Spontane interactieve singer-songwriteravond in Lokaal Vredebreuk

Kampvuurgevoel viert hoogtij

Cok Jouvenaar, ,

Slechts een handjevol mensen was op zondagavond 9 juli naar Lokaal Vredebreuk gekomen. De singer/songwriters die daar optraden, moesten concurreren tegen de WK voetbalfinale, de Parade en andere feesten. Het werd een bijzondere avond vol community singing, kippenvel en wederzijds bewondering. Cecile Morel wist te ontroeren, Xavier Baudet kreeg alle lachers op zijn hand en Thijs Muus behaalde een dikke tien met zijn pure en intense spel op zijn zilveren dobro.

Kampvuurgevoel viert hoogtij

Slechts een handjevol mensen was op zondagavond 9 juli naar Lokaal Vredebreuk gekomen. De singer/songwriters die daar optraden, moesten concurreren tegen de WK voetbalfinale, de Parade en andere feesten. Het werd een bijzondere avond vol community singing, kippenvel en wederzijds bewondering. Cecile Morel wist te ontroeren, Xavier Baudet kreeg alle lachers op zijn hand en Thijs Muus behaalde een dikke tien met zijn pure en intense spel op zijn zilveren dobro. Rond de klok van negen is er spreekwoordelijk nog geen hond binnen. Dat de finalewedstrijd Italie-Frankrijk roet in het eten heeft gegooid was al ingecalculeerd. De tijd wordt gedood met jammen en uitwisselen van adressen van locaties. Als dan toch een handje vol mensen de weg naar de Papestraat heeft gevonden staat Cecile Morel, gitarist Erik Minken en Thijs Muus wat akkoorden over en weer te gooien. Thijs heeft met zijn dobro veel bekijks. Als de opmerking valt dat zijn spel op de filmmuziek van Paris, Texas lijkt zet Muus spontaan de titelsong van deze legendarische roadmovie in. Muisstil wordt er geluisterd naar het door Ry Cooder gecomponeerde stuk Paris, Texas. Wie zijn ogen dicht doet, ziet Harry Dean Stanton door de woestijn lopen op zoek naar zijn vrouw, gespeeld door Nastassja Kinski, in Wim Wenders klassieker Paris, Texas uit 1984. Aan Erik Minken en Cecile Morel de schone taak om hier een vervolg aan te geven. Ietwat verlegen zegt Cecile “Hoe moeten wij hier nu starten als het hoogtepunt al is geweest.” Maar als het tweetal het nummer Going Places inzet, is alle gêne verdwenen. Wat gelijk opvalt is de zelfverzekerdheid waarmee Morel op de bühne staat. Een jaar geleden speelde ze nog met band. Dit deed, zo blijkt achteraf, alleen maar afbreuk aan de liedjes. Het blijkt een schot in de roos om de liedjes zo uitgekleed mogelijk ten gehore te brengen. Erik Minken op gitaar is een baken waarop Morel kan leunen en in kan zwemmen. Zeker in het tweede nummer Chosen girl, raakt het duo de gevoelige snaar. Het moment van kippenvel en tranen in de ogen valt al vroeg in de avond. Ook vanavond komt de comédienne Morel naar boven tussen de liedjes door. Haar anekdotes werken op de lachspieren, net als haar gevecht met de microfoonkabel. Terwijl Erik rustig doorspeelt roept Cecile ineens: “Slangendans!” en wringt zich door de zilveren kabel heen als een buikdanseres. Om aan het zomer/zonthema van deze avond te voldoen is, heeft ze het nummer Soak up the sun van Sheryl Crow ingestudeerd. Cecile laat weten dat ze op zoek is naar een tweede stem. Deze vindt ze bij de Leidse singer/songwriter Xavier Baudet die na Morel het podium zal betreden. Samen doen ze een koortje, terwijl de rest van het publiek keurig neuriet. Dit is een voorbode van het optreden van Xavier Baudet. Voordat hij één noot heeft ingezet deelt de Leidenaar ritme-eieren en tamboerijn uit. Het publiek moet meedoen. Hij weet in no-time een intieme huiskamersfeer neer te zetten, waarbij alleen de open haard of het kampvuur ontbreekt. De hoge Paul McCartneyachtige vocalen van Xavier doen de rest. Als hij een hiphopachtige beat neerzet is alles compleet. Zelfs de grootste zuurpruim gaat om. Het publiek zingt en klapt het hele optreden mee. Dat Xavier het allemaal niet zo serieus neemt, blijkt uit zijn verhaaltjes die voorafgaan aan de liedjes. “Op de EO-jongerendag heb ik mijn eerste vriendinnetje bezwangerd” is slechts één van de vele opmerkingen die dit optreden groots maken. Als Xavier het publiek nog zover krijgt om net als bij Prince “I will follow the lord” mee brullen en de stem van Bryan Ferry nadoet is zijn slotnummer Drivin my horse in the country het hek al van de dam. Voor slotact Thijs Muus een moeilijke klus om dit te evenaren. “Ik zal mijn grapjes vandaag maar weglaten, want die slaan nergens op vergeleken bij die van Xavier,” laat hij weten. Thijs doet het op zijn manier en weet een dikke voldoende te scoren. Nadat hij een nummer van King Crimson’s Adrian Belew heeft ingezet zit hij er goed in. Maar wat wil je. Hij heeft zijn geheime wapen bij zich, de dobro. Als een soort Chris Whitley pakt hij het publiek in. Niet voor niets speelt hij een nummer deze grote held. Ook werk van Easy Meat komt langs. Slipping van het album Maxed Out heeft niets aan power ingeboet vergeleken bij de elektrische versie. Het nummer Pawnshop gun van de eerste Remmelt & Muus-cd is het hoogtepunt van zijn set. Verrassingen blijven niet uit. Als hij zegt dat de tweede microfoon ook aanstaat en Femke Japing, die gewoon even kwam kijken, het nummer Carina’s waltz meezingt, is de cirkel rond. Vanwege het thema zomer/zon eindigt hij met de Neil Youngs Are you ready for the country.