Postrock dubbel in het Paard

Kiss your sweet ears goodbye

Klaas Knooihuizen / Foto's: Peisam Tsang, ,

Maarliefst twee postrockbands waren op 11 mei te zien in de Kleine Zaal van het Paard. Het veelbelovende 65daysofstatic prijkte al enige tijd op het affiche. Op de valreep werd daar het uit Haarlem afkomstige El Camino aan toegevoegd. Eindelijk komt de postrocker weer aan zijn trekken in het Haagse.

Kiss your sweet ears goodbye

Maarliefst twee postrockbands waren op 11 mei te zien in de Kleine Zaal van het Paard. Het veelbelovende 65daysofstatic prijkte al enige tijd op het affiche. Op de valreep werd daar het uit Haarlem afkomstige El Camino aan toegevoegd. Eindelijk komt de postrocker weer aan zijn trekken in het Haagse. El Camino bestaat al sinds 1998, maar is de laatste tijd pas echt aan het doorbreken. Het is zeker één van de betere postrockbands die Nederland rijk is, al zegt dat misschien ook wel iets over de vaderlandse scene. Het vijftal begint sterk. De eerste twee nummers komen goed uit de verf en het publiek is enthousiast. De band past prima in het rijtje van bands als Exlosions In The Sky en Mogwai. Het nadeel is dat er niks aan de band is wat hem echt bijzonder maakt. Na het sterke begin treedt de toetseniste meer op de voorgrond. Dit kan een manier zijn om je als band te onderscheiden van de rest. Het vleugje Boards Of Canada, dat deze dame volgens de bio van de band moet brengen, is echter ver te zoeken. De simpele deuntjes die ze uit haar keyboard haalt ondermijnen het bandgeluid. Dit had beter achterwege kunnnen blijven, of het moet juist een beetje spannender. Toch is het een degelijk optreden van een band die nog lang niet uitgespeeld is. De eigen identiteit die bij El Camino ontbreekt is bij het Britse 65daysofstatic zeker wél aanwezig. De band combineert postrock met drum‘n’bassachtige drumritmes uit de computer. Op Motel Mozaique was 65daysofstatic vorige maand één van de hoogtepunten en vanavond is er dus een tweede mogelijkheid om de band te aanschouwen. De zaal is inmiddels goed volgelopen als de headliner begint te spelen. De intro komt van de geluidsband die gedurende vrijwel het hele concert mee blijft lopen. Daarna komen twee gitaristen, een drummer en een bassist het podium op en kan het los gaan. In het begin is het concert nog wat chaotisch, maar dit wordt snel beter. Het is jammer dat de tweede gitarist ook de piano moet bespelen. Hierdoor wordt te vaak op de geluidsband teruggevallen, wat het ‘live’-gevoel er een beetje uit haalt. Een extra bandlid zou dit probleem kunnen verhelpen. Naarmate de show voortduurt, gaat alles steeds beter. De mannen gaan hard, keihard. De elektronische beats knallen uit de speakers en de band speelt zichzelf compleet kapot. De zaal trilt op zijn grondvesten en de bij de kassa afgegeven oordopjes zijn in steeds meer oren te zien. Af en toe neemt de band een beetje gas terug om vervolgens nog harder terug te komen. Als de bezwete bandleden na een klein uur het podium verlaten wordt er gesmeekt om een toegift. Natuurlijk komt die er. Nog even de trommelvliezen pijnigen en dan een weekje welverdiende rust, want dit kan niet gezond zijn. Maar het is het waard!