Foto's: Andrea Dijkstra, Maaike van Grol en Ron van Varik
De mix van muziek en literatuur staat deze maanden wel erg in de aandacht. Ter ere van 100 jaar Openbare Bibliotheek trapte Rhythm & Rhymes een reeks van drie vergelijkbare festivals af. Twee locaties: de bieb en Asta. De voorverkoop was niet denderend, maar de belangstelling op de avond zelf was onverwachts groot. 3voor12/denhaag dompelde zich onder in het gebodene.
Rhythm & Rhymes werd rond half acht officieel op de begane grond van de bieb geopend door de nieuwe bibliotheekdirecteur Charles Noordam en de wethouders Heijnen en van Dijk-Staats. Alledrie hadden ze een gedicht in hun verhaal verwerkt. Vervolgens was het aan Hans Vandenburg om muzikaal af te trappen met het festivallied Flarden. Bijgestaan door een drummer (op een minimalische set) en een contrabassist voltooide onze Hans zijn optreden met enkele Gruppo Sportivo klassiekers en een medley met onder meer Relax en Fame. De uitgeklede setting werkte niet altijd. Beep beep love kwam niet sterk uit de verf, Hey girl weer wel.
Publiekstrekker op de eerste verdieping was Jules Deelder. Gehuld in een lange leren jas, zwart uiteraard, en met zonnebril maakte hij een valse start door nauwelijks hoorbaar zonder microfoon te praten; daartegenover klonken enkele vervaarlijke harde kraken uit de DJ set. Nadat alles naar behoren was geregeld, verhaalde hij op zijn welbekende en soms letterlijk onnavolgbare wijze over Johannes de Joker en de Ring der Kribelungen. Daarna kroop hij achter de draaitafels om het publiek deelgenoot te maken van enkele van zijn jazz-favorieten. Op vinyl natuurlijk.
Op de tweede verdieping van de bieb werd met een volle zaal met voornamelijk veertig plussers terug gegaan in de tijd. Voormalig Radio West-presentator Louis Hueber ging in gesprek met de schrijvers Arie van Breda en Rob Mindé. Ze spraken over het ontstaan van de jazz en rock muziek in de jaren '50 in Den Haag. De heren, die respectievelijk verantwoordelijk zijn voor de boeken '100 jaar Jazz in Den Haag' en 'Den Haag Popstad nr. 1', illustreerden hun verhaal met het draaien van plaatjes. Louis Hueber bleek echter niet meer geheel routineus in het bedienen van een platenspeler. Bij het draaien van een plaat van Sandy Coast uit Voorburg zette hij per ongeluk het toerental te hoog, tot vermaak van het publiek. Ook plaatsjes van de Golden Earrings (let op de s) en een swingorkest uit het jaar 1935 kwamen op de platenspeler terecht. Deze muziek riep bij de toeschouwers duidelijk nostalgie op naar mooie vergane tijden...
Eveneens vol was het bij het interview dat Bart Chabot Rinus Gerritsen afnam. De drukke Chabot trok in het begin de aandacht naar zich toe, maar toen Gerritsen eenmaal loskwam en de anekdotes van z'n tong rolden, had hij de lachers snel op zijn hand. Die genoten mee van de avonturen van Maarten Baggerman, in de jaren zeventig tourmanager van de Earring in Amerika. Baggerman schrok er niet voor terug de vervaarlijke, met guns bewapende tourmanager van ZZ Top een rotschop te geven toen hij de zaallichten aan wilde laten doen terwijl de Earring nog aan het spelen was. Ook Gene Simmons van Kiss kreeg de wind van voren toen hij het waagde bloedspatten op het witte decor van de Earring te maken.
Joost Zwagerman had een wat stroevere start, want de dame die hij zou interviewen, Ellen ten Damme, was bij aanvangstijd nog nergens te bekennen. Presentatrice Anouschka LaHeij wist het met enkele vragen nog wat te rekken, waarna Zwagerman maar een stuk uit zijn boek Perfect day voorlas. Na een kwartier kwam ten Damme, die zich in de aanvangstijd had vergist, toch opdagen. Het gesprek had een wat serieuzere aard dan het voorgaande en spitste zich onder meer toe op Ellen's mening over het huidige popklimaat en de romantiek van het muzikant-zijn.
