. In het kader hiervan fungeerde de Kleine Zaal van het Paard op vrijdag 29 september als jazzlocatie.Trekker is gitarist Anton Goudsmit. Hij is vooral bekend door New Cool Collective, Corrie van Binsbergen en Eric Vloeimans. Vanavond is hij gewapend met twee Gretsch gitaren en steelt hiermee de show. Evenals saxofonist Efraïm Trujillo, die de ene na de andere fenomenale toonladder en solo uit zijn Tenorsax tovert. Michael Brecker, Stan Getz en James Carter komen langs in zijn spel. Ook hij is afkomstig uit New Cool Collective, maar maakte eerder furore met Fra Fra Sound. Goudsmit zet in met een fleurige riff waarna de rest één voor één volgt. Dit illustere viertal is op elkaar ingespeeld als pen en papier. Het spelen gaat de vier mannen makkelijk af. Aan het begin van de zes kwartier durende set staan Boompetit, Dimme en Armed Response. Deze krachtige vingeroefeningen palmt de aanwezigen helemaal in. Gebruikelijk reageert het publiek na iedere solo of bijzonder kunstje weer luidkeels of krijgt de muzikant een strak applaus op zijn bordje. Ondanks het egocentrische spel a la John Scofield, staat bij Goudsmit de compositie centraal. Nergens gaat het verloren in krachtpatserij. Het is een lust voor het oog om deze in krijtstreepkostuum gestoken enthousiasteling te zien spelen. De bewegingen van zijn hoofd en zijn uitdrukkingen laten zien hoe er gitaar wordt gespeeld. Soms gebeurt het dat hij te laat het volumepedaal indrukt met alle gevolgen van dien. Ook het subtiele spel van Wes Montgomery is aanwezig. Scheurende en punky aanslag wordt afgewisseld met een sophisticated feel. Achter de kleine basdrum bevindt zich een grote muzikale man: drummer Martijn Vink. Zonder deze stille kracht zijn composities Pig's Eye Popsuckle, Karma T, Short Cuts en Desbarato maar doorsnee stukken. Terwijl Goudsmit en Trujillo stoer en trots hun kunsten vertonen, laat Vink een palet aan kleuren horen op zijn premier drumstel. Net als je denkt dat de beat verkeerd omdraait, blijkt dat de compositie klopt als een bus. Zijn vindingrijke spel is gebruikelijk in Big Band muziek maar in kwartetvorm kom je dit maar weinig tegen. Een gedurfde manier van spelen. Trujillo en Goudsmit laten een subtiel stuk horen in duo samenstelling, waarbij Trujillo de tenorsax heeft geruild voor de sopraansax. Dit bespeelt hij met de benodigde valse lucht. Trujillo’s spel krijgt hierdoor een Branford Marsalis sfeertje. Ook in triovorm wordt er gespeeld. Vol power en passie, of Cream weer op aarde was. Het gortdroge basgitaargeluid van Jeroen Vierdag brengt rust. Visueel valt Vierdag uit de toom. Terwijl de anderen gekleed gaan als Jazzmusici - colbertje, bijpassend overhemd – ziet Vierdag eruit als bassist uit een popcollectief. Vreemd. Door zijn werk met Francien van Tuinen moet hij weten hoe jazzliefhebbers muziek beleven. Zijn spel heeft er geen invloed hierop. Op een vijfsnarig monster laat hij ruimte over om te improviseren. De rauwe compositie Tiderian Thief is de finale. Hierin laat het viertal nog een keer zien hoe strak er gespeeld wordt. Staccato saxwerk geïnfiltreerd met snelle drumgrooves gespeeld met groot gemak en vol humor. Bij Goudsmit, Trujillo, Vierdag en Vink gaat het tenslotte om het plezier van het spelen en dat is duidelijk.