Smutfish draait als een tierelier. Veel optredens, Noorderslag in het vooruitzicht. Geen wonder dat de bandleden gestopt zijn met de Smut-Inn op de eerste woensdagavond van de maand in Lokaal Vredebreuk.
“Een vrij simpele zaak,” verklaart frontman Melle de Boer. Het is wat te druk voor ons. Er gaat zo veel energie in de band zitten. Je moet het concept wel kunnen uitvoeren.” Mogelijk komt er in de toekomst weer ruimte voor deze activiteit. “Misschien pakken we het op als het wat rustiger wordt.” De Smut-Inn die het dichtst kwam bij wat Smutfish voor ogen had, was de sessie met John Lagrand op mondharmonica. “Dat was een klein en ingetogen gebeuren. Bassist Rob en ik speelden die avond. John speelde mee wanneer hij het zelf wilde. Hij voelde perfect aan hoe de sfeer moest zijn.” Melle vervolgt: “We zijn een band. Het was de bedoeling dat onze gasten er spontaan iets aan toe voegden, zonder dat we dat vooraf in de oefenruimte voorbereidden. De sessie met John was de meest geslaagde.”
Over Smutfish niets dan positieve berichten. “Het gaat hartstikke goed. We waren blij dat onze CD de beste Haagse CD van het jaar werd. We hadden al wat geluiden opgevangen hier en daar. We waren toch verbaasd, al hadden we het een beetje verwacht.” Melle licht toe: “Dat zo’n conservatieve Haagse muziekscene het kan waarderen. Wat wij doen wijkt af van wat rock-Den Haag omarmt.” Den Haag heeft een bepaald stempel gekregen, vindt hij. “Muziekliefhebbers nemen de Haagse popscene niet serieus.”
Zelf heeft hij nooit de behoefte gehad zich te houden aan de ‘regels’. “Je maakt muziek omdat je het leuk vindt. Als je uit Den Haag komt, verwachten ze dat je Haagse rock maakt. Het is een soort stigma. Onze boeker laat Den Haag nu al weg.” Melle vindt het prima. “Ik distantieer me van die scene. Den Haag heeft angst voor alles wat naar cultuur riekt. Ze hebben een paar eigen helden aan wie alles wordt opgehangen. Het nodigt niet uit om te voldoen aan dat verwachtingspatroon. Voor mij is muziek maken een individuele expressie.” Dat neemt niet weg, dat ook in de muziek van Smutfish bepaalde invloeden doorklinken. “Daar word je mee geassocieerd. Mensen doen dat om de muziek te begrijpen. Dat is op zich prima.”
Melle verheugt zich op Noorderslag. “Ik ben er nog nooit geweest, wist niet precies wat het inhield. Ik hoor er van alle kanten goede berichten over.” Over optredens heeft Smutfish niets te klagen. “We treden meer dan ooit op. Onze nieuwe boeker is goed aan de slag gegaan. Mensen hebben vaak nog nooit van ons gehoord, maar de CD valt goed, dus ze willen het risico wel met ons nemen. We moeten vooral naamsbekendheid krijgen.”
Een goed bericht voor de fans: volgende maand gaan de mannen van Smutfish weer naar het vakantiehuisje in Brabant om nieuw repertoire op te nemen voor de tweede CD. Melle heeft genoeg liedjes liggen om de komende tijd vooruit te kunnen. “Ik schrijf al zeventien jaar liedjes, ik heb dus genoeg liggen. Ik schrijf nog wel elke maand een liedje erbij.” Een writer’s block is Melle onbekend. “Ik heb die druk niet. Het moet leuk blijven. In Nederland kun je niet van de muziek leven. Ik kan mijn werk als beeldend kunstenaar goed combineren met liedjes schrijven en optreden. Het gaat hartstikke goed samen. Dit jaar ga ik onder meer in Berlijn exposeren en in Art Rotterdam.”
Smutfish speelt zaterdag 15 januari op Noorderslag om 21.35 uur in de Kelder van de Oosterpoort in Groningen.
Smut-Inn in Lokaal Vredebreuk voorlopig ter ziele
“Den Haag heeft angst voor alles wat naar cultuur riekt”
Smutfish draait als een tierelier. Veel optredens, Noorderslag in het vooruitzicht. Geen wonder dat de bandleden gestopt zijn met de Smut-Inn op de eerste woensdagavond van de maand in Lokaal Vredebreuk.