Thomas Dybdahl innemend en meeslepend

Rode wijn als olie voor de liedjes

Cok Jouvenaar, ,

Slechts 12 kaarten in de voorverkoop voor de Noorse singer-songwriter Thomas Dybdahl en zijn band The Great October Sound. In zijn thuisland, Noorwegen trekt Dybdahl overvolle zalen. Op donderdag 17 maart blijft het bezoekersaantal steken rond de 100 man. Geen slechte score voor een artiest waar niemand nog van gehoord heeft. Na het aanschouwen van het concert hopen we meer van Thomas Dybdahl en The Great October Sound in Nederland te horen.

Rode wijn als olie voor de liedjes

In de voorverkoop zijn slechts 12 kaarten verkocht voor de Noorse singer-songwriter Thomas Dybdahl. In de kleine zaal van het Paard van Troje geeft hij samen met zijn band The Great October Sound een concert van allure. Het groepje muzikanten doet een korte tour in Nederland. Den Bosch en Amsterdam staan nog op het programma. Op donderdag 17 maart deed Dybdahl Den Haag aan. ’s Middags gaf Thomas Dybdahl een kort promo optreden in cd winkel Plato. Slechts een handje vol mensen kijkt naar de Noorse bard. In zijn thuishaven Noorwegen trekt hij overvolle zalen en heeft hij alle lachers op zijn hand. Hier in Nederland heeft praktisch niemand van deze Noorse ster gehoord. Alleen het album ‘……That Great October Sound’ is hier via de reguliere weg te krijgen dus ook op donderdagmiddag in de Plato. Helaas komt hij in de cd winkel aan de Schoolstraat totaal niet tot zijn recht. In dit middag uur komen mensen de winkel binnen lopen, om snel de laatste nieuwe van Queens of the Stone Age te scoren en na het afrekenen gelijk de tram richting huis te nemen. De liedjes die Dybdahl het select groepje liefhebbers voorschotelt komen hierdoor ongeïnspireerd en plichtsmatig over. Heel erg jammer. Toch is het duidelijk dat deze Dybdahl barst van het talent. Zeker tijdens het nummer over de 40-jarige Henry lijkt de singer-songwriter toch enkele mensen te raken. Paarddirecteur Jeroen van der Wiel en Paardmedewerker Stefan Oosthof zijn vereerd met het bezoek van Dybdahl aan het Paard en luisteren met open mond naar het verhaal van Henry. In de avond is het andere koek. Dybdahl heeft zijn band meegenomen en lijkt meer op zijn plek te zijn in deze kleine zaal aan de Prinsegracht dan in een cd winkel. Als Thomas Dybdahl met zijn band The Great October Sound het podium stapt is de term Déjà vu misschien wel de juiste. Of Robbie Robbertson en The Band tijdens hun zwanenzang ‘The Last Waltz’ het podium opstappen. Thomas Dybdahl en The Great October Sound zien er vanavond net zo uit. Allen gestoken in een mooi pak, de drummer heeft zelfs een hoedje op (zo één die Richard Manuel in de begin jaren van The band ook op had). Vanaf de opening ‘Don’t lose yourself’ weet de redelijk gevulde zaal (zo’n 100 man) wat er in huis is gehaald. Een stel rasmuzikanten die het vak van muziek maken verstaan. Een groep jonge dames zijn van verre gekomen om deze 24 jarige Noorse singer-songwriter te aanschouwen. Het hele optreden blijven deze dames aan de lippen van Dybdahl gekluisterd. Visueel mag het dan veel weg hebben van ‘The Band’ muzikaal doet Thomas Dybdahl en zijn band eerder Brits aan. In de persberichten wordt deze Noor met Chris Martin van Coldplay vergeleken worden. Coldplay is niet echt overduidelijk aanwezig als invloed. Het gaat allemaal eerder Jeff Buckley en John Martyn. Zeker het wat hogere en licht hese stemgeluid van Dybdahl heeft affiniteit met Martyn ten tijden van ‘May you never’ uit 1973. Dybdahl ziet dit optreden als een eer. Deze Noor heeft het beduidend naar zijn zin vanavond. De band heeft een uitgebreide set vol met prachtige songs. Na elk nummer heft Dybdahl het glas voor de zaal “Skol!” en de zanger neemt een slok van de rode wijn, die vanavond als olie voor de band mag dienen. De fles wordt regelmatig opengetrokken en de glazen van de bandleden worden vaak gevuld met dit rood goedje. Zijn band is erg goed op elkaar ingespeeld. Het vijftal geeft elkaar de nodige vrijheid om dingen op te vullen. Een meisje in de zaal wist te melden dat ze het muzikaal net allemaal te vol vindt klinken, “Ik had het veel soberder verwacht”. Ja, wie dacht met de zoveelste Neil Young adept te maken te hebben kwam echt bedrogen uit. De melancholie van Buckley is terug te horen maar de power en de majeuraccoorden hebben de overhand. Øyvind Berekvam steelt de show op pedalsteel. Elk nummer geeft hij prachtige invulling en sluit perfect aan bij het opengitaargeluid van Dybdahl. In het slotnummer ‘I Need love’ geeft Thomas Dybdahl zijn bandleden de ruimte om wat extra’s toe te voegen aan de muziek. De solo’s van de afzonderlijke muzikanten geven het optreden extra elan. Natuurlijk kan hierna een toegift niet uitblijven. Geheel alleen komt Dybdahl het podium oplopen en kruipt achter de Wurlitzer piano om kwetsbaar het nummer ‘It’s always been you’ te spelen. Kippenvel en muisstil is de reactie. In ‘Dreamweaver’ trekt Dybdahl en zijn band weer flink van leer om het optreden te beëindigen met de titeltrack van het laatste album ‘One day you’ll dance for me, New York City’. Een goede zet van het Paard om deze Dybdahl uit te nodigen voor een optreden. Met het wegvallen van het festival ‘The Music In My Head’ moet dit soort muziek toch de ruimte krijgen die het verdient. Misschien is de kleine zaal van het Paard van Troje hier perfect voor. Hopelijk zien we Thomas Dybdahl dit jaar nog eens langs komen. Deze Noor zal niet misstaan op het Crossing Border festival.