The Music In My Head – zaterdag 12 november

Van meeraggen tot ademloos luisteren

De tweede dag van The Music In My Head, zaterdag 12 november, trok wat minder bezoekers dan de eerste. De bands verschilden ook meer van elkaar, zelfs per locatie. Toch stonden er grote namen die hun reputatie ook waarmaakten, zoals Tracey Bonham, The Frames, Roisin Murphy en The Posies.

Van meeraggen tot ademloos luisteren

De tweede dag van The Music In My Head, zaterdag 12 november, trok wat minder bezoekers dan de eerste. De bands verschilden ook meer van elkaar, zelfs per locatie. Toch stonden er grote namen die hun reputatie ook waarmaakten, zoals Tracey Bonham, The Frames, Roisin Murphy en The Posies. Door: Femke Japing (Tracy Bonham / The Frames / Florentintin / The Posies), Leontine de Reede (The Jack Stafford Foundation / Quagga / Roisin Murphy) en Peisam Tsang (Quit Your Dayjob / Absentee ) Als Tracy Bonham het podium opstapt om de tweede avond van The Music In My Head te openen, is de Grote Zaal nog niet erg gevuld. Jammer voor haar, maar zeker jammer voor de mensen die nog niet aanwezig zijn, want deze mevrouw weet het publiek vanaf de eerste noten te betoveren met haar mooie, heldere stem. Ze begeleidt zichzelf afwisselend met elektrische gitaar en viool en gebruikt een aantal effect- en samplepedaaltjes, zodat het af en toe klinkt alsof er niet één, maar wel twee of zelfs drie Tracy’s op het podium staan. De zangeres weet niet alleen met verbale, maar ook met muzikale grapjes een lach op het gezicht van de luisteraar te brengen. Om de tekst That’s the sound of your brain cracking kracht bij te zetten, maakt zij met haar strijkstok een krakend vioolgeluid. Als zij tijdens het eerste couplet van haar hit Mother mother haar viool voor de gitaar inwisselt en daarbij poogt het laatste woord aan te houden – wat natuurlijk moeilijk gaat als je een gitaarband over je hoofd moet wurmen – zorgt dit ook weer voor een hoop gelach en gejuich van het publiek. Liedjes over mislukte liefdes, pooiers en andere ellende. Volgens singer/songwriter The Jack Stafford Foundation zijn dat de mooiste. Het duo dat heeft plaatsgenomen op het podium van het Paard Podiumcafé bezingt schrijnende onderwerpen. De dame die Jack begeleidt met gitaar en zang blijft hem onderwijl diep in de ogen kijken. Af en toe vragen we ons af of ze door hebben dat er publiek aanwezig is. Ze lijken elkaar van geringe afstand te verslinden. Het hoort waarschijnlijk bij de act en het thema, maar het zou er iets minder vanaf hoeven te druipen. Het geheel is dromerig. JSF veroorzaakt een trance. We zijn allemaal muisstil en vergeten nog wel eens te applaudiseren als het ene nummer soms vloeiend in het volgende overgaat. Jack is een markant figuur maar vocaal wil hij er nog wel eens naast zitten. Zijn partner lijkt zichzelf iets te serieus te nemen maar is desondanks zeer goed bij stem. Sommigen laten het na een paar nummers afweten en slaapwandelen naar een luider optreden. Voor de ware romanticus en liefhebber van het genre is JSF echter een must. Als je je dagelijkse baan opgeeft en net als deze gasten wordt, ben je echt niet blij. Met heel simpele en pakkende teksten zorgt Quit Your Dayjob ervoor dat het publiek mee schreeuwt met deze van punk en electro doordrenkte rock and roll. Van links naar rechts freaken gitarist Jonass en toetsenist Marcass er op los. Zou je de muziek niet horen, dan lijken het net gabbers met een overdosis xtc achter de kiezen. De ogen van Jonass puilen er zowat uit, terwijl het zweet met bakken uit zijn haren stroomt. Dat is niet leuk vooraan staan. Marcass trekt op een gegeven moment zijn met zweet doordrenkte shirt uit en smijt dat in het publiek. Prijs de gelukkige, maar niet heus. Even later gaat hij zijn shirt achterna en vliegt ook het publiek in. Hij maakt een rondje, klimt op de monitors, maakt koprollen achterwaarts en geeft een lesje venijnig luchtkicken vanachter zijn toetsen; de bezige bij van de band. Met een gigantische sneltreinvaart schiet Quit Your Dayjob door zijn energieke set. Als de Ierse band The Frames het podium van de Grote Zaal betreedt, is hij bomvol. De vijf heren zetten een stevig nummer in, waarbij meteen de klanken van de prachtige elektrische viool en het emotievolle stemgeluid van zanger Glen Hansard opvallen. Laatstgenoemde staat zijn gevoelige popliedjes met uiterst geconcentreerde blik in de ogen te vertolken. Al gauw wordt duidelijk dat de bassist ook een mooie stem heeft. Als Glen en hij samen zingen, zorgt dit voor koude rillingen. Hoewel de nummers duidelijk serieus van aard zijn, wordt er ook een hoop lol gemaakt op het podium. Tijdens het nummer God bless mom zetten de zanger en de