Legendarische Engels-Nederlandse band maakt het opnieuw waar in LVC

Mix van psychedelic, industrial en experimental betovert Leids podium

Lilian van Dijk, ,

Lang, lang geleden was het, om precies te zijn, 25 jaar, dat de band The Legendary Pink Dots voor het eerst op het podium stond. Sinds die tijd heeft deze aparte formatie talloze albums op de markt gebracht en vele bezettingswisselingen doorgemaakt, met als constante factor Edward Ka-spel en The Silver Man. Op 19 februari trad de band voor het eerst sinds ongeveer 15 jaar weer op in het LVC.

Mix van psychedelic, industrial en experimental betovert Leids podium

Lang, lang geleden was het, om precies te zijn, 25 jaar, dat de band The Legendary Pink Dots voor het eerst op het podium stond. Sinds die tijd heeft deze aparte formatie talloze albums op de markt gebracht en vele bezettingswisselingen doorgemaakt, met als constante factor Edward Ka-spel en The Silver Man. Op 19 februari trad de band voor het eerst sinds ongeveer 15 jaar weer op in het LVC. Je kunt rustig stellen dat The Legendary Pink Dots als een van de zeer weinige bands een volstrekt eigen stijl heeft ontwikkeld, al vanaf het eerste begin. Dat komt vooral door de muzikale combinatie van zanger Edward en toetsenman Philip Knight. Daar passen de blaaspartijen van Niels van Hoorn en het gitaarspel van Erik Drost, een linkshandige die op een omgekeerde rechtshandige gitaar speelt à la Dick Dale, perfect bij. The Pink Dots zijn een cultband. Ze hebben niet alleen delen van Europa veroverd, zoals Nederland, Duitsland, België, Polen, Frankrijk en Engeland, maar ook van de USA, waar ze vorig jaar uitgebreid toerden. De band is ongelooflijk productief, om nog maar niet te spreken van de solo- en nevenprojecten van de individuele bandleden. Het LVC is redelijk gevuld, maar niet helemaal uitverkocht. Het is even wennen. Een oudere Ka-spel, met rossig geverfd haar en zonder de kenmerkende witte make-up met een zwart spinnenwebpatroon op zijn gezicht. Wel prijkt de zonnebril nog op zijn neus. Phil is nu echt een silver man. Zijn grijze haar is opgebonden in een staartje. Maar zodra ze een beetje op dreef zijn, vervagen die vijftien jaar. De sfeer, de aura van Ka-spel, zijn act, het is nog allemaal als toen. De gebarentaal, waarmee Ka-spel zijn psychedelische teksten onderstreept, zijn contact met het publiek – naar voren leunen, iemand strak in de ogen kijken en toezingen, languit op de grond gaan liggen. Hij komt hooguit wat strammer overeind dan toen. Zijn lange, zwarte jurk, met daaronder een witte broek en blote voeten. De sjaals om zijn hals, zijn sieraden. En vooral: zijn aparte stemgeluid, nu eens fluisterend, dan weer haast schreeuwend, en zijn bijzondere teksten, waarmee hij een soort psychedelisch landschap schildert. Ondertussen doen Phil, Erik en Niels hun ding. Niels deinst er niet voor terug om twee saxofoons tegelijk te bespelen. Dan weer speelt hij dwarsfluit, klarinet, of een ander, heel bijzonder blaasinstrument, waaraan hij de meest vreemde geluiden ontlokt. Erik zit vaak geconcentreerd op zijn knieën achter een versterker te spelen en laat het toneel over aan zijn bandgenoten. Engineer Raymond Steeg werkt vanuit de zaal. “Zonder hem was dit allemaal niet mogelijk,” prijst Edward. De waardering van het publiek stijgt naarmate het concert vordert. De weerslag op de band is duidelijk: de mannen krijgen er steeds meer zin in. Aan Edward merk je dat alleen aan kleine dingetjes. Een grijnsje, een glinstering in zijn ogen. Hij houdt zich strikt aan zijn act en sluipt traag als een reptiel over het podium. Maar bij een heftige passage kan hij ineens flitsen, als een kameleon die een vlieg verschalkt. Het publiek smeekt na afloop om meer en krijgt twee toegiften. Dan verdwijnen de bandleden met een grote grijns op hun gezicht richting kleedkamer.