North Sea Jazz festival 2005: de zaterdag

Massaal boegeroep voor Rotterdam

Cok Jouvenaar en Peisam Tsang, ,

Nog één dag te gaan en dan is het North Sea Jazz festival in Den Haag definitief ten einde. Met deze instelling lijkt iedereen rond te lopen in het Congresgebouw op zaterdagavond 9 juli. Er heerst een wat gelaten sfeer, maar het publiek geniet toch met volle teugen van de acts. De dag kent een paar uitzonderlijke momenten. Zo pakt Relax uit met gastmuzikanten. Maar deze avond staat vooral in het teken van de uitreiking van de Bird Award aan Jos Acket.

Massaal boegeroep voor Rotterdam

Nog één dag te gaan en dan is het North Sea Jazz festival in Den Haag definitief ten einde. Met deze instelling lijkt iedereen rond te lopen in het Congresgebouw op zaterdagavond 9 juli. Er heerst een wat gelaten sfeer, maar het publiek geniet toch met volle teugen van de acts. De dag kent een paar uitzonderlijke momenten. Zo pakt Relax uit met gastmuzikanten. Maar deze avond staat vooral in het teken van de uitreiking van de Bird Award aan Jos Acket. Aan Jean Toots Tielemans de eer om de tweede dag van het North Sea Jazz festival 2005 te openen. Deze 83 jaar oude mondharmonicavirtuoos is niet de allerminste. Integendeel, hij wordt gezien als de beste mondharmonicaspeler ter wereld. Eentje die zelfs heeft samengespeeld met Charlie ‘Bird’ Parker. Dat belooft weer wat. Vanavond wordt hij omringd door een dijk van een orkest, inclusief een harpiste. Hij doet eer aan de faam die hij sinds zijn doorbraak in 1962 heeft opgebouwd. Toots is erg ontspannen en zo nu en dan vertelt hij een korte grappige, aanstekelijke anekdote. Een aantal bijzondere gastmuzikanten passeren de revue, waaronder de jonge Jamie Cullum en de nieuwe Amerikaanse belofte Lizz Wright. Samen met hen doet hij vertolkingen van de componist Harold Arlen. En hoe! Toots geniet zichtbaar van alle aandacht en het orkest en hij geven elkaar genoeg ruimte om elkaar bij te staan en elkaar aan te vullen. Niet voor niets heeft Toots dan ook de overvolle zaal op zijn hand en verzorgd een waardige aftrap in de Prins Willem Alexanderzaal. Laten we hopen dat hij nog jaren de magie van het mondharmonicaspelen in stand weet te houden. Ondertussen laten Ian Siegal en zijn band hun licht schijnen in een half gevulde Statenhal. Deze Britse bluesman heeft nog niet de status van superster, maar zijn optreden is er niet minder om. Een schuurpapieren stemgeluid als dat van Tom Waits op de muziek van Muddy Waters lijkt het recept wat de Statenhal voorgeschoteld krijgt. Siegal heeft een solide band om zich heen. De vier muzikanten lijken op school te hebben gezeten in het gebied van de Mississippi. In Nederland gaan exemplaren van zijn tweede album Meat & Potatoes als warme broodjes over de toonbank. Als deze digitale schijf net zo is als het optreden, zijn alle twijfels weg. Al rokend en improviserend brengt hij zijn repertoire aan de man. Zo krijgt hij de lachers op zijn hand als hij in een nummer verteld ooit versierd te zijn door een zeventienjarig meisje. Verderop in het Paul Acket Paviljoen staat een grootheid uit de Jazzrockperiode op de planken. Drummer Billy Cobham doet het deze keer onder de naam Billy Cobham Spectrum band, alleen na een half uurtje blijkt het oude wijn in nieuwe vaten te zijn. Het is nog net zulk hogere-school fusion als ongeveer vijfendertig jaar geleden. Cobham mag dan mannen als Tom Coster op keyboards en gitarist Frank Gambale in dienst hebben, de ontwikkeling van deze superdrummer staat al jaren stil. Roy Hargrove daarentegen blijft zich nog steeds ontwikkelen. Deze zesendertigjarige trompettist heeft zijn sporen op het North Sea al dik verdiend. Vanavond is hij gekleed in een wit pak. Hij lijkt weg te zijn gelopen uit een hoerenbuurt in de jaren twintig. “Pimp Hargrove”, roept iemand gekscherend in het publiek. Zijn project heet The TH Factor en lijkt geen raakvlakken te hebben met de rosse buurt of gespuis. De trompettist en bandleider gooit het over een poppy boeg en maakt zichzelf er dit jaar makkelijk vanaf. Hij laat het grote en zware werk over aan de medemuzikanten, waardoor het optreden meer weg heeft van een popconcert dan de bebop waarmee Hargrove bekend is geworden. Om het allemaal nog erger te maken heeft hij Renee Neufville ingehuurd als zangeres/toetseniste. Geen slechte zangeres, maar ze past niet in het plaatje wat Hargrove heet. Omstreeks half negen is het Paul Acket Paviljoen tot aan de nok toe gevuld. Mensen hangen in de stalen constructie van de trappen en zitten half over elkaar heen op de tribunes om maar een blik te kunnen werpen op het podium. Want Jos Acket, vrouw van wijlen NSJ-oprichter Paul Acket krijgt een Bird Award uitgereikt, een symbolisch gebaar zo op de dertigste editie van North Sea Jazz en tevens de laatste editie in Den Haag. Aan festivalorganisator Theo van