“De laatste dag komt aangevlogen. De laatste slagen zijn gevallen. Een vuurpijl spuit de hemel in”; schreef Lennaert Nijgh in 1967. We kennen het uit het liedje ‘Prikkebeen’ dat Boudewijn de Groot een jaar later voor de LP ‘Picknick’ opnam. In deze dagen tussen kerst en oudjaar, die ik samen met een vriend tot het interbellum heb gedoopt, daarbij verwijzend naar de periode tussen de wereldoorlogen, draai ik het met grote regelmaat. Het is oudejaarsmuziek van de bovenste plank al wordt het nummer, godzijdank, niet zo doodgedraaid als de bekende nummers van U2 en ABBA, waarmee wij zondag middernacht voor de zoveelste keer een nieuw jaar worden ingeloodst. In één ding heeft Bono toch gelijk; “nothing changes on new year’s day.”
Het zijn dagen van weemoed, spanning en men begeeft zich op de grens van het vertrouwde wat ingeblikt moet worden in overzichten en jaarlijsten en een licht angstaanjagende leegte van een heel nieuw jaar dat nog ingevuld moet worden. De dagen tussen kerst en oud en nieuw; ze tellen niet echt mee. Ze zijn ontworteld aan de tijd en aan de altijd woest kolkende verandering. De laatste dagen staan stil; ze hullen zich in de mist van het verleden, gaan 2000 songs uit de popgeschiedenis ophoesten. Een geschiedenis die opvallend niet van deze eeuw is, maar van die andere, die amper voorbij is maar die met het jaar 2007 op de kalender toch angstig ver weg begint te raken. We klampen ons er desondanks nog steeds stevig aan vast.
Dit jaar was het jaar van YouTube en Hyves. Dit jaar was het jaar waarin ‘jij’, hoe abstract ‘jij’ ook voor mij bent, want ik ken je niet en als jij mij regelmatig hebt gevolgd ken je mij ook niet maar meen je mij te kennen, toch de dienst heeft uitgemaakt. Het is de eeuw van ‘jou’ waarin ‘jij’ bepaald wat er te zien is op YouTube. Een hypermodern platform waarin ‘jij’ verassend veel oude filmpjes weet te plaatsen. Al die grote veranderingen. De oprukkende burger, de veramerikanisering van de politiek, het veranderende klimaat. Steeds groter lijkt het verlangen naar het verleden. Neem de popmuziek. Ik noem enkele namen van de afgelopen jaren. The Magic Numbers, Antony & The Johnsons en Coco Rosie. Prachtige muziek waaruit een hunkering spreekt naar authenticiteit. Naar een tijd waarin ‘jij’ nog gewoon een luisteraar was die maar had af te wachten wat er op de TV of radio kwam.
Dagenlang luisterde ik naar de radio met mijn cassettedeck op scherp, wachtend op dat ene nummer. Er viel niets te downloaden. Je moest gewoon geluk hebben. Of bereid zijn om de lege bierflesjes van de buurvrouw met het drankprobleem in te leveren bij de supermarkt. Dan mocht je het statiegeld houden en kon je het singletje kopen of, na een tijdje sparen, de LP. En altijd was het maar weer de vraag of de populaire dj niet door het intro of het outro heen zou praten. Eindelijk ‘jouw’ nummer op de radio, moest die eikel er doorheen lullen. Of erger; atmosferische stroring, waardoor de achtergrondruis van de oerknal door je nummer zat. Dat werd pas minder erg toen ik liefhebber werd van The Jesus & Mary Chain. Maar het heeft ook wel wat. De ruis van het verleden.
De laatste dagen van het jaar. Ik heb wat met ze. Ik moet ook wel want ik heb wat met geschiedenis. Dit jaar was het jaar van zus en zo. We kunnen indelen, onderscheiden van wat belangrijk was en wat niet, samenvatten en opruimen. Onszelf klaar maken voor de toekomst maar vooral niet willen vergeten wat ooit was. Geliefden die heengingen, plaatsen die verdwenen, spullen die kwijt raakten, verlangens die opdroogden of gevoelens die van voorbijgaande aard bleken te zijn. Wat gezegd is, is gezegd, wat gedaan moest, gedaan. De laatste dagen zijn om stil te staan. Om te dromen, afscheid te nemen en ruimte te maken voor het nieuwe. Toch heeft Bono gelijk. Eigenlijk verandert er helemaal niets op nieuwjaarsdag. Het wordt donker en het wordt weer licht. Net als elke dag.
Bliksems! (35)
Interbellum
“De laatste dag komt aangevlogen. De laatste slagen zijn gevallen. Een vuurpijl spuit de hemel in”; schreef Lennaert Nijgh in 1967. We kennen het uit het liedje ‘Prikkebeen’ dat Boudewijn de Groot een jaar later voor de LP ‘Picknick’ opnam. In deze dagen tussen kerst en oudjaar, die ik samen met een vriend tot het interbellum heb gedoopt, daarbij verwijzend naar de periode tussen de wereldoorlogen, draai ik het met grote regelmaat.