Het nieuwe college van B&W in Den Haag heeft zich voorgenomen veel te doen voor de popmuziek. Ruim honderd dagen na het aantreden schijnt het een goede gewoonte te zijn om een eerste balans op te maken. In het beleidsakkoord staat dat er onder meer een popplan gaat komen en moet er 'voor jongeren meer ruimte komen voor urban-cultuur'. Wat met dat laatste nu precies word bedoelt blijft helaas onduidelijk maar de zin impliceert alsof die ruimte er momenteel te weinig is. Je zou voor de grap eens een middagje door de Spuistraat moeten lopen.
De wethouder van cultuur mevrouw Klijnsma, heeft de afgelopen maanden in ieder geval al een aantal malen van zich laten horen op onder andere 3 voor 12 Den Haag. Dat is natuurlijk al een goed begin. Maar wat is er nu precies gezegd? In een interview van juni gaf zij aan dat er meer multiculturele bands zouden moeten worden geprogrammeerd op festivals. Maar ja; 'wanneer is een band multicultureel?',vraag ik me dan meteen af. Uit hoeveel culturele 'backgrounds' moet je band bestaan en in welke taal moet je zingen en welke instrumenten dien je te gebruiken om aan het criterium multicultureel te voldoen?
Volgens de van Dale betekend multicultureel; uit elementen van verschillende culturen bestaand. Als we teruggrijpen op de geschiedenis van de popmuziek dan bestaat zij sowieso uit elementen van verschillende culturen. Duidelijk hoorbaar zijn Afro Amerikaanse invloeden via de blues en jazz en west Europese invloeden via de country en de folk. Gooi dat bij elkaar en maak het elektrisch en je hebt rockmuziek. Elementen uit verschillende culturen dus. Alle popmuziek is multicultureel! Probleem opgelost zou je denken.
Ook over de Parade maakte de wethouder in het Algemeen Dagblad de opmerking dat deze best multicultureler kon. Best vreemd inderdaad dat een festival wiens publiek toch vooral bestaat uit GroenLinks stemmende, Volkskrant lezende en VPRO kijkende, zichzelf progressief wanende mensen, er altijd weer uitstekend in slaagt een culturele enclave te creëren waarin het lijkt alsof de moderne grote boze wereld niet bestaat en waar hun veel te bijdehante Villa Achterwerk kindertjes veilig kunnen ronddartelen. Maar mogen zij? Van mij wel!
De opmerkingen van de wethouder roepen een interessante vraag op. Met een Haagse jeugd die voor bijna 50% uit mensen met een andere culturele achtergrond bestaat kan het natuurlijk niet anders dan dat zich dat moet terug vertalen in het culturele aanbod van de stad. Dat heb ik in mijn column over het Xstage ook onderschreven. Maar betekend dat nu dat elk festival en programma langs de multiculturele meetlat moet worden gelegd en een bepaalde hoeveelheid multiculturele programmering moet hebben? Of kan een festival ook gewoon 100% Hindoestaans zijn of zich voor 100% richten op grachtengordel publiek, gabbers, Marokkanen etc etc.? Het aardige van diversiteit is nu namelijk dat ik als Hagenaar kan kiezen om eens te genieten van Hindoestaanse cultuur op Milan, van underground op State X en als ik zin heb in Nederlandse levensliederen ik naar Frans de Leef en Henk Anijs kan gaan luisteren. Ik wil helemaal niet dat elke programmering op elkaar gaat lijken!
Laat de Parade dus gewoon lekker de Parade blijven, Het Milan festival Hindoestaans en Plein Open een rockfestival. Het publiek wil zelf uit het totale aanbod de diversiteit opzoeken en deze niet standaard op elk cultureel menu voorgeschoteld krijgen.
Heb ik tot slot nog een toevoeging aan het Popplan. Nederland schijnt een uitstekend belastingklimaat te hebben voor de grootverdieners uit de popmuziek en in navolging van U2 die het bedrijf nu in Amsterdam vestigen zou Den Haag als stad met internationale ambities ook een aantal grote acts moeten huisvesten. Misschien is het een idee om aanstaande zaterdag Fish als eerste te benaderen nu hij toch op Schollenpop speelt.
Na een intensieve campagne van een jaar kunnen we in 2007 kaderock afsluiten met de Red Hot Chili Peppers. Plein Open met Coldplay en Parkpop met Madonna.
Bliksems! (14)
Diversiteit; een kwestie van ‘jezelf’ blijven!
Het nieuwe college van B&W in Den Haag heeft zich voorgenomen veel te doen voor de popmuziek. Ruim honderd dagen na het aantreden schijnt het een goede gewoonte te zijn om een eerste balans op te maken. In het beleidsakkoord staat dat er onder meer een popplan gaat komen en moet er 'voor jongeren meer ruimte komen voor urban-cultuur'. Wat met dat laatste nu precies word bedoelt blijft helaas onduidelijk maar de zin impliceert alsof die ruimte er momenteel te weinig is. Je zou voor de grap eens een middagje door de Spuistraat moeten lopen.