den Hoek de eer om haar de prijs en een bosje bloemen te overhandigen. Dan mag Jos Acket haar zegje doen: “De afgelopen dertig jaar zijn er mooie dingen gebeurd op het festival.” Iedereen is het daarmee eens en een luid applaus volgt. Als ze daarna Rotterdam ook veel succes wenst vanaf volgend jaar, volgt er een massaal boegeroep. Erg indrukwekkend om te horen en om te zien. Om het boegeroep kracht bij te zetten, gaan een aantal mensen in het publiek staan. Een aantal zijn zelfs van mening dat dit het einde is van North Sea Jazz; Paul Acket had zich omgedraaid in zijn graf. Na de uitreiking mogen de kleinkinderen van Acket snel over het podium rennen, waarna Jan Akkerman de ondankbare taak heeft het publiek te kalmeren met zijn voortreffelijk gitaarspel. Op het dakterras verzorgt The David Sanborn Group één van de beste optredens op deze editie van het North Sea Jazz. Het is wel eens anders geweest met Sanborn. Soms weet hij te swingen, soms maakt hij het zichzelf te moeilijk, Maar vanavond klopt alles. Sanborn heeft dan ook niet de minste namen in zijn band zitten. Als bassist Christian McBride, drumster Terri Lyne Carrington en Gil Goldstein je medemuzikanten zijn, kan er ook weinig mis gaan. Een kwestie van inkoppen lijkt het. Toch maakt niemand het zichzelf makkelijk. De muzikanten geven elkaar de ruimte en weten dat minder soms meer is. Vooral bassist McBride heeft de lat hoog gelegd op het Dakterras. Zijn basspel creëert het overbekende onderbuikgevoel. Sanborn zelf laat het er ook niet bij zitten en duikt met zijn altsax ook in het diepe. Het is niet voor niets dat onze eigen Candy Dulfer deze saxofonist als voorbeeld heeft. Helaas voor Candy is het spel van Sanborn deze avond ongeëvenaard. Ongeëvenaard blijven ook Michel Camilo en Tomatito. Hun concert in de PWA-zaal is niet uitverkocht. Maar diegene die hierbij zijn, krijgen een muzikaal cadeau. Het duo-optreden staat in het teken van respect. Als de één soleert, kijkt de ander vol bewondering toe. Camillo wordt gezien als ambassadeur van de latin jazz, maar zijn pianospel is meer. Elke noot is raak. Intens gevoel en de juiste intonatie in de stukken. Tomatito krijgt de meeste ruimte van deze twee heren. De flamencospecialist lijkt in de voetsporen te treden van Paco De Lucia. Niet alleen zijn spel, maar ook de uitstraling van deze langharige Spanjaard is temperamentvol en open. Het temperament is bij de nieuwe lichting muzikanten soms ver te zoeken. Een van de grote beloftes van dit jaar is Lizz Wright. Deze Amerikaanse zangeres voldoet niet aan de verwachtingen. Ze staat wat onwennig en met een dode blik op het podium haar repertoire af te draaien. Ook de muzikanten lijken haar niet te helpen. Het doet allemaal tam en vlak aan. Ook de Neil Young hit, Old man, gaat bloedeloos ten onder in de versie van Wright. Misschien dat een andere band beter bij haar zou passen. Vanavond staat ook Relax op het programma. Deze Haarlemmers hebben momenteel weer een patent op de festivals. Na de zomer heeft de band zich weer doodgespeeld en is iedereen het repertoire beu. Toch lijkt niet iedereen op het North Sea Jazz festival bekend te zijn met Relax. De band gooit het in eerste instantie dan ook over een andere boeg. Gekleed in zwart pak maakt Relax vanavond opnames voor een live-DVD in het Paul Acket Paviljoen. Daarnaast pakt de band ook nog uit met enkele gastmuzikanten. Op hun laatste album, Odeur de Clochard, waren deze gasten ook al te horen. Idol Boris komt ook strak in pak het podium oprennen om het nummer No sunrise mee te zingen. En Jacqueline Govaert van Krezip draagt haar steentje bij in het nummer Dream on. Het paviljoen gaat mee in de wereld die Relax heeft. Handen gaan omhoog, mensen bukken op teken en er wordt zelfs polonaise gedanst op de single Mr. Sleeves. Gisteren stond hij bij John Scofield te genieten, vandaag geniet hij van de Hollanders van Relax. Links van het podium staat de Britse superster Jamie Cullum mee te bewegen met de muziek van Relax terwijl hij aan zijn Cola lurkt. Deze Cullum heeft net een optreden gegeven in de Statenhal. Nu laat hij zich meeslepen met de mannen van Relax. Regelmatig is het werk van George Duke meeslepend. Maar vanavond zet de muzikale duizendpoot zich maar matig in. Hij mag dan steun krijgen van rasmusici als Roy Hargrove, Stanley Clarke en Boney James, over het algemeen is het geen fijn optreden van onze Zappa-sideman. Ook zijn band vormt geen eenheid. Toch heeft Duke het enorm naar zijn zin. Alleen hebben we de man wel eens beter horen spelen. Met nog één dagje voor de boeg maakt het Congres centrum zich op voor het slotakkoord van het Haagse jazzfestival. Geruchten doen de ronde dat op de slotdag Prince langskomt. Dit gerucht zou wel eens werkelijkheid kunnen worden. Per slot doet Sheila E mee met Candy Dulfer. Zo wordt het allemaal spannend gehouden.