Bambú Station en Ras Iba stonden 16 augustus in de Kleine Zaal van het Paard van Troje. Een flinke gok van de organisators: zouden op deze redelijk mooie zomeravond wel genoeg reggaefans naar het Paard komen? Het viel mee: het was gezellig vol en terecht, want het concert was meer dan de moeite waard.
De zaal vult zich al snel, aanvankelijk niet zozeer met bezoekers, maar wel met wiet- en hashdampen. Als teken dat het concert gaat beginnen blaast de lichtman ook nog even een flinke dot rook de zaal in. Ras Iba doet het voorprogramma, maar eigenlijk is het gewoon een dubbelconcert van hem en Bambú Station. Hij boft: een eigen begeleidingsband hoefde hij niet mee te nemen. Drummer Andy Llanos, gitarist Tuff Lion, zanger Jalani Horton en bassist Warren Pedersen II van deze band leggen een stevige muzikale basis tijdens zijn optreden. Al direct valt op wat een goede gitarist Tuff Lion is. Bij beide concerten krijgt hij ruim baan om prachtige solo’s neer te zetten.
Publiek en Ras moeten er eerst een beetje inkomen, maar naarmate zijn concert vordert, lukt dat steeds beter. In het begin draagt hij nog een zonnebril en een goed gevulde muts, die als een soort waterhoofd achter aan zijn kop hangt. Als die muts afgaat, snap je meteen waarom die zo zwaar oogde. Ellenlange dreadlocks komen eronder vandaan. Meteen komt Ras zelf ook meer los. Als de zonnebril dan ook nog afgaat, krijgen we de echte Ras Iba te zien en vooral te horen. Hij danst en huppelt blij over het toneel.
Als Ras tevreden het podium verlaat onder luid geklap en gefluit, is de wissel maar kort. Alles staat er immers al, gestemd en wel. Zanger Jalani komt achter de toetsen vandaan en pakt de microfoon. Een nieuwe, jongere toetsenist neemt het van hem over. De band is op die ene man na al lekker ingespeeld en dat merk je. De mensen in de zaal reageren vanaf het begin enthousiast en de band zet het feestje op het podium gewoon voort.
Wat Bambú Station kenmerkt is vooral de sociale bewogenheid van de muzikanten. De teksten zijn behoorlijk serieus van toon. Soms wordt er a capella gezongen met Jalani op leadzang en Tuff en Andy als achtergrondzangers. Indrukwekkend bijvoorbeeld is het nummer over Amadou Diallo, een jonge Afrikaan die in New York werd doodgeschoten door vier mannen, die vonden dat hij eruit zag als een drugsdealer.
Na een aantal nummers neemt Tuff de microfoon over van Jalani. Die neemt op zijn beurt Tuffs gitaar ter hand. Met zijn tomeloze energie overtuigt Tuff als leadzanger direct. Hier staat een man met charisma voor tien. Qua podiumpersoonlijkheid moet Jalani het duidelijk tegen hem afleggen. Jammer genoeg houdt Tuff het na een paar nummers al weer voor gezien.
Andy mag ook nog een nummer zingen. Hij heeft een goede stem, maar omdat hij niet achter zijn drumstel vandaan komt, is het aan de andere vier is om de show levendig te houden. Tegen het eind komt Ras Iba ook nog even terug. Hij zingt onder meer een mooi duet met een jonge, Afrikaanse gastzanger. Ten slotte neemt Jalani de zang nog even over. Dan lijkt alles voorbij. Maar de zaal smeekt om meer. Natuurlijk komt de band graag terug voor een toegift. Ras Iba en Bambú Station hebben overtuigd. We zien ze graag gauw terug in het Paard.
Wie Bambú Station en Ras Iba gemist heeft, kan vrijdag 18 augustus nog naar de Popcentrale in Dordrecht gaan.
Ras Iba en Bambú Station geven Paard gezonde reggae-injectie
Ellenlange dreadlocks en sociaal bewogen teksten
Bambú Station en Ras Iba stonden 16 augustus in de Kleine Zaal van het Paard van Troje. Een flinke gok van de organisators: zouden op deze redelijk mooie zomeravond wel genoeg reggaefans naar het Paard komen? Het viel mee: het was gezellig vol en terecht, want het concert was meer dan de moeite waard.