bassist zulke komische, hoge kinderstemmetjes op, dat ze zelf hun gezicht niet meer in de plooi kunnen houden. De verwachting is hoog in het drukbevolkte Paard Podiumcafé. Quagga heeft in korte tijd vele prijzen weten binnen te slepen. Zanger Mr. Qute en companen beginnen vastberaden aan een set waarmee ze de tent binnenste buiten lijken te willen keren. Bij de aftrap staat het publiek deze intense figuur, die al zingend en kronkelend wat biertjes naar binnen klokt, nog wat aarzelend aan te staren. Het begint echter al snel tot de toeschouwers door te dringen dat het de moeite waard is geweest naar beneden af te reizen. Quagga vergast ons op een mengelmoes van stijlen. We horen rauwe rock, gecombineerd met funk, een snufje dance en nog wat groovy tunes toe. Elk nummer barst van de energie en wordt vertolkt met verve. Blikvanger, de dolgedraaide en hevig transpirerende Mr. Qute, weet de liefhebbers op te hitsen en de zaal begint eindelijk op te warmen, voor het eerst op deze avond overigens. Quagga pakt ons om vervolgens niet meer los te laten. Het Engelse Absentee bestaat uit vijf vrij jonge muzikanten: Dan, Jon, Melinda, Babs and Laurie. Samen geven zij vorm aan sferische liedjes, waarbij het stemgeluid van Dan erg opvalt. Zo jong als hij eruit ziet, zo oud en doorleefd klinkt hij, waarbij de vergelijking met Tom Waits al snel is gemaakt. Melinda valt Dan zo nu en dan bij; de twee stemmen versmelten. De nummers zijn doorspekt met een duister gevoel voor humor. Zou het daarom zijn dat een groepje mensen in het publiek tijdens het hele optreden door keihard schatert van de lach? Het is irritant en totaal respectloos, omdat andere mensen wel proberen te luisteren. Absentee gaat er gelukkig goed mee om en draagt zelfs een nummer op aan het groepje lawaaimakers. Zoals Dan zegt: “Ik ben niet zo’n prater, ik speel liever.” Dat doet de band dan ook. Al met al is het niet Het optreden van The Music in my Head. Daarvoor zijn de liedjes nog teveel dicht gemetseld. Het zou beter zijn, als de band wat ademruimte inbouwde, zodat je de liedjes beter tot je kunt nemen. Het is vrij rustig in het Paard Podiumcafé als Florentijn Boddendijk, alias Florentintin, met zijn set begint. Hij maakt dan ook muziek die het grote publiek waarschijnlijk niet echt aanspreekt. Florentintin heeft bekende nummers tot een soort easy tunes-achtige orgelliedjes omgetoverd. Door verwoed op de toetsen van zijn laptop te drukken rijgt hij stukken van in ritme of klank verschillende muziekjes aan elkaar. Knap gedaan hoor, maar het begint al gauw te vervelen. Florentintin steekt er maar een dikke sigaar bij op. Het optreden van Roisin Murphy is een waardige afsluiter in de Grote Zaal. Er is veel animo voor de Ierse zangeres en haar uitgebreide band met onder andere drie blazers. Ze komt op in een reusachtige zwarte cape met hoge hoed. Gedurende het optreden blijft Roisin kostuums wisselen. Haar opvallende verschijning zweept het publiek op met de eerste track, Ramalama. Roisin is in haar element als koningin van het bizarre. Ze stoeit met haar twee microfoonstandaards en weet de zaal moeiteloos voor zich in te nemen met haar statische houding en sensuele blikken. Murphy’s muziek hangt van bizarre geluiden en tegendraadse melodieen aan elkaar. Dear Diary begint met een aflopende wekker. Op een enkel nummer na wordt het hele album ten gehore gebracht in een show die nooit lijkt te vervelen. Het swingende Sow into you en If we’re in love krijgen de hele zaal aan het dansen. Het optreden van Roisin is een in alle opzichten professioneel en opwindend schouwspel. The Posies zijn afsluiter in de Kleine Zaal. Deze mannen zijn al sinds 1986 bezig en hebben duidelijk een behoorlijk aantal fans in Nederland. Al vanaf het eerste nummer wordt er gedanst, gejoeld en meegezongen. Leuk aan deze band is dat er twee frontmannen zijn, Ken Stringfellow en John Auer, die allebei hun eigen charme hebben. Zij nemen afwisselend de leadzang voor hun rekening, maar er wordt ook veel tweestemmig gezongen. De stevige rocksongs, hoewel erg aanstekelijk, zijn niet bijzonder interessant om naar te luisteren. De kracht van de band zit hem meer in de energieke uitvoering van de nummers en de uitstraling van de zangers. Als er door een aantal technische problemen wat gaten in het optreden vallen, worden deze goed gevuld met vermakelijke verhalen over het drugsgebruik van de roadie en de Nederlandse boeker van de band, die volgens één van de frontmannen naast het regelen van optredens ook nog ‘excellent blowjobs’ geeft. Het podium is blijkbaar te klein voor de heren van The Posies, want op een gegeven moment duiken Ken en John met microfoon en al het enthousiaste publiek in.