Bliksems! (28)

Milieuvriendelijke popmuziek

Arthur Crucq, ,

Het is november en de terrassen van de Grote Markt zitten nog steeds vol. ‘s Ochtends kan ik geen keuze maken tussen winterjas, trui of zomerjack. De verwarming staat nagenoeg uit en geheel in verwarring beginnen de katten maar weer te verharen, de rozen weer te bloeien en insecten en bacteriën vermaken zich nog steeds prima. Na vier recordmaanden op rij moet het langzamerhand toch door beginnen te dringen. Het klimaat verandert en het is tijd voor een grote omslag.

Milieuvriendelijke popmuziek

Het is november en de terrassen van de Grote Markt zitten nog steeds vol. ‘s Ochtends kan ik geen keuze maken tussen winterjas, trui of zomerjack. De verwarming staat nagenoeg uit en geheel in verwarring beginnen de katten maar weer te verharen, de rozen weer te bloeien en insecten en bacteriën vermaken zich nog steeds prima. Na vier recordmaanden op rij moet het langzamerhand toch door beginnen te dringen. Het klimaat verandert en het is tijd voor een grote omslag. De popmuziek, van oudsher maatschappijkritisch, moet het goede voorbeeld geven. Wanneer ik in het Paard café boven de bar een rij van energieverslindende televisieschermen zie waar geen hond naar kijkt dan denk ik; weg met die troep! We beleven de warmste herfst ooit. De vorige warmste herfst ooit was die van vorig jaar. Kortom, de records buitelen over elkaar heen. Wanneer ik mijn zorgen over deze absurde situaties wel eens tegen vrienden en bekenden uit dan krijg ik doorgaans onverschillige reacties als; “ik vind het wel lekker zo warm”. Alsof er niks aan de hand is denken velen alleen maar aan het genot van het hele jaar op het terras en in de tuin kunnen zitten. Maar daar is toch geen ‘fuck’ aan? Al drie maanden lees ik hetzelfde ‘te zacht voor de tijd van het jaar’ weerbericht. Het is verdomme herfst. Ik wil dat het land gegeseld wordt door striemende hagel en gierende winden. Ik wil dat de golven beuken op de kust en ik wil verfrissende kou uit het Noorden. Het grote probleem is het enorme energieverbruik van de mens. En de doorgaans elektronische popmuziek vreet energie. Ik wil dan ook een lans breken voor de akoestische popmuzikant die als een moderne troubadour zijn of haar lied op eigen kracht ten gehore brengt. Een beetje muzikant moet ook geen versterking nodig hebben. Wat dat betreft kan de popmuziek nog een hoop leren van de klassieke muziek. Een sopraan zingt zonder versterking een hele concertzaal plat. Gewoon een kwestie van hard oefenen en stoppen met roken. Wat dat betreft kun je de popscene wel enige hypocrisie verwijten. Om het hardst roepen ze dat ze links stemmen en vinden ze het belachelijk als er weer eens bezuinigd moet worden, maar ondertussen kosten ze de staat en het milieu met hun ongezonde gerook, gespuit en gezuip een hoop geld. Om nog maar te zwijgen over de energieverslindende praktijk van het actief beoefenen van popmuziek. Neem nu het gemiddelde popfestival. De een na de andere lichtshow, een veelvoud aan podia met installaties, te pas en te onpas neergezette hightech beeldschermen, ongezonde eetgelegenheden en zelfs pinautomaten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. Complete steden worden meeverhuisd en dat kost massa’s energie. Dat kan niet zo door gaan. De festivalbezoeker moet er maar vast aan wennen dat we voortaan naar een nieuw soort festival toe gaan dat op een aantal punten veel wegheeft van de popfestivals uit het verleden. Om te beginnen is er maar één podium met één PA en aan weerszijden speakers. Veel decibellen zullen zij niet produceren zodat het publiek dicht tegen elkaar aan gekropen zich vooraan bij het podium moeten bevinden. Een lichtshow is minimaal en functioneel en tussen de optredens door zullen de bezoekers zich vooral met elkaar moeten vermaken. Zonnecollectoren op het terrein zullen er voor zorgen dat er wel draadloos internet mogelijk is en dat natuurvriendelijke horeca haar werk kan doen. Op de camping staan ingenieuze biogas toiletten die de fecaliën onmiddellijk omzetten in duurzame energie. Kleinschalig en intelligent georganiseerde festivals zullen de toekomst zijn. Ook de poppodia zullen zich anders gaan organiseren. Zonne-energie of een windmolen op de parkeerplaats zullen de nodige energie moeten leveren en als het echt niet anders kan zullen we wellicht nog getuige zijn van het allereerste nucleaire concert, hoewel ik de voorkeur geef aan de particuliere waterstofcentrale. Aan de andere kant zou het natuurlijk ook erg leuk zijn om het publiek op massaal aanwezige fietsen mee te laten trappen, om de dynamo aan te sturen waarmee het concert van energie wordt voorzien. Dat heeft ook nog welkome neveneffecten op het gebied van de volksgezondheid en de sociale cohesie. Kortom, er zijn vele mogelijkheden denkbaar. Het programmeren van buitenlandse artiesten zal echter tot het verleden behoren tenzij ze met de trein komen. We kunnen echt niet meer accepteren dat de wegen worden belast of nog erger; dat er gevlogen moet worden om ons een leuke avond te bezorgen. Op het milieuvriendelijke poppodium van de toekomst spelen voornamelijk lokale muzikanten. Die roken niet meer, drinken biologisch bier en zullen na een avondje flink doorhalen een ‘vette bek’ gaan halen bij de vegabar.