Ernst Jansz, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig de droom van veel Doe Maarfans, blijft tegenwoordig meer in de luwte. Maar liefst zeven jaar na zijn eerste solo cd, De Overkant, brengt hij een tweede uit, getiteld Molenbeekstraat. De presentatie vond plaats op de Pasar Malam Besar in Den Haag op zaterdag 27 mei. Na afloop had hij even tijd voor een interview.
Molenbeekstraat is de straat in Amsterdam waar Ernst Jansz de eerste 21 jaar van zijn leven doorbracht. Hij is van Indisch-Nederlandse afkomst. “Daar wist ik als kind helemaal niets van, dat ik anders was dan andere Nederlanders. Rond mijn 25ste, 30ste kwam ik de Marion Bloem tegen. We waren allebei aan het schrijven. Zij zei: ‘Je bent Indisch. Daar moet je voor uitkomen. Dat is belangrijk.’ Ik was toen al op zoek naar mijn wortels en kwam tot de ontdekking dat ik toch heel Indisch ben.”
Hij heeft nu ook wat meer met Indonesië. “Ik ben er een keer of zes geweest. Ik ga er volgende maand weer heen, om op te treden. Twee jaar geleden ben ik er ook geweest, met dit repertoire. Deze keer ga ik met mijn allereerste band, CCC Inc. Met Joost Belinfante, Jaap van Beusekom en Huib Schreurs. We gaan ook touren in Nederland, maar waarschijnlijk pas volgend jaar.”
Ernst kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn periode bij Doe Maar. “Aan de ene kant was al die bekendheid een blok aan mijn been. We hadden totaal geen privacy meer. Maar het was ook een leerzame periode. Leuk, maar zwaar.” Met de huidige Nederpopbands heeft hij niet zo veel. “Zo nu en dan zie ik wel eens iets leuks. Vorig jaar bijvoorbeeld de Holland America Lijn met Leon Giessen en Jack Poels van Rowwen Hèze. Dat vond ik erg mooi.”
Het lijkt wel of de recente nummers van Ernst wat meer gemeen hebben met het werk van Boudewijn de Groot, met wie hij een paar keer op tour is geweest. “Op mijn twee solo cd’s ben ik veel meer dan vroeger uitgegaan van de teksten. Lennart Nijgh is altijd een grote inspiratiebron voor me geweest. Zijn invloed wordt dus duidelijker.”
Voordat hij voor Molenbeekstraat de studio inging, heeft hij niet gerepeteerd. Voor de cd-presentatie ook niet. “Dat klopt. Het hoeft ook niet. Deze mensen zijn fantastisch. Het zijn allemaal ervaren muzikanten. Jan Hendriks op gitaar. Hij zat ook in Doe Maar. Charles Nagtzaam, de bassist, kende ik omdat we elkaar wel eens kruisten bij optredens. René van Barneveld is mij aanbevolen van diverse kanten. Mijn producer Jos Haagmans heeft ons bij elkaar gebracht. Met Roy Bakker, de drummer, heb ik samengespeeld met Bram Vermeulen.”
Op de cd-presentatie was van krontjonginvloeden niet veel te merken. Krontjong is eeuwenoude wereldmuziek. De van oorsprong Portugese volksmuziek mengde zich met andere muziektradities. In Toegoe, bij Batavia, ontstond hieruit de krontjong. Sommigen omschrijven het samenspel van de fluit, viool, melodiegitaar, basgitaar, ukelele en zang als een verfijnd kantwerk van ritmes en melodielijnen, weer anderen horen de verwantschap met de fado uit Portugal, met de morna uit Kaapverdië en de mando uit Goa. “Op de cd veel meer. Daar hoor je ook het Indisch Muzikanten Collectief en het Indisch koor. Die konden niet allemaal meekomen voor de cd-presentatie.”
Deze herfst gaat Ernst Jansz met ‘Molenbeekstraat, een muzikaal verhaal,’ de theaters in. Het gelijknamige boek en de volledige cd – op de Pasar Malam is al een limited edition verkrijgbaar – zullen dan ook zijn verschenen. De voorstelling omvat autobiografische verhalen, Indische sprookjes en diverse liedjes, waarin hij zijn lotgevallen bezingt. Op 24 oktober 2006 om 20.30 uur staat hij in de Kleine Zaal van het Stadstheater Zoetermeer.
Ernst Jansz, doorgaan na Doe Maar
Presentatie tweede solo cd Molenbeekstraat op Pasar Malam Besar
Ernst Jansz, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig de droom van veel Doe Maarfans, blijft tegenwoordig meer in de luwte. Maar liefst zeven jaar na zijn eerste solo cd, De Overkant, brengt hij een tweede uit, getiteld Molenbeekstraat. De presentatie vond plaats op de Pasar Malam Besar