Etappe Den Haag - Gent smaakt naar meer

Den Haag is een festival rijker

Organisatoren Vico Sneep en Peisam Tsang stond de hele avond het zweet op het voorhoofd, maar aan het eind konden ook zij opgelucht constateren dat de Etappe Den Haag - Gent een geweldig succes was. Op zondag 27 november stonden zeven Gentse bands, vijf Nederlandse bands en uit elke stad twee dj’s in de Kleine Zaal van Paard van Troje en het Paard Podiumcafé. Deze kennismaking met de Gentenaren doet verlangen naar meer.

Den Haag is een festival rijker

Door: Leonie Willemstein (The Alibi, De Nieuwe Vrolijkheid), Lilian van Dijk (Needle & The Pain Reaction, The Black Jettas, Dr. Pepper Family), Femke Japing (Rollz Noyce, Van Jets, Tomán), Hans Heemskerk (Les Professeurs) en Cok Jouvenaar (Roadkill, Nicad, Can_Of_Be). Organisatoren Vico Sneep en Peisam Tsang stond de hele avond het zweet op het voorhoofd, maar aan het eind konden ook zij opgelucht constateren dat de Etappe Den Haag - Gent een geweldig succes was. Op zondag 27 november stonden zeven Gentse bands, vijf Nederlandse bands en uit elke stad twee dj’s in de Kleine Zaal van Paard van Troje en het Paard Podiumcafé. Deze kennismaking met de Gentenaren doet verlangen naar meer. Het is aan de Gentse band The Alibi om de Etappe in het Paard Podiumcafé te openen met een mix van garage post punk, die raakvlakken met new wave en psychedelica heeft. Het is een goede opener: dit trio maakt muziek die lekker in de oren klinkt. Ondanks dat ze maar met zijn drieën op het podium staan, weten de bandleden een vol geluid te produceren. Ook het publiek, dat tijdens dit optreden nog steeds binnenstroomt, laat zijn waardering voor deze muziek blijken. Als de leadzanger vraagt of er mensen uit Gent aanwezig zijn reageert het merendeel met gejuich. Misschien ligt het aan het middaguur, maar de drie bandleden mogen wel wat meer swing in de performance brengen. Soms komen ze ietwat traag over, doordat ze te veel tijd tussen de nummers in laten. De typisch Hollandse kreet “spelen!” is bij The Alibi wel van toepassing. Maar, als ze spelen ben je dit alweer snel vergeten. Aan de leden van de Haagse band De Nieuwe Vrolijkheid is te zien dat ze er zin in hebben. Met hun opvallende kapsels - hoogstwaarschijnlijk gaan ze naar dezelfde kapper - en een leadzanger die de cijfers 2357 op zijn blote bast heeft staan, komen ze stoer over. De meeste Haagse bezoekers kennen deze band inmiddels wel. De Gentse mannen die deze act voor het eerst zien, zijn erg onder de indruk van de enige dame. De muziek, fragmentarische noisepop, klinkt krachtig in de Kleine Zaal. De vervreemdende gitaarpartijen, melodische baspartijen en zang maken de muziek van De Nieuwe Vrolijkheid niet voor iedereen toegankelijk. Het kan je het gevoel geven dat er te veel tegelijk gebeurt. Als een trombone de songs nog komt aanvullen, komt er een golf van noise op je af. Bij de aankondiging van het laatste nummer nodigt de leadzanger het publiek uit om op het podium mee te zingen. De halve zaal loopt leeg en het podium staat vol met liefhebbers van de songs deze band. Ook de heren van Nicad, die later in het Paard Podiumcafé zullen spelen, zingen het refrein vrolijk mee. Als The Needle & The Pain Reaction in het café gaat spelen, lijkt het podium ineens twee keer zo groot. De drie mannen zetten een potje rock neer waar de vonken vanaf vliegen. Wat een power dendert hier het publiek in! Zelf noemen ze hun muziek speedblues, maar er zit duidelijk een flinke dosis punk doorheen. Zanger/gitarist Wim gaat soms op zijn tenen staan om de hoogste noten eruit te persen. Een mooi spektakel is het. De drie bandleden spelen lekker strak. Het eigen repertoire is behoorlijk sterk en als ze een cover spelen, zijn ze op hun