Het moet even slikken zijn geweest voor de gitaarbands in Den Haag. Waar voorheen het Locals Only podium plaats bood aan lokaal poptalent, kiest de organisatie van Parkpop er dit jaar voor om, op het XStage podium, urban talent te presenteren. Hierdoor maken gitaarbands eigenlijk geen kans meer om een keer op Parkpop te spelen. Het is overduidelijk dat hiermee een andere weg wordt ingeslagen en dat Parkpop een nieuwe, jonge, multiculturele doelgroep wil bereiken. Urban is het toverwoord want urban is hot. Om in jongerentaal te spreken: de bom.
Toch valt het mij op dat achter het hippe urban vooral een verzameling van oude stijlen schuil gaat. Hiphop en breakdance stammen uit de jaren tachtig, evenals het vermaarde scratchen wat tegenwoordig semideftig turntablism wordt genoemd. Wie wel eens een jaren-tachtig clip van Run DMC heeft bekeken, zal moeten erkennen dat je met exact dezelfde kleding moeiteloos weer over straat kunt. Het meest nog lijkt urban een opeenhoping van voornamelijk dance georiënteerde stijlen uit de jaren tachtig en negentig, die afzonderlijk gezien in wezen nauwelijks veel verschillen van toen. Het idee dat het bij urban om louter een hoop oude wijnen in een nieuwe zak zou gaan, klopt echter niet met de werkelijkheid. Er is wel degelijk iets nieuws aan de hand.
De diverse stijlen die onder de noemer urban vallen behoorden ooit tot een tegencultuur, een cultuur van de straat. De term urban werkt enorm goed in de media en heeft geleidt tot een grote belangstelling en populariteit bij het publiek. Hoewel hiphoppers er nog steeds graag prat opgaan van de straat te zijn, kun je feitelijk zeggen dat met urban de voormalige straatcultuur tot een geaccepteerd fenomeen is geworden. Het is de bevestiging van de aanwezigheid van een jonge, multiculturele generatie die een dominante stempel drukt op de hedendaagse cultuur. Jong zijn en blijven is daarin het adagium. Wie wil weten wat ik hiermee bedoel, moet maar eens een avondje reclames kijken.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de jonge, multiculturele generatie tot belangrijkste doelgroep is verheven in menig beleidsplan van culturele organisaties. Deels is dat terecht, want een aantal organisaties slaagt er maar moeizaam in deze doelgroepen te bereiken. Voor een ander deel moeten we oppassen niet elke cultuuruiting te willen verhippen of te grabbel te gooien in de waan van de dag binnen een op hol geslagen beeldcultuur, waar de hype de scepter zwaait.
Maar evenwichtiger kan het zeker. Als we kijken naar de Haagse popscene, zien we dat het Haags Popcentrum als een toch zeer belangrijke club er maar mondjesmaat in slaagt het multiculturele publiek te bereiken. Menig programmering van het HPC gaat nog steeds gebukt onder een oververtegenwoordiging aan rockende gitaren. Op zich niks mis mee, maar als je een popcentrum voor heel Den Haag wilt zijn, zul je meer diversiteit moeten opzoeken en buiten de vertrouwde paden treden. Iets wat bij het HPC wel lukt ten aanzien van de Haagse underground, maar veel minder ten aanzien van multicultureel Den Haag. Wat dat betreft loopt Musicon voorop. Met de jaarlijkse Rap Class, het Hague Hiphop festival, de aandacht voor Streetdance en Blockparties weet Musicon de multiculturele groepen vaak wijkgericht beter te bereiken.
Het oer-Haagse Parkpop probeert nu met het XStage een brug te slaan tussen de traditie van het festival enerzijds en het erkennen van veranderende behoeften anderzijds. Toch hebben we wel eens de neiging door te slaan en dat is ook een beetje mijn gevoel bij het XStage van Parkpop. Van een eenzijdig Locals Only gaan we naar een net zo eenzijdig XStage. Alsof er alleen nog maar urban zou worden gemaakt en alsof een gitaarband geen kans meer zou mogen verdienen op een Parkpopoptreden. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat de organisatie ten minste een duidelijke keuze durft te maken. Bovendien hebben zij het XStage buitengewoon slim geprogrammeerd door het lokale urban talent af te wisselen met bekende nationale en internationale acts als NuClear Family en Kelis. Dat is zowel goed voor het publiek als voor de lokale muzikanten, want wat is nou stoerder dan spelen op hetzelfde podium als Kelis? Er valt absoluut het een en ander af te dingen op het XStage en vernieuwend is het allemaal zeker niet. Toch kunnen we niet anders dan het XStage het voordeel van de twijfel gunnen.
Bliksems! (8)
XStage Parkpop verdient voordeel van de twijfel
Het moet even slikken zijn geweest voor de gitaarbands in Den Haag. Waar voorheen het Locals Only podium plaats bood aan lokaal poptalent, kiest de organisatie van Parkpop er dit jaar voor om, op het XStage podium, urban talent te presenteren. Hierdoor maken gitaarbands eigenlijk geen kans meer om een keer op Parkpop te spelen. Het is overduidelijk dat hiermee een andere weg wordt ingeslagen en dat Parkpop een nieuwe, jonge, multiculturele doelgroep wil bereiken. Urban is het toverwoord want urban is hot. Om in jongerentaal te spreken: de bom.