North Sea Jazz voor de laatste keer in Den Haag. Het is al zo vaak gezegd. Eigenlijk gewoon de laatste versie wordt er gefluisterd. Waar en niet waar, zo blijkt in de loop van de eerste dag van het dertigste North Sea Jazz. Een beetje feest en een beetje verdriet. De artiesten spelen er niet minder om. Muzikanten trekken zalen vol en het publiek gaat weer compleet voor de bijl.
Zoals ieder jaar geldt de standaardregel: het beste concert mis je altijd omdat je ergens anders staat en een slecht optreden sla je automatisch over. Het is dan ook moeilijk keuzes te maken, er is zo’n groot aanbod op het North Sea Jazz festival. Net als vorig jaar was het festival ruim van tevoren uitverkocht. Op sommige plekken was er haast geen doorkomen aan. Bekend is ook dat er veel mensen gratis naar binnen komen door slechte beveiliging of door bandjes die worden doorgegeven, hekken die worden opengelaten of publiek dat zich voordoet als de roadie van een band.
Het maakt eigenlijk allemaal niet meer uit. Het North Sea Jazz blijft een feest. Hoewel het allang niet meer het kwaliteitsfestival is dat wijlen Paul Acket in 1976 op poten heeft gezet; mensen staan toch graag in de rij voor het festival. Volgend jaar verhuist het festival naar Ahoy in Rotterdam. De gevoelens over dit vertrek zijn gemengd. Het einde van het festival zegt de één. De ander denkt dat Ahoy meer ruimte biedt en de doorgang naar andere zalen beter zal zijn. Één ding staat zeker vast. Er zal volgend jaar nog meer verdiend worden door de organisatie, Mojo. Want een festival is pas een succes als het is uitverkocht.
Vrijdag 8 juli, het is al vroeg druk. In de Statenhal is er geen doorkomen meer aan bij het concert van Chaka Khan met het Metropole Orchestra. Het is dringen en wurmen wil je een glimp kunnen opvangen van deze popster. Door de jaren heen is de diva een stuk uitgedijd, waardoor het lijkt alsof je naar een parodie van haar zit te kijken.
Eerder op de avond werd het festival geopend door Ibrahim Ferrer. Een stemmig plusconcert van de ster uit Ry Cooders-project Buena Vista Social Club. Hoewel de man krakkemikkig loopt en dik de zeventig is gepasseerd, oogt hij nog wel kwiek en lijkt hij zijn muzikanten soms op de hak te nemen met grappige gebaren. Zijn orkest lijkt het gewend te zijn en speelt onverstoorbaar door. Halverwege het optreden krijgen de muzikanten alle tijd om zichzelf te profileren in een instrumentaal stuk waarna Ferrer de draad weer oppakt, ditmaal met zijn jasje uit, maar nog net zo grappig en sympathiek.
Met deze concerten is de kop eraf en iedereen spoedt zich richting de grote sterren. In het Paul Acket Paviljoen staat één van de ontdekkingen van NSJ, Katie Melua. De twintigjarige zangeres lijkt van een afstandje op Shirley Temple (een kindersterretje uit de jaren twintig en dertig). Samen met haar band brengt ze een mengeling van pop, country en blues met een vleugje jazz. Het nummer ‘Love Cat’ van The Cure heeft ze omgebouwd tot jazzy deuntje, maar slaat niet echt aan bij het publiek. Zeker is dat ze talentvol is en nog veel meer in haar mars heeft. Alleen een gouden strot is niet genoeg, er moet nog wel harder gewerkt worden aan het eigen materiaal. Misschien dat de opvolger van haar succesvolle debuutalbum nog meer kansen biedt en dat ze daadwerkelijk meer van haarzelf laat zien. Vandaag kon ze net niet helemaal overtuigen.
Joe Zawinul en zijn Zawinul Syndicate daarentegen slaat wel enorm aan. Zawinul laat wederom zien waarom zijn legendarische band Weather Report zo bijzonder was. Met muzikanten uit alle windstreken geeft deze synthesizergoeroe een concert van allure weg. Hij jut zijn band regelmatig op en gooit de benodigde humor in zijn spel. Hierdoor heeft het optreden, wat meer lijkt op een enorme jamsessie, iets ongedwongens. Op vocalen en percussie heeft Zawinul dit jaar niet de minste talenten uitgekozen. Aziz Sahmaoui staat haar mannetje in deze band. Regelmatig rekt ze haar keelspieren om krachtige sierlijke geluiden uit te stoten, terwijl ze vrolijk staat te swingen. Zij maakte ooit deel uit van de vocale damesgroep, Zap Mama.