best als hem gewoon een The Needle & The Painjasje aantrekken, zodat hij nauwelijks meer herkenbaar is. Het Haagse publiek lust er wel pap van. In de Kleine Zaal nemen Joachim en Jan van de Gentse band Rollz Noyce plaats achter een tafel vol apparatuur. Een computer, een synthesizer, een drumcomputer: een heleboel knopjes dus, maar al gauw zal blijken dat de heren daar wel raad mee weten. Ook staan er twee microfoons en een elektrische gitaar op het podium. Rollz Noyce laat de muziek voor zich spreken en zet meteen het eerste nummer in. De drukke, dansbare composities van het duo wekken associaties op met The Prodigy en The Chemical Brothers –soms zelfs iets te sterk, want bepaalde melodieën klinken kenners van deze bands wel heel erg bekend in de oren. Eigenlijk doet dit niets af aan het geheel, want na een paar maten staat het publiek al enthousiast te bewegen. Door de zang van beide heren en het gitaarspel van Joachim wordt de muziek nog levendiger. Aan de reacties van het publiek te zien had deze act best iets later op de avond kunnen staan. Na het veel besproken optreden van Les Professeurs op de Haagse popweek spelen de professoren op etappe Den Haag – Gent in het Paardcafé. Na het eerste nummer valt op dat de performance van de drie artiesten met grote stappen vooruit is gegaan, en om die reden is het publiek ook een stukje enthousiaster dan bij de Haagse popweek. Helaas is het optreden verre van perfect, omdat de muziek die ze spelen wederom vreselijk eentonig is, maar misschien moet je ervan houden om het te waarderen. En dat was ook te merken aan het publiek: er werd natuurlijk geklapt, zoals het hoort, maar echt meegedanst of aandachtig geluisterd, nee dat werd er niet. En dus mag je concluderen dat er wel degelijk verbetering in zit, maar dat er nog altijd een hoop werk aan de winkel is voor Les Professeurs. In de Kleine Zaal staat Roadkill klaar om slechts een handjevol mensen een potje onvervalste heavy metal voor te schotelen. Na een intro gaan de vijf heren er flink tegenaan. Niet iedereen kan het waarderen. Misschien is heavy metal wel te veel van het goede. Of is het publiek gewoon te jong voor zo’n ouwe-lullen muziekstijl. De band speelt vakkundig de zaal zo goed als leeg, maar laat zich niet uit het veld slaan. Het gemis van vuurwerk en andere gadgets maakt de band niet minder energiek. Invalzanger Ivan Montauban trekt zijn strot goed open voor de paar enthousiastelingen die wel zijn blijven hangen in de Kleine Zaal. Voor The Black Jettas kan de avond al niet meer stuk. Zij zijn ontzettend blij dat ze de avond ervoor derde zijn geworden bij het Oostvlaams Rockconcours. Het gaat ze een boel media-aandacht en een demo opleveren. Volgens eigen zeggen zijn ze zo brak, dat ze in het Podiumcafé wat minder goed uit de verf komen. Weinig van te merken, hun speedrock knalt er goed uit. En dat terwijl ze ook nog eens een nieuwe bassist hebben en de kabels van de twee gitaristen in de knoop raken. Het leuke van deze band is, dat drie van de vier bandleden ook zingen. De zangsolo’s worden verdeeld tussen de twee gitaristen, Steven en Thomas. Dat maakt de show gevarieerd. Een extra compliment voor Thomas, die met behulp van een aansteker een prachtige slidesolo weggeeft. Een van de vertegenwoordigers van Gent is de band The Van Jets. De vier mannen spelen een energieke set met behoorlijk rauwe rock met veel gitaargeweld. Dit laatste wordt voortgebracht door de leadzanger/gitarist en zijn gitaarspelende collega. Deze twee zijn duidelijk uitstekend op elkaar ingespeeld. Het is een genot om naar hun perfect synchrone ‘tweestemmige’ gitaarspel te luisteren. De frontman van de band maakt een wat onzekere indruk en kijkt weinig het publiek in. Hij besluit de aankondiging