Gemeenteraadslid Ton Lutter groot voorvechter van Nationaal Popmuseum

“Het moet niet te lang meer duren!”

Lilian van Dijk, ,

Gemeenteraadslid Ton Lutter (CDA) kreeg van zijn voorgangster in de raad een onderwerp mee, dat hij met veel enthousiasme promoot: de komst van een Nationaal Popmuseum in Den Haag.

“Het moet niet te lang meer duren!”

Gemeenteraadslid Ton Lutter (CDA) kreeg van zijn voorgangster in de raad een onderwerp mee, dat hij met veel enthousiasme promoot: de komst van een Nationaal Popmuseum in Den Haag. De stichting Nationaal Popmuseum werd op 24 mei van dit jaar opgericht en wil in samenwerking met de gemeente Den Haag en sponsoren in Den Haag een museum vestigen waar populaire muziekcultuur een plaats krijgt. Bestuursleden van de stichting zijn Jaap Schut, Jeroen Trimbos, Ben Franse, Erik de Zwart en Sjaak Bral Het moet een interactief museum worden, waar niet alleen popmuziek uit het verleden maar ook de hedendaagse popmuziek een prominente plek inneemt door middel van exposities, een poppodium, met mogelijkheden voor radio en tv-uitzendingen. Het is de bedoeling dat bezoekers op uitdagende wijze worden ondergedompeld in de wereld van de popcultuur. De komst van een popmuseum in Den Haag wordt breed gesteund door de Haagse bevolking. Op 28 juni organiseerde de gemeente Den Haag een zogeheten expertmeeting. Ook Ton Lutter was present. “De uitslag van de meeting was duidelijk: iedereen vond dat het museum er moet komen.” De volgende stap is een haalbaarheidsonderzoek. “De gemeenteraad moet daartoe opdracht geven naar aanleiding van het rapport dat binnenkort uitkomt over de expertmeeting. Ik ga ervan uit dat het positief zal zijn.” Het haalbaarheidsonderzoek moet een studie zijn naar zaken als levensvatbaarheid, financiën, mogelijke locaties en de verwachte bezoekersaantallen.” Wat de locatie betreft heeft Lutter zelf een voorkeur voor de voormalige Kwantumhallen op de hoek van de Grote Marktstraat en de Lutherse Burgwal. “Dan heb je daar een cluster van instellingen die wat met popmuziek doen. Het Paard van Troje, de One Four, het Koorenhuis en de cafés aan de Grote Markt en de rest van de binnenstad waar live bands regelmatig spelen.” De nabijgelegen Boekhorststraat zou ervan meeprofiteren, verwacht Lutter. “Die heeft het moeilijk. Het Popmuseum zou een kwaliteitsimpuls betekenen.” Dat Lutter zich inzet voor de komst van het popmuseum, is niet zo verwonderlijk. Hij komt uit het juiste nest. “Ik ben van Indische afkomst. Andy Tielman is een familielid van mij. Wij hebben in de familie nog allerlei foto’s en andere zaken uit de periode dat de familie Tielman in Breda woonde.” Zelf houdt hij meer van jazz, geeft hij eerlijk toe. Maar ook de komst van het Nationaal Popmuseum staat bij hem hoog in het vaandel. “Het moet niet te lang meer duren!” Ook tekenden de initiatiefnemers op 28 mei een samenwerkingsovereenkomst met het deutsches rock'n’pop museum te Gronau, dat in 2004 zijn deuren opende. Lutter kent het. “We zijn daar op werkbezoek geweest. Het stelt niet zo veel voor. Ik denk dat het Nationaal Popmuseum vanuit het city marketingaspect bekeken een van de grootste trekkers van Den Haag kan worden, vergelijkbaar met het Mauritshuis.”