Bliksems! (32)

Anachronismen

Arthur Crucq, ,

Radio maken betekend automatisch ook; het verzamelen van prachtige verhalen en herinneringen. Voor mijn tijd bij Stork on Air maakte ik in de jaren negentig, een paar jaar radio voor Lokatel en benutte deze buitenkans om geweldige bands te kunnen interviewen, in toen nog het oude vertouwde ‘Paard’, voorheen en sindsdien ‘van Troje’.

Anachronismen

Radio maken betekend automatisch ook; het verzamelen van prachtige verhalen en herinneringen. Voor mijn tijd bij Stork on Air maakte ik in de jaren negentig, een paar jaar radio voor Lokatel en benutte deze buitenkans om geweldige bands te kunnen interviewen, in toen nog het oude vertouwde ‘Paard’, voorheen en sindsdien ‘van Troje’. Listig als Odysseus wist ik mij te vermommen als radioreporter, maar net als elke amateur ontpopte ik mij na het interview voornamelijk als liefhebber. En wat is er nu mooier dan ook eens met je favoriete muzikanten een gesprek te voeren in het heilige der heiligen; de kleedkamer waar, naast de musici zelf, alleen mensen die er toe doen toegang hebben. Het stelt natuurlijk geen donder voor zo’n kleedkamer. Een vale bank, een paar stoelen, wat spiegels, een koelkast vol met drank en een schaal met broodjes en zacht geworden chips. Toch heb ik er op menig vriendinnetje indruk mee weten te maken. Naarmate de tijd vordert raakt de romantiek van de kleedkamer en de popmuzikant die eens op een voetstuk stonden uit de gratie. Popmuzikanten blijken ook maar gewoon mensen en sommigen zijn gewoon echt niet aardig. De kleedkamer blijkt overigens een plek waar de popmuzikant niet bepaald voor zijn lol vertoefd. Die hele magische wereld van de popmuziek blijkt gewoon een ‘vak’, waar net als met de kantoorbaan, een zekere sleur in gaat zitten. Maar toch, zo af en toe bekruipt mij nog steeds dat wonderlijke gevoel van de tijd dat alles nieuw en spannend was. Twee jaar geleden overviel het mij opeens weer. The Dresden Dolls zouden in Den Haag spelen. Hun debuutalbum draaide ik al een paar maanden met regelmaat en langzaamaan begon de muziek steeds meer tot de verbeelding te spreken en werd mijn bewondering voor het talent van de Dolls haast buitenproportioneel. Zie dan maar eens ‘nuchter’ een interview te gaan doen. Nee, de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik tamelijk nerveus was. Een bekend gevoel, dat verdacht veel lijkt op verliefdheid, stak de kop weer op. Aan de ene kant zie je er ontzettend naar uit. Aan de andere kant ben je nerveus en verlang je naar het moment van ontspanning omdat alles achter de rug is. De eerste Doll aan wie ik op die decembermiddag werd voorgesteld was Amanda. De zangeres, pianiste en songschrijfster van het duo. De drummer Brian lag nog in de kleedkamer te slapen. Kleedkamers bleken overigens in de middag een geheel andere aanblik te hebben dan ik gewend was. Maar The Dresden Dolls waren leuk. Mijn eerste indruk van ze was dat ze verlegen waren maar praten deden ze. Kortom, het werd een geweldig leuk interview en van binnen maakt er zich dan altijd een overwinningsroes van mij meester. De kick van de terugreis naar de studio zal voor mensen die niets met radio hebben misschien nietszeggend zijn, maar ik kan je vertellen dat het een heerlijk soort gevoel van voldoening geeft om met een minidisk met inhoud terug te keren, waarvan alleen jij nog weet dat anderen er die avond naar gaan luisteren. Maar het hoogtepunt van zo’n dag is natuurlijk het feit dat je ook het concert mag bijwonen, soms gevolgd door nog een praatje of een drankje, al dan niet in de kleedkamer. Nee, over mijn dagen als vrijwillig radiomaker zul je mij niet gauw horen klagen. Tot slot van deze dag dus dat mooie optreden in de kleine zaal van het Paard, waar ik in de wereld van The Dresden Dolls werd gezogen . Een zacht donkere, soms venijnige wereld vol ontroerende muziek, waar de nachtclub van Brian en Amanda nooit sluit. Waar je hopeloze avontuurtjes kunt hebben, of grappen kunt maken met de band of hardop mee kan zingen met het zwartgallige chanson. Toen deze hele dag eenmaal afgelopen was en ik de volgende ochtend wakker werd merkte ik dat er een treurigheid over mij was neergedaald. Het was kil, nevelig, grijs, onmiskenbaar december. Een treurigheid waarin ik mij liet troosten door de wonderlijke muziek van renaissance componist Claudin de Sermisy. Tegelijkertijd moest ik ook wel lachen om mijzelf. Een volwassen man die nerveus om een handtekening vraagt van twee jonge veelbelovende muzikanten.