van één van de nummers met: “Dit nummer is voor Roadkid.” “Roadkill!” verbetert één van zijn medemuzikanten hem snel. Oeps! Ach, het was vast aardig bedoeld. Het publiek neemt het hem in ieder geval niet kwalijk. Zijn zang, die een beetje aan die van Jim Morrison doet denken, maakt een hoop goed. Om 20.00 uur is het de beurt aan Nicad, een van de sterk opkomende bands uit Den Haag. Het vijftal beheerst het maken van goede liedjes en hun instrument als geen ander; prachtige popliedjes met een diversiteit aan stijlen. Ook vandaag scoort de band hier weer punten mee. Nicad is de Haagse hoop in bange dagen, wordt er geroepen in het trapgat. Uniek en verfrissend is dit kwintet zeer zeker. Hopelijk weten de heren dit niveau te handhaven en laat Den Haag deze band in zijn waarde. Het zou zonde zijn als dit talent wordt uitgebuit door derden. Nicad is goed op dreef en is misschien wel de beste Haagse band van vandaag. Iets wat van Can_Of_Be vandaag niet gezegd kan worden. Doorgaans laat deze band een indruk achter waar je U tegen zegt. Maar vanavond zit het zestal niet lekker in zijn vel. Als geen ander is deze band afhankelijk van een goed geluid. In de Kleine Zaal is dit ondermaats. Om het allemaal nog matiger te maken dan het al is, is de setlist ook niet je van het. Can_Of_Be begint met twee nieuwe composities en slaat hierdoor eigenlijk de plank al mis. Beter was geweest toch op safe te spelen en met een oude kraker te openen. Dit had zeker meer schwung aan het optreden gegeven. Gelukkig maken de visuals nog een hoop goed. Maar het publiek laat deze band voor wat het is, en zoekt zijn heil ergens anders. Een gemiste kans voor Can_Of_Be. Het is vrij druk in het Paard Podiumcafé als de vier Gentenaars van Tomán aan hun set beginnen. Deze jongens spelen prachtig gearrangeerde nummers: kleurrijke kunstwerkjes die ze voorzichtig, laagje voor laagje, opbouwen. De gitaren, analoge synthesizer, drums en bas beginnen vaak heel bescheiden en ingetogen, waarna ze langzaam de spanning steeds meer opvoeren, tot er een explosie van geluid plaatsvindt. Opvallend is de knappe speelstijl van de drummer, die kwastjes afwisselt met andere soorten drumstokken. Het mooie, zweverige synthesizergeluid doet menigeen wegdromen. Ook de gitaar draagt hiertoe bij, die door kunstig gebruik van effectpedaaltjes af en toe net als een stem klinkt. Slechts heel af en toe voegen de drummer en de toetsenist/gitarist zang toe. Soms worden een aantal zangregels als een soort mantra steeds herhaald. Na het laatste nummer krijgt Tomán van het in vervoering geraakte publiek een daverend applaus. The Dr. Pepper Family sluit het programma in de Grote Zaal af. Power pop rock spelen deze drie mannen, maar er zit ook iets bluesachtigs doorheen. De muziek heeft soms iets zwaars, iets duisters, iets melancholieks. Maar dan komt er weer een wat vrolijker nummer langs en wordt er vooraan zelfs nog enthousiast gedanst. Het is jammer dat er niet zo heel veel publiek meer is. Degenen die zijn gebleven, kunnen de muziek zeker waarderen. De composities, zoals bassist Jurgen ze steeds aankondigt, hebben zeker wat in hun mars. Gitarist Sebastian en Jurgen nemen de zang om en om, en soms samen, voor hun rekening. Drummer Jochen zet er een straf fundament onder. Al hebben ze maar drie instrumenten, ze kunnen er een stevige geluidsmuur mee bouwen. Wie zin heeft, mag na afloop gratis naar de Glitter Club in de Grote Zaal. Cadeautje van het Paard, maar de meeste mensen zijn na een dag rocken gesloopt. Die etappe was niet mis! Er gaan al stemmen op om meer van dergelijke uitwisselingen te organiseren met bijvoorbeeld Duitsland of Engeland. Wat het publiek betreft is één ding duidelijk: De Gentse gasten mogen graag nog eens terugkomen.