Vanavond speelt Joe Zawinul een dubbelrol. Hij is één van de Birdwinners die deze festivaldag gaat afsluiten in de Jan Steenzaal. Samen met zeven andere grootheden uit de hedendaagse jazzmuziek is er een Jamsession Deluxe op poten gezet. Naast Zawinul staan ook John Scofield, Jean ‘Toots’ Tielemans, Toon Roos, Christian McBride, Bill Stewart en Barry Harris op het podium. De mannen hebben hun sporen dik verdiend en dat blijkt maar weer uit zo’n concert. Of de mannen al jaren met elkaar musiceren. Nergens wordt er een noot te veel aangeslagen of gaan ego’s een eigen leven lijden. Respect en liefde voor de muziek is hun motto. Geen wonder dat ruim voor hun optreden de zaal geweldig gevuld is met mensen zittend op de grond of op meegenomen klapstoeltjes. De spanning is van de gezichten af te lezen. Met zelf meegenomen bier en borrelnootjes lijkt het net één groot kampeerfestijn.
Eén van de opmerkelijkste zalen vandaag is de Rembrandtzaal. De zaal staat in het teken van het label Act. Eén van de acts die dit label vertegenwoordigt is [em]. Een Duits trio dat zich geïmproviseerde muziek eigen heeft gemaakt. Vooral drummer Eric Schaefer lijkt te kunnen toveren. Uit zijn trukendoos haalt hij het ene percussieinstrument na het andere tevoorschijn. Pianist Michael Wollny staat zo nu en dan op vanachter zijn vleugel; met drumstokken snaait en beroert hij soms de pianosnaren.
Het optreden is ingetogen, doch prachtig mooi. Nergens een echte haal of een uitschieter, maar absoluut inspirerend. Zo denkt het publiek er ook over, na luid applaus mogen ze nog enkele toegiften spelen.
Ook Cassandra Wilson geeft een geïnspireerd optreden tijdens een plusconcert in de PWA-zaal. Gedurende het eerste nummer heeft ze het maar moeilijk met de batterij fotografen aan haar (blote) voeten. Maar zodra de rust is wedergekeerd, heeft Wilson patent op één van de mooiste concerten deze avond. Percussionist Jeff Haynes en Brandon Ross op de banjo stelen de show met hun spel. Zeker de Antonio Jobim klassieker ‘Waters of March’ wordt met veel eerbied gespeeld. Een enkeling durft bijna niet te ademen en zit met open mond en betraande ogen te kijken naar, de als prinses geklede, Wilson. Als de instrumentale stukken doen denken aan water dan zingt ze over water. Doet het denken aan lente of herfst, dan zingt ze daarover. De zang is erg beeldend en met de instrumentale partijen erbij klopt het perfect.
Rita Reys is ook een prinses. Deze tachtigjarige First Lady of jazz oogt nog altijd even jong. Tijdens haar concert heeft ze er nog steeds plezier in en springt en swingt als een levendige jonge pup. Ze weet het publiek goed te vermaken. Zoals ze de boel staat te presenteren, komt ze erg grappig over. Vandaag doet ze twee optredens. Het gaat haar en haar band allemaal makkelijk af. Maar wat wil je ook als je al meer dan zestig jaar op de bühne staat.
Er staan nogal wat vrouwen op de bühne. In de formatie Warp (We Are Respectable People) staan maar liefst vier diva’s te zingen in het Engels, Frans en Nederlands. Saxofonist en bandleider Maarten Ornstein leidt de dames door een funky landschap.
In de Statenhal mocht Robert Cray zijn twaalfmaten zielenpijn ten toon spreiden. De afsluiter van de vrijdag is de jonge formatie The Strikes in de entreezaal. Voor de festivalbezoeker, die net onder weg is naar de uitgang, geeft deze jonge band een enthousiast opteden. Het viertal speelt bluesrock in de traditie van Stevie Ray Vaughn, Blues Traveller en Storyville. De groep afkomstig uit Leerdam gooide al eerder hoge ogen tijdens Eurosonic in Groningen. Vanavond in de reprise in Den Haag en wie weet volgend jaar wel in Rotterdam of gewoon weer in Den Haag op de Koninginnenach.
Ondanks sommige opstoppingen hier en daar en overvolle zalen is de eerste dag van NSJ geweldig geslaagd.
North Sea Jazz Festival 2005: de vrijdag
In het teken van afscheid en Rotterdam
North Sea Jazz voor de laatste keer in Den Haag. Het is al zo vaak gezegd. Eigenlijk gewoon de laatste versie wordt er gefluisterd. Waar en niet waar, zo blijkt in de loop van de eerste dag van het dertigste North Sea Jazz. Een beetje feest en een beetje verdriet. De artiesten spelen er niet minder om. Muzikanten trekken zalen vol en het publiek gaat weer compleet voor de bijl.