Gitaarbouwer Richard Heeres werkt zestig tot tachtig uur per week met plezier

"Het leuke van dit vak is, dat je er alleen maar beter in kan worden"

Lilian van Dijk, ,

Gitaarbouwer Richard Heeres uit de Archimedesstraat 4a is helemaal weg van zijn vak. Hij maakt archtops (akoestische jazzgitaren), flamencogitaren en elektrische gitaren en kan boeiend vertellen over houtsoorten en klankkleur.

"Het leuke van dit vak is, dat je er alleen maar beter in kan worden"

Het begon allemaal met een bandje. Heeres: “Dat ontstond in 1990. We speelden akoestische muziek à la Crosby, Nash, Stills and Young. Ik had geen eigen gitaar op dat moment, dus ik leende er een van een bandlid.” Dat beviel op den duur niet zo. “ik wilde mijn eigen spullen en ging me oriënteren bij muziekwinkels.” Dat viel tegen. “Merkgitaren zijn nogal duur. Ik kwam een advertentie tegen van een meester-gitaarbouwer in Canada, die cursussen gitaarbouwen gaf. Ik ben erheen gegaan en kwam thuis met een eigengebouwde gitaar. Die kostte me even veel als wanneer ik er eentje had gekocht in een winkel.” En ineens viel alles op zijn plek. “Ik had een opleiding werktuigbouwkunde aan de MTS gedaan en was al vanaf mijn veertiende, vijftiende werkzaam als meubelmaker. Ik vond beide richtingen wel aardig, maar ik had altijd het gevoel dat er meer moest zijn. Die twee vaardigheden kwamen prachtig samen in de gitaarbouw.” Richard begon voor zichzelf als gitaarbouwer en reparateur/onderhoudsmonteur van gitaren. Per jaar bouwt hij twee archtops, vier tot zes flamencogitaren en één à twee elektrische gitaren. “Het verschil tussen een archtop en een flamencogitaar is, dat een archtop een gestoken bovenblad heeft, vergelijkbaar met een viool of een chello, en een Spaanse gitaar heeft een vlak bovenblad,”legt hij uit. Zijn klanten: “Professionals en mensen die een goede baan hebben en zichzelf een keer een goede gitaar hebben beloofd.” Heeres telt onder meer jazzgitarist Olaf Tarenskeen, flamencogitarist Johan Frauenfelder en elektrisch gitaarspeler Erik Schurmans onder zijn opdrachtgevers. Goedkoop zijn de gitaren niet, maar je krijgt er dan ook wel wat voor. “De goedkoopste is de flamencogitaar, die maak ik vanaf € 3570. Mijn klanten kunnen veel zelf bepalen, zolang het geen consequenties heeft voor de bespeelbaarheid of het geluid.” Hij geeft wat voorbeelden: “Je kunt je naam of je initialen in de toets laten inleggen.” De toets is de gitaarhals, waar de streepjes (fretten) in zijn aangebracht. “ Ook wat de vorm van de gitaar betreft kan veel, vooral bij elektrische gitaren. Je kunt ook bepalen welke inleg je wilt en hoe de bindingen, de randen langs de gitaar, eruit gaan zien.” Ook kan de klant kiezen voor een bepaalde kleur en houtsoort en hoe de kop op de gitaar wordt bevestigd. De kop is het gedeelte de knoppen zitten, waarmee je de snaren hoger en lager kunt stemmen. Ook het stemmechaniek en, bij akoestische gitaren, de sierrand rondom het klankgat kunnen in verschillende uitvoeringen worden geleverd. Richard maakt voor vijftig procent in opdracht. “De andere vijftig procent is mijn eigen ontwerp. Die gitaren probeer ik hetzelfde te houden, met steeds één eigenschap die verschilt van de rest. Op die manier krijg je een goed beeld welke verandering wat voor invloed heeft. Dat is het leuke van dit vak. Je kunt er alleen maar beter in worden. In een ander vak werk je naar een hoogtepunt en dan dien je je tijd uit tot je pensioen.” Hard werken is het wel: “Ik ben er zestig tot tachtig uur per week mee bezig.” Hij relativeert: “Niet alleen met gitaren bouwen, onderhouden en repareren, maar ook met overleggen met opdrachtgevers.” Richard Heeres heeft met andere gitaarbouwers de ADAM opgericht, the Association of Dutch Archtop Makers. Dat heeft veel voordelen: “Wij onderzoeken en ontwikkelen dingen gezamenlijk en kopen gezamenlijk hout in. We dagen elkaar uit om het beste uit onszelf te halen. Daar heeft de consument weer baat bij.”