Fluitist Ronald Snijders werd op de derde verdieping verwelkomd door een overvolle zaal. Hij schoolde zijn publiek bij over de geschiedenis van de Surinaamse muziek. Dit deed hij behalve in woord voornamelijk met muziek. Het eerste nummer speelde hij alleen op fluit, bijgestaan door een prachtige dans van een Surinaamse schone. Bij het tweede nummer schoof zijn band aan, waarbij zijn nichtje de percussie voor haar rekening nam. De kwalitatief hoogstaande band speelde opzwepende muziek die aan het einde van het optreden het publiek wist te verleiden om nog even een dansje mee te doen. Hiermee werd het een muzikale, feestelijke en zeer Surinaamse afsluiter op de derde verdieping.
Op de vierde verdieping vertolkte het muziekduo Buurman & Buurman begeleidt op contrabas op een prachtige manier Nederlandse vertalingen van Dylan liedjes. Deze vertalingen zijn afkomstig uit het onlangs verschenen boek 'Snelweg 61 Herbezocht' van Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes. Tijdens het festival bleek dat de vertalers hun doel hadden bereikt: de teksten bleken zeer zingbaar en het duo wist er het publiek zeer mee te bekoren. Bij de laatste twee nummers 'Hey meneer tamboerijnman' en 'Klop klop klop op de hemelpoort' zongen de toeschouwers luidkeels vrolijk mee.
Naast bekende figuren uit poëzie- en muziekland Nederland, kreeg Haags talent ook de kans om de bezoekers op hun eigen originele wijze te begroeten. Zo waren er mobiele performances van o.a. singer/songwriter Stefan Oosthof die op en af de roltrappen speelde, zanger Johnito met Propeller-drummer Atila die je begroette aan het eind van de roltrappen, Petra de Winter met haar semi-akoestische pop-noirband Chabliz op de 4de etage, singer/songwriter Eva die de pianobar deed sidderen en ook interactieve performance kunstenaar UpperFloor onder begeleiding van saxofoniste Narda begroetten de bezoekers muzikaal en literair door het gebouw van de bieb.
Tussen de grote namen waren deze Haagse talenten een aangename verrassende toevoeging op het programma voor de bezoekers.
In de Asta ging het festival van start met een breakdance demonstratie en hip hop battle. In het midden van de grote zaal was een vierkant met lint afgezet waarin rapper Maximus Prima, DJ Mistasweet en de breakdance-crew Styles Confidential hun kunsten vertoonden. Helaas wisten maar een handjevol bezoekers de grote zaal van de Asta te vinden, waardoor het leek alsof het festival nog niet helemaal geopend was.
Ook bij het optreden van de Nuclear Family bleef de enorme zaal van de Haagse discotheek grotendeels leeg. Opvallend, omdat deze Haagse hip hop formatie geen onbekende is in de Haagse muziekscene. Eind vorig jaar werd hun nieuwe album verkozen tot beste Haagse cd van 2005. De rappers wisten het aanwezige publiek dan ook te verleiden af en toe de handen in de lucht te gooien en mee te deinen op de opzwepende beat. Maar de grote getale bezoekers waren ver te zoeken.
Dit publiek bleek massaal te zijn afgekomen op de Comedy Explosion die op hetzelfde moment plaatsvond in de filmzaal op de tweede etage van de Asta. De zaal was letterlijk tot de nok toe gevuld. Met name Samba Schutte, winnaar van het Leids Cabaret Festival, viel zeer in de smaak bij jong en oud. Hij had meteen de lachers op zijn hand met een anekdote over de reacties die hij krijgt op zijn voornaam. Op een prachtige manier begon hij uit het niets het intro van de film the Lion King te zingen. "Maar dat is dus niet Samba, dat is Simba", eindigde hij abrupt. De toon was gezet en het werd lachen, gieren, brullen.
Het ritme van de rijm ligt goed
Rhythm & Rhymes festival: een sfeervol bijeenzijn
De mix van muziek en literatuur staat deze maanden wel erg in de aandacht. Ter ere van 100 jaar Openbare Bibliotheek trapte Rhythm & Rhymes een reeks van drie vergelijkbare festivals af. Twee locaties: de bieb en Asta. De voorverkoop was niet denderend, maar de belangstelling op de avond zelf was onverwachts groot. 3voor12/denhaag dompelde zich onder in het gebodene.