Familiefeestje met Phantom Four

Surfband krijgt Kleine Beurs aan het dansen

Lilian van Dijk, ,

Phantom Four, de surfband van Phantom Frank, bestaat amper twee jaar, maar het lijkt of de mannen al jaren samen spelen. Zaterdagavond 28 januari trad de formatie op in café De Oude Beurs in Hillegom, het dorp waar de frontman geboren en getogen is. Het werd een doldwaas familiefeestje met naast het overige publiek negentien familieleden en talloze vrienden en kennissen.

Surfband krijgt Kleine Beurs aan het dansen

Phantom Four, de surfband van Phantom Frank, bestaat amper twee jaar, maar het lijkt of de mannen al jaren samen spelen. Zaterdagavond 28 januari trad de formatie op in café De Oude Beurs in Hillegom, het dorp waar de frontman geboren en getogen is. Het werd een doldwaas familiefeestje met naast het overige publiek negentien familieleden en talloze vrienden en kennissen. Phantom Frank kreeg bekendheid door de band The Treble Spankers, waarmee hij in vijf jaar tijd vijfhonderd optredens deed. In 1997 viel het doek. Franks RSI speelde zodanig op, dat het spelen hem helse pijnen bezorgde en hij op last van de dokter moest stoppen. Gelukkig ging het na een aantal jaren veel beter met zijn hand en dat leidde ertoe dat hij in 2004 een soloplaat uitbracht, Dead Man Surfin. Hierop combineert hij Hawaiiaanse steelguitar met onder meer Arabische melodieën, electro, Indiase zang, country, punk, gipsy, dub en surf. In 2004 stelde Phantom Frank een nieuwe band samen, die onder de naam Phantom Four met hijzelf op gitaar en sitar, Marnix Krabbendam ook op gitaar, Marc de Regt op bas en Niels Jansen op drums. Zij spelen hun eigen interpretatie van surf klassiekers als Malagueña, Margaya en Johnny Guitar en hebben een repertoire van tegen de dertig eigen liedjes in de altijd herkenbare Phantom Frankstijl, met Spaanse, Arabische en Indiase invloeden. Hun eerste album-cd komt over ongeveer anderhalve maand uit. In de tijd dat hij met The Treble Spankers speelde, was Frank het toonbeeld van onverstoorbaarheid. Dat is deze avond wel even anders. Hij lacht, hij maakt danspassen, hij heeft zelfs onder het spelen door een luisterend oor voor een familielid dat hem even iets wil zeggen. Dat heeft zeker te maken met alle familie en bekenden, die al vrij snel aan het dansen slaan. Zijn bijna tachtigjarige moeder geeft het goede voorbeeld. De hele avond staat ze met haar andere zoon, dochters, schoonkinderen en kleinkinderen te swingen en te springen met de energie van een twintigjarige. Frank is erin geslaagd een uitstekende formatie bijeen te brengen. Het klinkt allemaal strak, het is visueel leuk en zijn nummers staan als een huis. Een Turkse buikdanseres uit Edam, die al eens met de band heeft opgetreden, is puur voor haar eigen plezier ook langs gekomen en danst bij twee nummers mee, tot groot genoegen van het uitzinnige publiek. De band pakt uit, niet te geloven. Drie sets en een toegift doen ze en dat is met pauzes niet meegerekend een kleine 2 ½ uur. En dat ondanks de griep van drummer Niels, die het maar amper volhoudt, maar toch bij een van de laatste nummers op een bekken slaand de hele zaal doorgaat. Met dit optreden bewijst Phantom Four dat een zanger of zangeres beslist niet onontbeerlijk is voor een band om het publiek te entertainen. Frank en zijn medemuzikanten lukt het moeiteloos een sfeertje neer te zetten waar niemand omheen kan en iedereen aan het dansen slaat. Het gaat nog steeds goed met zijn hand, vertelt hij. De enige beperking is, dat hij maar een keer per week kan optreden en de rest van de week zijn gitaar en zijn hand moet laten rusten. We mogen van geluk spreken dat zo’n unieke, begaafde muzikant en componist terug is waar hij hoort: op het podium.