Wie De Parade niet kent, mist iets in zijn leven

Eerste dag De Parade met Mondo Leone, Girltalk en Eddie’s Elektroshop

Lilian van Dijk, ,

Wie De Parade niet kent, mist iets in zijn leven. De meeste mensen kunnen zich tien dagen in het Westbroekpark in Den Haag financieel niet permitteren en dat hoeft ook niet. Met twee, drie avonden heb je het meeste wel gezien. Toneel, cabaret, zang, dans, film, stille disco en alles wat daartussenin zit. Lekker eten en drinken kun je er ook. Wij concentreerden ons op de muziek.

Eerste dag De Parade met Mondo Leone, Girltalk en Eddie’s Elektroshop

Wie De Parade niet kent, mist iets in zijn leven. De meeste mensen kunnen zich tien dagen in het Westbroekpark in Den Haag financieel niet permitteren en dat hoeft ook niet. Met twee, drie avonden heb je het meeste wel gezien. Toneel, cabaret, zang, dans, film, stille disco en alles wat daartussenin zit. Lekker eten en drinken kun je er ook. Wij concentreerden ons op de muziek. De eerste Paradedag in Den Haag valt op vrijdag 1 juli. We beginnen met Leon Giessens voorstelling Mondo Leone. Leon was ooit bassist in de Wageningse Nederlandstalige groep Toontje Lager en speelde in de zydecogroep Captain Gumbo en is nu liedjesschrijver, muzikant en documentairemaker. Hij combineert die drie eigenschappen in zijn voorstelling. Drie schermen omringen de muzikant. Een boven zijn hoofd, een links en een rechts van hem. Hij heeft een voetpedaal, waarmee hij uit diverse films kan kiezen. Zelf speelt hij afwisselend bas, elektrische en elektrisch-akoestische gitaar. Soms begeleidt hij zichzelf. Dat zie je op het scherm boven hem en op de twee zijschermen. Dan weer toont het bovenste scherm een film en speelt hij daar een liedje bij, begeleid door een gitarist, Jac Bico van onder andere Powder Blue en drummer Arthur Bont, ook bekend van veel bands, waaronder MILK. Giessen schrijft grappige liedjes. Grootse composities zijn het niet, maar ter ondersteuning van zijn filmpjes perfect. Grappig is het jochie dat op zwemles zit, mooi het liedje over de schuur waarop de beeltenis van Jimi Hendrix vanuit de trein te zien is. Giessen toont zich een opgewekt verteller, die een huiskamersfeertje schept met zijn publiek. Bij de voorstelling Holland Sport on Tour treffen we de driemansformatie Ocobar. Twee broers, Bart Wijtman op bas en Rob Wijtman op drums met Cock van Vuuren op gitaar. Zij hebben zich gespecialiseerd in begeleidingsmuziek voor films, radio, toneel en tv-programma’s. Bij deze voorstelling spelen ze voornamelijk sufrock en dat doen ze erg goed. Wij vinden ze meer de moeite waard dan de voorstelling zelf. We komen langs een kleine tent, waar onbekend talent zich aan de voorbijgangers mag vertonen. We treffen vier tieners aan, een jongen op gitaar, een op bas en een meisje en een jongen op zang en rap. “Het heet De Jong,” vertelt een vriendin die staat te luisteren. Het heeft iets ontwapenends. Ze hebben er zo veel plezier in. Gewoon doorgaan, jullie zijn hartstikke leuk bezig. Nog een drummer erbij en het wordt wel wat. We komen langs de stille disco, waar mensen met koptelefoons op zich helemaal uit de naad dansen op voor de toeschouwer onhoorbare muziek. Even wippen we binnen bij De Levende Jukebox, maar na de kraker Sorry Robby beginnen de dames aan de bingo. Wegwezen dus. Maar toch, al vijftien jaar een grote hit op De Parade, geen minne prestatie van Helen en Yvonne. Laat op de avond spelen altijd twee bands, eentje in Café Correct en een in de Orangerie. We gaan eerst even kijken bij Eddie’s Elektroshop. Geen idee wie hierin zitten, het lijkt op een gelegenheidsformatie, speciaal voor De Parade samengesteld. Echt geweldig klinkt het niet. Wat slappe covers, beetje funky, maar vooral de zang is onder de maat. Wel is het dansbaar en daar komt het Paradepubliek in deze tent voor. Girltalk bestaat uit drie vrouwen: Jeannet de Jager, Wies Ingwersen en Paulien van Schaik. Zij worden begeleid door Xander Buvelot op bas en Berthil Busstra op toetsen. Ook dit is een gelegenheidsformatie van drie zangeressen die eens iets samen willen proberen te doen. Ze zingen bijna steeds zuiver. Als ze in de lagere regionen zitten, klinken ze goed, maar hoog wordt vaak schel. Eigenlijk lijken de stemmen net een beetje te veel op elkaar om echt tot fraaie harmonieën te komen.